DE WEKEN VAN HET JAAR

 

In 2018 schreef ik samen met Jan met de Pet, die bij mij om de hoek woont, een wekelijkse beschouwing over de dingen die ons in die week waren opgevallen. Omdat het vaak mopperverhalen waren, die meer vragen opriepen dan dat ze die beantwoordden, hebben we nu onze opmerkingen op deze site geplaatst. Het had een klein Nederlands mopperboek kunnen worden, en tot nu toe is het boek (nog) niet uitgegeven. Het is meer een  persoonlijke uiting van pleziertjes, ongenoegens, opmerkingen, medeleven, onvrede, en ga zo maar door. In overleg met Jan met de Pet laat ik u elke week kennismaken met een week uit het niet bijzondere jaar 2018, waarbij elke week weer een raadselachtige terugblik biedt op dit jaar, dat u en ons ook zal verwonderen, en hopelijk aan het denken zal kunnen zetten. Maar til er maar niet te zwaar aan, dat doen wij ook niet!

 

 

 

 

 

Week 52

We zijn er bijna, bijna bij de oliebollen en de champagne. Klaar voor een gezellige avond of weer een lange televisieavond met een oudejaarsconference, een paar feestelijke programma's, en wat muziekconcerten. Kleffe oliebollen die vanaf nu niet meer jaarlijks getest gaan worden en die dus nog meer rotzooi kunnen bevatten, of je gaat ze nu zelf bakk,en waardoor je nog dagen in je huis de geur van vet en olie blijft ruiken. Een chipje bij de borrel of een koud buffet. Misschien wel een Indisch buffet of een pasta-avond. Gelukkig mag iedereen deze avond zelf invullen en je hoeft het aan niemand te verantwoorden Ga je even na twaalf uur toch naar buiten om naar het vuurwerk te kijken en je buren te kussen, die je verder de rest van het jaar links laat liggen . Je mag het allemaal zelf weten. En je kunt je gaan opmaken voor het nieuwe jaar. Wat gaat dit kabinet het komende jaar doen, komt er net zo veel tegenspraak als dit jaar of rollen ze lekker op hun sloffen door? Komen er grote veranderingen in de voetbalcompetitie? Krijgen we weer een hete zomer waarin de mussen die dit jaar nog niet van het dak gevallen zijn, het komende jaar aan de beurt zijn? Wie gaat het redden het komende jaar, en wie valt er buiten de boot? Komt er dit jaar op de televisie een derde rijdende rechter bij die alle buurtconflicten gaat oplossen? Ik hoef het allemaal niet te weten en Jan met de pet kon er mij ook niets over melden. Hij had al een fles met bubbels van een onbekende kwaliteit klaar staan in zijn koelkast, maar hij zei me dat hij hem misschien wel dicht zou laten. Hij wist het allemaal nog niet. Er is geen echt verschil tussen de laatste dag van het jaar en de eerste dag van het nieuwe jaar. Het verschil zit hem alleen in een grote boost die onze economie nog krijgt door de vuurwerkverkopen en de omzet van allerlei lekkere dingen. Samen met alle geneugten van die decembermaand zorgt het voor een piek in de omzet van de supermarkt en de traiteur. En daarom hoef ik mijn verjaardag begin januari niet te vieren, maar dat had ik in het eerste hoofdstuk al uitgelegd. Het is een mooie maand waarin de dagen heel stillekes aan weer de behoefte krijgen om iets langer te worden hoewel je dat nog niet merkt. Het is de maand van de mensen die terugkijken en die voornemens maken voor het nieuwe jaar. We zijn allemaal bedriegers, die onszelf bedriegen want we weten in 80% van de gevallen al dat we die voornemens toch niet waar kunnen maken. Maar het klinkt zo lekker om onder het genot van een glas champagne of iets vergelijkbaars, maar dan goedkoper, te kunnen zeggen, dat we het komende jaar stoppen met roken, een grote reis gaan maken, of het onze buren gemakkelijker gaan maken hun wat minder sociale leven te kunnen leiden. We houden onszelf voor de gek en we geloven erin. Eigenlijk is dat de kern waar de historie vaak om draait. En we weten het donders goed. We houden allemaal de schijn op goede en goedbedoelende burgers te zijn die volgens norm en wet een goed leven hebben, maar we pissen allemaal op een of andere manier wel eens naast de pot. En we zijn er trots op als het lukt. 

Jan met de pet was uitgesproken. Hij heeft mij nog verzocht om al zijn verhalen niet op te schrijven en er verder niets mee te doen. Maar ja, het ongeluk was al geschied. Alles stond al op de harde schijf van mijn computer en de helft lag al bij de uitgever. Ik kon niet meer terug en ik heb dat aan hem verteld. Jan knikte alleen maar en gaf toen zuchtend zijn toestemming om zijn mening maar wereldkundig te maken. “Ik zal er toch wel niets mee opschieten”, waren zijn laatste woorden, die er een beetje mopperend uit kwamen.

 

 

Week 51

 

Stille nacht. De dagen zijn kort en donker. De temperatuur is laag, de wind guur. De bomen zijn kaal, de natuur lijkt dood. Geen wonder dat de mensen al heel lang geleden in die sombere tijden het licht probeerden te ontdekken, met al zijn voordelen, die ons ook weer ten dele zijn aangepraat. We werden bekeerd, maar toen we ooit 'heidenen' waren, en we al door hadden dat een dennenboom iets bijzonders was, omdat het de enige boom was die groen bleef, vonden we dat vreemd, maar gingen we ook al die boom vereren. We zagen dat de dagen korter werden en daarna weer langer, maar op het dieptepunt van licht en donker, begonnen we die boom als symbool te zien van een nieuw leven. Toen de missionarissen dat ook door hadden en ons kwamen vertellen dat er rond dat tijdstip ook ooit iemand geboren was die de wereld zou komen redden, hebben we dat ook geloofd. En alle andere uitvinders van nieuwe geloven sloten zich daarbij aan en maakten ook gebruik van die wetenschap. Geen wonder dat ook de wetenschap van de economie zich hier eeuwen later aan verbond en het nodig vond om die decemberdagen extra licht te maken met kaarsjes en lampjes en er met uitstek de gelegenheid in zag om juist in die periode elkaar allerlei cadeautjes te gaan geven, en het liefst zo duur mogelijk. Dat daarbij een door de Amerikanen van ons gepikte man met een rood pak aan en een witte baard, daarbij een leidende rol moest gaan spelen, kan geen toeval genoemd worden. De boeken bewijzen het, en dan bedoel ik niet de heilige boeken. December is een sterk commercieel feest geworden waarin zoveel mogelijk moet worden uitgegeven om gelukkig te worden En of ik hier nu de straatverkoper bedoel die zijn kerstbomen zo duur mogelijk probeert te slijten, het winkelcentrum dat de sfeer die er toch al niet is, verpest met erg eentonige kerstmuziek, de restaurants die hun kerstmenu's aankondigen, of de strijdvoerende partijen die een vierentwintiguurs bestand aankondigen, het maakt me niet uit. De dominee die zijn kerstpreek schrijft, de kapper die vindt dat we een extra feestelijk kapsel moeten hebben, de supermarkt, die de roomboter in de aanbieding doet, de slijter die feestelijke dranken aanbiedt, het bedrijf dat de kerstpakketten vult in opdracht van de werkgevers, het is voor mij allemaal kerstmis. De kunst is om Kerstmis juist zo persoonlijk te maken dat je er het prettigste gevoel bij krijgt. Dat kan ik niet bedenken of voorschrijven, het is zo persoonlijk dat dit voor iedereen anders zal zijn. Ik ben wars van alle uiterlijkheden van het feest. Ik ben meer van het gevoel dat Kerstmis iets is wat je met anderen moet delen, anderen die het begrip Kerstmis in alle facetten die het heeft, helemaal niet kennen. Gedeelde Kerst is voor mij dubbele Kerst.

 

Week 50

Ja. Een decembermaand heeft voordelen en nadelen. Sommige mensen hopen op sneeuw,  anderen vrezen de gladheid die ongetwijfeld weer komt. Je ziet en je hoort in de ochtend de mensen die de autoruiten staan te krabben, en als je dan buiten kijkt, zie je sommigen toch al wegrijden als ze een klein beetje zicht hebben gemaakt, en er kennelijk toch van uit gaan dat ze zo wel verantwoord de weg op kunnen. Mij niet gezien. Een wandeling met de hond naar buiten is alleen voor hem leuk, omdat hij geen genoeg kan krijgen van een pak sneeuw. Op de plaatsen waar hij altijd rustig en soms zelfs te rustig zijn ronde doet, weet hij nu van gekkigheid niet hoe snel hij wil lopen, en hij constateert blij dat zijn poten er ver in kunnen zakken. Je zou kunnen zeggen dat de hond plezier beleeft aan de sneeuw. En terwijl wij alle moeite moeten doen om overeind te blijven met onze sneeuwschoenen (omdat ik dat afschuwelijke woord snowboots niet wil gebruiken), en soms nog een stok meeneem om mezelf beter overeind te houden, loop ik voorzichtig stapje voor stapje door de sneeuw. Het ongenoegen bij mij zit dan vaak in het feit dat sommige mensen braaf hun eigen stoepje sneeuwvrij hebben gemaakt, maar anderen helemaal niet. Het is dus extra alert zijn op waar je loopt. Vroeger had je de plicht om de stoep te vegen, maar dat lijkt al lang niet meer bij iedereen bekend. Het zij zo. Ik vrees de gladheid soms, en ik heb grote waardering voor de mensen die de wegen juist in die periode weer berijdbaar kunnen maken. Al moet ik eerlijk, maar wel met begrip, bij zeggen dat het pleintje waar ik woon met allemaal senioren, vaak pas aan de beurt is, als de hoofdstraten zijn gedaan. In de praktijk betekent dat de strooi- en veegwagen pas een dag of vijf na de eerste sneeuwval bij ons komt. Maar ik mopper er niet over, dat heb ik dit jaar al zoveel gedaan. Ik kan met veel plezier kijken naar mensen die met hun auto op het pleintje proberen weg te komen, en zelfs heb ik hier een keer een taxi gezien die met geen mogelijkheid door een gladde bocht kon komen. En dan vraag ik me altijd af op dat nu ligt aan de weg, aan de auto, of mogelijk toch aan de chauffeur. Ik vind het wel grappig om te zien, tot aan het moment dat ik zelf toch weg moet, en ik met hetzelfde probleem kom te zitten. Ik vraag me dan ook af hoe Sint met zijn Pieten dat weer moet doen op de gladde daken. En dat is dan ook het enige punt waar ik me met betrekking tot dit Spaanse gezelschap druk over maak. Ik laat alle discussies rond dit feest maar langs me heen gaan, en vind het alleen jammer dat alle  onnodige discussie over deze mooie traditie over de hoofden van de kinderen wordt gevoerd. En dan weet je mijn standpunt dus al. Ik zet elke avond braaf mijn schoen, en vergeet meestal er in de ochtend weer in te kijken. Ik ben het weer vergeten. Zal de ouderdom wel zijn, of zoiets. Slijtage dus. Maar je kunt het ook zo zien, dat ik gewoon probeer jong te blijven, al is dat ook een punt waar over na te denken is. Ik hoop gewoon nog veel jaren dezelfde te blijven. Dat doet Sint toch ook.

 

Week 49

 

Het wordt langzaamaan tijd voor de nabeschouwingen. Terugkijken op een jaar dat bijna voorbij is, en turven wat er allemaal is gebeurd en waarom. De televisie doet in deze periode niet anders. Al twee weken voor oudejaar krijgen we het sportoverzicht, terwijl de grootste sportprestatie van het jaar gemakkelijk nog op 27 december kan plaatsvinden. We zien in de krant welke beroemdheden ons dit jaar allemaal ontvallen zijn, en constateren dan bij ons zelf dat we sommigen daarvan al lang vergeten zijn, en van anderen dachten we dat die al jaren dood waren. Zo is het leven, zo is de dood. We krijgen een binnenlands  en een buitenlands overzicht van de gebeurtenissen, rampen en oorlogen, maar ook van de lollige dingen, waarbij die laatste categorie altijd sterk in de minderheid is in deze tijd. Dat begrijpen we wel, maar toch spreken we elk jaar weer de hoop uit dat het volgend jaar beter, vreedzamer en verdraagzamer zal zijn dan het afgelopen jaar. We proberen erachter te komen bij wie we de Kerstmaaltijd dit jaar zullen gaan doorbrengen en we denken stilletjes aan de nieuwe goede voornemens die we volgend jaar zullen gaan koesteren. We weten al lang dat dit dezelfde zullen zijn als het vorige jaar en we vinden dat die, omdat ze dit jaar niet gelukt zijn, in het komende jaar een nieuwe kans moeten krijgen. We krijgen weer volop aanbiedingen van de reisbureaus die ons bijna dwingend adviseren nu al een keuze voor een geweldige zomervakantie te maken. We zien van de kledingwinkels folders in de bus vallen waarin we kunnen zien welke kleur zwart met glittertjes we dit jaar met de kerst aan moeten doen, en we worden gedwongen te kijken naar de zogenaamde feestverlichting die in de winkelstraten wordt opgehangen. De tuincentra puilen weer uit met hun collectie “Tussen kerst en kitsch”. Driftig gespoten dennengeur, veel groen, goud en glitter, en een te overdadig aanbod zodat we niet meer weten wat we er moeten kopen en er de hele dag kunnen rond slenteren met zijn allen, als was het een dagje uit. Dat we er glühwein kunnen drinken, warme chocomel  met slagroom, kerstbrood en kerstkrans kunnen eten tot we er misselijk van worden, en aan het einde van de dag met een artikeltje van 4,75 euro bij de kassa staan. Alles te overdadig, te veel van het goede, meer kitsch dan kerst. We vergeten even dat we door alles toch dezelfde gewone mensen blijven, met goede en slechte eigenschappen, met weinig perspectief op een hoger inkomen, en met hetzelfde kleine clubje vrienden dat toch weer wel in dezelfde vaste buurt zal blijven wonen. We hopen dat we het komende jaar bij dezelfde baas mogen blijven werken en we zien weinig in het plan dat we elke vier of vijf jaar van werk zouden moeten veranderen. We waren het afgelopen jaar weer het zelfgenoegzame volkje dat stiekem hoopt op een verbetering in het nieuwe jaar, en of die verbetering nu de gezondheid, het salaris, of het geluk betreft, maakt ons niet zoveel uit. We hopen en dromen hardop, maar we weten dat het nieuwe jaar weinig nieuwe perspectieven zal brengen. Daarom blijven we een verzadigd en ontevreden volkje, dat moppert op de politiek en op het weer. Die kunnen geen van beide goed zijn en blijven. Ik denk dat we zullen moeten wennen aan een nieuw klimaat, en niet aan een nieuw politiek klimaat. Maar daarover wil ik geen mening geven. Politiek is een van de weinige dingen in dit land, waar altijd over gemopperd wordt, wie er ook hier de touwtjes in handen heeft. En als we dan eens in de vier jaar mogen gaan stemmen om te proberen onze invloed aan te wenden, ja, dan blijven we in grote getale thuis. En we mopperen verder.

 

 

Week 48

 

U heeft een prijs gewonnen, staat er op mijn bankafschrift. Het blijkt dat de Staatsloterij een bedrag van 9 euro op mijn rekening heeft bijgeschreven, nadat ik voor 30 euro een straatje vijfjes had gekocht. Klopt dat wel?  Dat is

toch geen prijs? Er had toch moeten staan dat de Staat in dit geval een prijs heeft gewonnen. Die gaat toch met het grootste deel van mijn inleg strijken? Ik heb toch niets, ik leg er alleen maar op toe! Het wordt tijd dat die formulering ook eens wordt aangepast . Er klopt niets van.

Waar ik ook helemaal niks mee heb, is met die omroep Max. Ik heb helemaal niets met hun programma's maar ik heb er ook niets tegen. Het is allemaal panklaar op het bordje van de kijker gelegd. Lachen om mensen die misbaksels maken, hilariteit om de caravantrekkers onder ons, en zogenaamde levensvragen die even worden weggewerkt in een talkshow, zonder enige vorm van empathie. En met die baas van het spul, ik zal maar zeggen die Max zelf, heb ik ook helemaal niets, maar ook helemaal niets tegen. Ik vind hem een beetje een gladde man, met zijn haar achterover strak in de gel, en voor elke dag een andere bril. Hij doet me een beetje denken aan een oude maffiabaas, hoewel hij probeert jong over te komen, en hij op elk moment zijn hoofd op de tv wil laten zien. Ik vind het een beetje een enge jongen, en dat moet hij maar zien als een compliment. Elke keer als de omroepen op een of ander moment onrecht wordt aangedaan, of dreigt te worden aangedaan, springt hij op de bres om een lans te breken voor het huidige omroepstelsel. Hij is die omroepbaas die het meest bang is om leden te verliezen, en de man die van geen enkele fusie wil weten. Van hem gaat bij voorbaat al een soort dreiging uit. Hij lijkt steeds te willen zeggen: “Pas op, niet doen !” Het doet me denken aan mijn kinderen, die elke keer als ik probeerde bij een straatfestival mee te gaan zingen, hetzelfde tegen mij zeiden. En dat juist terwijl ik er zo van houd om elke smartlap of gouwe ouwe Nederlandse hit lekker mee te lallen. Nou ja, zingen kan ik niet, ik zing in een toonsoort die niemand kent. Dat vonden mijn dochters niet leuk, en ik begrijp dat wel . En ik houd nog steeds van het Nederlandse lied, en dat vooral van de oudere versies ervan. Ik heb nu eenmaal niets met die moderne rampestampliedjes die door computergeluiden worden begeleid, en die smaken naar niets. Dat spul blijft niet hangen en heeft geen eeuwigheidswaarde. Het beklijft niet, zouden we vroeger gezegd hebben. Gelukkig pak ik uit mijn eigen platen- en cd-kast af een toe een plaat of een cd met Hollandse hits die geweest zijn, maar die toch gebleven zijn en geniet van die muziek. En ik zing mee. Niemand thuis die zegt : “Pas op, niet doen!”, maar het is wel zo dat ik er zelf het meeste van geniet. Het is allemaal wat , maar ik vind het leuk om in het Brandend zand langs de Amsterdamse grachten met de Vlam in de pijp te lopen. En die teksten, geweldig. Ik houd van muziek die niemand meer kent en met titels als 'De brandweer van Mexico', 'Klappermelk met suiker' en 'Bij de echoput'. Ik houd van de Nederlandse taal die sterk articulerend en zelfs met dt op het einde werd gezongen door vergeten artiesten als de Fouryo's, De vier Jantjes of Truusje Koopmans. Het kan me niet vals, dun, schril of hard genoeg klinken. Al springt het glazuur van mijn tanden, het mag van mij. Af en toe gun ik mezelf zo'n dag waarop ik geniet van alles wat vroeger op dat gebied in ons land werd geproduceerd. Het is zelfs nog meer dan genieten. Maar ik weet niet wat de overtreffende trap van dat woord is. Ik word er blij van, en ik koester mijn muziekjes  met de vergeten artiesten. Een soort Blijvend Applaus, al weet ik niet of die stichting nog bestaat. Zolang ik blijf applaudisseren voor deze artiesten, is er niets aan de hand.

 

Week 47

 

De scholen zijn weer begonnen. Het staat levensgroot op de spandoeken die hier en daar in het dorp hangen. Net of we het niet weten. Voor mij is het ook niet bestemd, want ik heb geen schoolgaande kinderen meer  in mijn collectie. En toen ik ze had, was er die spreuk ook al. Maar iedereen in huis wist dat het weer zover was, iedereen was op de hoogte dat het op die eerste maandagmorgen weer een beetje drukker op de weg kon zijn. Dat weet je toch! Wordt het niet eens tijd om een meer pakkende kreet te verzinnen om aan te geven dat het weer zover is . De kindjes die voor het eerst die stap maken, liggen van de zenuwen de halve nacht wakker, de ouders zitten te puzzelen hoe ze die eerste dag qua planning moeten gaan organiseren en wie de kindjes naar school brengt, en de leerkrachten zwoegen in de laatste week van hun vakantie om alles in de klas netjes te maken, in te richten, stapels boeken te kaften, en zich voor te bereiden op die eerste schooldag. Hoe gaan ze het aanpakken die dag, want daar hangt voor de rest van het schooljaar erg veel van af. Hoe de sfeer in de groep wordt, wordt eigenlijk al bepaald op dag een. Worden de kids op hun gemak gesteld, wordt iedereen gelijk behandeld, is de juf of de mees een beetje leuk? Het is een bepalende dag voor de rest van het jaar, het welzijn van mees of juf hangt er ook van af, dat is zeker. Ik heb het zelf ook meegemaakt, daarom durf ik het te zeggen. Je kunt een schooljaar met een nieuwe groep meteen al de eerste dag maken of breken. En omdat je geen krijtjes meer in het doosje hoeft te doen, en de inktpotjes niet meer hoeft te vullen, is er volop de tijd om voor jezelf de tactiek voor het nieuwe schooljaar uit te tekenen en uit te rekenen. Ongetwijfeld krijg je in die eerste week al ouders op bezoek die het niet helemaal eens zijn met jou. Dat kan zijn omdat jij nou net iets andere regels hanteert dan papa of mama thuis, of omdat de mammie van Mies van mening is dat haar dochter wordt achtergesteld, of haar zoon wordt voorgetrokken. Of ze komen je vertellen dat je streng maar rechtvaardig moet zijn. Het valt wel op dat het meestal de ouders zijn die hun kinderen op zo'n hoog voetstuk hebben staan, dat ze er nooit meer af gaan vallen, en als je er goed naar kijkt zie je zelfs in die ogen van ouders hetzelfde wat  Marietje ook  heeft.  De luizenmoeder in het echt, ja het bestaat allemaal. Ik heb het zelf mee mogen maken. De moeders die nog samenschoolden op het schoolplein, lang nadat de school was begonnen, de ouders die overal commentaar op hadden, behalve op zichzelf. De vragen, de zogenaamde problemen. Hoewel ik geen glansrijke onderwijscarrière heb gehad, en in mijn loopbaan ook wel fouten heb gemaakt, kan ik je vertellen dat alle ouders uit de Luizenmoeder in het echt ook bestaan. En dat de nacht voordat de school weer begint, niet alleen voor kinderen die de andere dag weer naar school gaan, een moeilijke nacht wordt, maar ook voor alle leerkrachten die de maandagochtend ook weer aan de bak moeten. Ik heb gezegd.

Week 46

 

“De directie is niet aansprakelijk voor gebeurlijke ongevallen”. Jaren geleden zag ik het bordje hangen in een Belgische draaimolen tijdens een dorpsfeest in Doel. Ik vond het een geweldige vondst om de mensen op die manier te waarschuwen voor eventuele claims die ze zouden kunnen indienen omdat Peerke van de brandweerwagen in de draaimolen was gevallen of zoiets.

Die gasten hadden het goed gezien, en waren hun tijd wel vooruit. Pas later zou vanuit Amerika de trend overwaaien om bij alles wat fout ging in het leven, de veroorzakers van het kwaad, aansprakelijk te stellen ,en om mensen en instellingen te gaan 'suen' om uit het voorval financieel voordeel te kunnen behalen. Het wordt steeds gekker als je ziet hoe snel een dergelijke trend uit  naar hier komt overwaaien.  Gaat het om geld, dan kan het de Hollander niet snel genoeg gaan, en het zal niet lang duren voordat hier ook de gewoonte wordt om op die manier profijt te kunnen trekken uit 'gebeurlijke' vervelende situaties. En ook de Belgen, die we merkwaardig genoeg nog steeds 'onze zuiderburen' blijven noemen, zullen niet achterblijven. Die Belgen, het is een prachtig volk, die weten hoe ze moeten feesten, moeten genieten, moeten leven. Al is het leven soms een beetje  met de Franse slag, maar ja, dat zijn ook hun buren. Van die buren hebben ze gelukkig meer meegekregen dan van ons, want van den Hollander valt niet zoveel goeds over te erven. Als men mij in Vlaanderen vraagt waar ik vandaan kom, zeg ik steevast dat ik een Brabander ben, maar dan hebben ze al lang gehoord dat het geen Belgische Brabander is, maar een “Hollander”. Tijdens een vakantie lang geleden werden we met onze kinderen, die toen nog jong waren, meteen 'kèskoppen' genoemd, en dat vond ik minder prettig. Ik heb een grote achting voor de Belgen en ik gun dat land eigenlijk nog veel meer plezier en levensvreugd. Zeker en vast. Het is niet alleen omdat mijn grootmoeder uit dat land komt, maar ik voel me in dat land op mijn gemak, wat je daar ook onder wil verstaan. Het is voor mij het meest complete land van Europa, en iedereen die zich wil gedragen als een Bourgondiër, is er van harte welkom. Je moet er niet de Hollander uithangen die het goedkoopste biertje in de supermarkt zoekt, of die zijn benzine met de hand op de portemonnee komt tanken. Je moet gewoon die gast zijn, die zich welkom voelt zoals nergens anders. En op zulke momenten geniet je zelf het meest. Je moet niet proberen Vlaams te klappen, of een Belgenmop te vertellen, want dan heb je een probleem. Je moet ook niet met je voeten laten spelen, zoals ze dat daar zo mooi kunnen zeggen. Je moet er zijn als Belg tussen de Belgen zonder op te vallen en zonder uit de toon te vallen. En dat valt voor een Hollander niet mee. Je moet je zeker niet gedragen als een Engelsman die in willekeurig welk land in een all-inclusive resort zoveel gaat zitten zuipen dat hij amper lopend het dinerbuffet kan bereiken. Dat zijn voor mij de dieptepunten tijdens per ongeluk geboekte zomervakanties. Genieten is leuk, maar geniet dan als een Belg in België.

 

Week 45

Heeft t u ook een hekel aan al die light- en magere produkten die tegenwoordig zo populair lijken te zijn? Ik heb veel moeite met die spullen. Magere yoghurt, magere melk, magere jam, magere kaas, magere slasaus, je schijnt er dus niet dik van te worden. Het kan best, maar ik geloof het gewoon niet. Het lijkt mij een truc van de voedingsmiddelenindustrie om meer omzet te regelen. Al dat magere spul smaakt me ook helemaal niet. Voor iemand die dat moet eten, moet het gelijk staan aan straf voor de maag. Je mag niet meer genieten van de volle smaak van roomboter (hoewel dat tegenwoordig ook weer positief wordt beoordeeld door de voorstanders, waar ik er een van ben), van volle melk of lekkere vette boerenkaas. Wat is er lekkerder dan een pot yoghurt uit Griekenland (dan wel de echte uiteraard, en niet die namaak  yoghurt Griekse stijl). Dat is toch genieten! Ooit heb ik adviezen van een diëtiste gehad die mij moest vertellen wat goed voor mij zou zijn. Dit omdat ik ook last had van overgewicht en zo. Ik moest afvallen, en ik werd er alleen maar chagrijnig van. Het smaakte me gewoon niet, en het was net of ik veroordeeld was door de rechter van gezondheid die een zwaar oordeel over me had geveld. Een dieet werkt gewoon niet bij mij. Ik moet op zijn tijd een koekje uit de trommel kunnen pakken of een stukje chocola van een reep kunnen breken. Het leven wordt door artsen en diëtisten bijna onmogelijk gemaakt . Zij die een bourgondische inslag hebben, zoals ik,  en van het leven willen genieten, worden de hel in gestuurd op deze manier. Zo heb je na een paar maanden dieet een burn-out te pakken of ben je toe aan een psychiater die je weer in het gareel moet krijgen. Dus weer een extra vraag naar meer en dure gezondheidszorg, en dan nu op een terrein dat extra geld kost en ook weer niets oplevert. We laten ons maar van alles aanpraten en luisteren te weinig naar ons hart. Dat is voor mij de beste remedie. Gaat het even niet goed met je, probeer dan te genieten door juist die dag of die momenten extra suiker te consumeren en geniet. Het helpt, maar het staat in geen enkel leerboek voor de diëtiste beschreven. Maar het voelt zo goed. Het is geen wetenschappelijke bewering, maar het overtreden van de regels voor calorieën werkt  bij mij geestverruimend en bevrijdend. Het is zo heerlijk om een of twee dagen eens lekker te zondigen, en dan weer een paar dagen er 'gezond' tegenaan te gaan. Ook opvallend hoe dicht het woord 'zonde' en 'gezond' bij elkaar staan. Eens proberen kan geen kwaad, al kunnen de door mij persoonlijk behaalde resultaten geen enkele garantie voor niemand geven. Ik verwacht dat in die nabije toekomst veel van de inzichten over wat gezond is, zullen veranderen, alleen kan ik nog niet zeggen wanneer of hoe.

Nog iets over smaken. Behalve dat alles wat halfvol of light is, mij vreselijk smaakt, zijn er ook mensen die bij het normale voedsel erbij zweren dat bijvoorbeeld de koffie van merk A, dat al heel lang in de familie wordt gedronken, lekkerder is dan de koffie uit de lage prijzen supermarkt. Dat is niet zo, maar de mensen zijn door de jaren zo gewend geraakt aan merk A, dat alle andere koffies van supermarktmerken niet zo 'lekker' zijn. Wil je het objectief bekijken, dan zou je moeten weten dat je door de gewenning aan merk A, je jezelf hebt gebonden aan merk A. Je kende niets anders, en elk ander merk dat je gebruikt is minder lekker, zeg je dan. Maar misschien is die juist wel lekkerder en zeggen je hersens iets anders, omdat de gewenning aan merk A jouw smaak heeft beïnvloed. Je wil eigenlijk niets anders meer. En daarom lijkt die lekkerder, omdat we hem al jaren gewend zijn. Maar misschien moet je het B merk ook de kans geven om zijn smaak bij jou te laten ontwikkelen, en mogelijk kom je er na een paar weken al achter dat die nieuwe variant ook zeer lekker is. Geef je hersens de kans om te wennen aan de nieuwe variant en geef dat product de kans om ook het predicaat 'lekker' te laten krijgen. Eet gezond en goed en smakelijk!

 

 

 

Week 44

 

Met Facebook heb ik een soort haat-liefdeverhouding en dan zijn de twee woorden in precies de goede volgorde geplaatst. Ik 'zit' er zelf op en ik moet eerlijk zeggen dat ik het af en toe wel leuk vind. Maar ik heb er de pest aan dat zoveel mensen er allerlei onzinnige plaatjes, moppen, raadseltjes, rijmpjes, grappen en grollen op plaatsen, en zelfs oude berichten van jaren terug nog gedeeld worden. En allerlei politiek en racistisch bedoelde plaatjes worden geplaatst. Waarom de regering zoveel geld uitgeeft, waarom iemand de grootste zwartepietenhaatster van het land is, waarom iemand voor een klein vergrijp niet beboet wordt, en nog meer van dat soort flauwekul. En dan heb je nog die mensen die elke morgen een goede morgen-plaatje plaatsen en elke avond weer iets in de trant dat ze moe zijn en maar gaan slapen. Mensen, wat een onzin van de ergste soort. Gelukkig kun je al dat soort internetvervuiling blokkeren en dat doe ik dan maar, om dan na drie maanden alles weer terug te zien komen. Hoe hou je dit vol? Ik gebruik Facebook alleen maar als ik er iets wil opzetten wat ik leuk heb gevonden, of ergens naar een interessante plek ben geweest. Of om een andere leuke mededeling te delen of een fijne herinnering. Maar sommigen zijn zo idioot dat ze kinderlijke meldingen erop zetten. “Hallo, goedemorgen, heb je ook lekker geslapen? Maak er maar een mooie dag van!” En dan dubbel zo erg zijn de mensen die erop denken te moeten reageren, want ze zijn toch vrienden van die persoon. Vrienden, ook al zo'n akelig woord waar je de bibbers van krijgt. Wat zijn vrienden? Zijn dat die vrienden van Facebook? Of zijn dat die mensen die zo'n Toon Hermans tegeltje binnen hebben hangen?  De Vlamingen weten het wel, en zeggen : "Een vriend is iemand die alles van je weet, maar die toch van je houdt." Vrienden, laten we niet te moeilijk doen. Het is zoals het is.  Zo! Of zoals Shakespeare zei: "To be or not to be, that's the question". Een Engelse vriend, die ik overigens niet op Facebook als vriend heb, zou deze Vlaamse vertaling nog grootser vinden : "'t Is of 't is nie, dat is 't' ".  Daar ga je toch van glunderen van je ene tot je andere oor. Ik weet niet uit mijn hoofd wie mijn Facebookvrienden zijn en waarom ze dat zijn. Het zijn er veel meer dan in het echt, en dat blijft toch een raar idee. 

 

Week 43

Vroeger hadden we de heiligendagen. Elke dag was er een dag die gewijd was aan de heilige Bernulfus, Agatha of Clara, of zoiets. Voor het grote leger van alle naamloze heiligen, wat dat dan ook moge zijn, was  de dag van Allerheiligen uitgevonden, waarop je tot al die mensen tegelijk kon bidden en om een gunst kon verzoeken. Zo hadden we het in de katholieke kerk steeds geleerd. Ik denk dat gelukkig niemand nog weet wie er op welke dag, en waarom dan herdacht werd. Ik moet nog wel ergens een boek hebben,  waar een groot aantal van die mannen en vrouwen met datum, naam en toenaam, en persoonlijke historie vermeld staan. Ik noem het maar het 'Facebook' van de katholieke kerk. De heiligen moeten voor mensen vroeger een soort helden geweest zijn die je van alles kon vragen en voor wie je een kaarsje kon branden. Ik heb er nooit zo in geloofd.

Wat ervoor in de plaats is gekomen, is eigenlijk en beetje van hetzelfde laken een pak. We hebben nu, en ik noem maar een kleine greep uit het totale aanbod, de internationale kattendag, de dag van de inheemse volkeren, de dag van de munt, de dag van het oudere paard, de dag van de post, de dag van de baard, de dag van de uitvinders, de dag tegen het fascisme en antisemitisme, de wereldvrijheidsdag,  de dag van de leerplicht, de dag van de consument , secretaressedag, nationale ziekendag, dag van de hulphond, dag van de verloren portemonnee, en ga zo maar door. Een paar weken geleden ontdekte ik dat er zelfs een internationale dag van het niksdoen bestaat. Helaas was het toen al half twaalf 's avonds voordat ik dat ontdekte, dus heb ik er nog maar een half uur van kunnen genieten! Het is toch te zot voor woorden dat we elke dag van het jaar aandacht moeten besteden aan een bepaald iets of iemand. En het wordt steeds moeilijker om een datum te vinden die nog vrij is. Ik heb ook geen idee waar ik mijn datum moet claimen of vastleggen. Stel je voor dat ik een jaarlijkse dag wil voor de kapotte fietsbel of voor het misbruikte schaap in vredestijd, dan weet ik echt niet hoe ik dat moet regelen. Ik weet zeker dat ik de pers mee moet krijgen, maar dat is in deze tijd zo moeilijk niet meer. Er zijn onder de media en de journalisten altijd wel mensen die dolgraag mijn ideeën willen uitdragen,  en het is geen probleem om dat ook landelijk te verkondigen. Nu ook nog een omroep vinden die daar een thema-avond van kan maken,  en een stichting in het leven roepen die zich daarvoor gaat inzetten. Fondsen verwerven, stickers laten drukken en die overal op lantaarnpalen plakken, en vooral je stem laten horen aan iedereen die het wil horen. Het moet te doen zijn. Ik denk dat het wel een probleem wordt om een datum te vinden die nog vrij is voor zo'n dag. Malloten die iets in dat bepaalde kader willen organiseren, zijn er in dit land genoeg te vinden. Nee, dat zal het probleem niet zijn! Heel veel succes met het uitvinden van je nieuwe dag en het plannen van de juiste datum ervoor. Mijn steun heb je, maar ik moet zelf ook een dag vinden waarop ik je kan helpen. Dus aan mijn hulp heb je waarschijnlijk niets.

 

 

 

 

Week 42

 

Sport vind ik erg leuk, vooral om naar te kijken. Zelf ben ik nooit een sportieve jongen geweest. Ik was altijd het angsthaasje, het jongetje dat bang was voor de bal, de knul die op school altijd als laatste werd gekozen in een team. Ik kon meehobbelen en gaf de voorkeur aan zitvoetbal boven gewoon voetbal. Ik heb een blauwe maandag op een tafeltennisclub gezeten, heb een half jaar gebadmintond , en heb op latere leeftijd nog op woensdagmiddag een bejaardengymclubje bezocht. En geen van alles was een succes. Gekke uitspraak eigenlijk, op een vereniging zitten. Zelfs biljarten en kegelen was te hoog gegrepen voor mij. Toch ben ik een liefhebber en dan geniet er vooral van als kijksport. En het maakt me niet eens uit wat, hoewel ik al eerder heb verteld welke sporten absoluut niet op mijn kijklijstje staan.

Vandaag las ik een stukje in de krant van iemand die een vergelijking maakte tussen de profvoetballer en de profwielrenner. Het verschil in mentaliteit was sprekend. De wielrenner die in een grote ronde dag na dag zijn etappe rijdt, vaak weinig verdienend en zich toch helemaal gevend. Blessures worden weggepoetst of gemaskeerd, hij of zij moet die fiets op om na tweehonderd kilometer weer fris en fruitig over de finish te komen en meteen de pers te woord te kunnen staan. Valpartijen, geschaafde knieën en ellebogen, gebroken ribben en meer van dat soort dingen komen dagelijks voor. Een kwestie van oplappen en doorfietsen. Een duidelijk geval van niet lullen maar poetsen. Verder, op zo'n smal zadeltje dat me al een kwelling lijkt. Doorgaan, we zullen doorgaan. Vind je het vreemd dat er juist in die sport zoveel naar middelen is gezocht die prestatieverhogend of pijnstillend zouden kunnen werken? Dat is toch eigenlijk logisch, en veel middelen zijn te traceren, maar er blijven middelen komen die voorlopig niet gevonden zullen kunnen worden. Het is een gevecht tegen de bierkaai dat steeds opnieuw zowel winnaars als verliezers kent. Er gaan in die sport nog te veel mythes rond, te veel semi-wetenschappelijke kennis die ten voordele van de sporters, de begeleiders en zeker de sponsoren wordt ingezet. Het is niet zo moeilijk om je naam in die sport hoog te houden, zolang iedereen steeds maar de ene hand boven de ander blijft houden. Maar ondanks alles heb ik een groot en blijvend respect voor die sporters. Maar de voetballer heb ik wat lager staan in mijn achting.. Twee keer per week een wedstrijd, bijna elke dag een training, bij elke blessure liggen kermen op de grond, gebrekkige of slechte interviews geven, contracten met zoveel mogelijk inkomsten afsluiten en snel na een blessure uit de running zijn. Ze zijn lang niet zo aanraakbaar als de wielrenner, en houden een grotere afstand tot de wereld. Voor wie heb je nu meer bewondering? Voor mij is de keuze niet zo moeilijk!

Week 41

 

Het lijkt er wel op dat de meest moderne auto's tegenwoordig geen richtingaanwijzer meer hebben. Die dingen worden zo weinig meer gebruikt dat het erg opvalt. Je kunt niet meer zien welke kant een auto op wil. Als simpele voetganger die zijn hond uitlaat, kun je niet eens meer zien of een auto net die straat wil indraaien waar jij met je huisdier, net uit wil wandelen. Dat betekent dat de automobilist zich van geen enkel gevaar bewust is, en maar doet waar hij zin in heeft, en laat wat hij eigenlijk moet doen. In het begin liet ik die auto soms stoppen en als de chauffeur het raampje opendeed, vertelde ik hem meestal dat het type auto waar hij in reed, tegenwoordig ook met richtingaanwijzers verkrijgbaar was. Een enkele heer of dame maakte dan zijn excuses, maar de meesten leken de grap niet te begrijpen of te waarderen, en dat is de reden dat ik er maar mee gestopt ben om ze er op die manier op te wijzen. Het wordt me teveel moeite. En een middelvinger opsteken ligt niet in mijn aard.

Hetzelfde bij de ontelbare fietsers die zonder licht rijden. Ik word er gek van. Niemand lijkt zich meer te bekommeren om het witte lichtje aan de voorkant en het rode aan de achterkant. Zeker in het donker op een slecht verlicht fietspad durf ik dan die gasten toe te roepen dat ze een idioot zijn, maar ik doe het net niet.

De politie zou er veel meer op moeten letten. In mijn jeugd waren dat nog mensen die je schrik aan konden jagen. Ik herinner me nog mijn eerste bekeuring omdat ik vlak bij mijn middelbare school schuin de straat overstak. En ook de agent die op het fietspad naast het bos plotseling van achter een boom tevoorschijn kwam, en mij met mijn derdehands brommertje liet stoppen. Ik moest uit alle macht remmen, en hij gaf mij als enig commentaar dat de remmen het prima deden. Ik mocht dus doorrijden. Die man speelde gewoon met zijn leven. Het had zomaar een bedrijfsongeval kunnen zijn!

Tegenwoordig is de politie onzichtbaar, zoals ze dat noemen. Ja ze ziet weleens een politieauto door je wijk rijden, maar om nu te zeggen dat ze je op die manier de stuipen op het lijf jagen, is sterk overdreven. Een vriendelijke agent met zijn vrouwelijke collega zwaait even naar je, en samen vervolgen ze hun route, net als een stelletje zondagsrijders. En als je toevallig een agent nodig hebt, omdat er 's avonds vreemde figuren rondlopen op de steigers van het nieuwbouwproject achter je huis, komt er niemand even kijken. Als dan de andere dag blijkt dat er sanitair is gestolen, ja pas dan komen ze even langs in de hoop dat je nog een signalement kunt geven. Helaas pindakaas in dit geval. En laten die gasten maar eens wat vaker incognito patrouilles de weg op sturen, die controleren of chauffeurs met hun telefoon bezig zijn. Geheid dat daar een score uitkomt met flinke boetes die de tekorten bij de politie in een klap weer terugbrengen naar nul.

Ach ja, ik weet wel dat het gemakkelijk scoren is door van alles te roepen als je iets dwars zit. En hoe ouder je wordt, hoe anders je tegen de dingen aan gaat kijken. Jan met de Pet en ik weten dat, en we voelen elkaar goed aan. We zijn van dezelfde leeftijd en we hebben een beetje dezelfde ideeën. Maar het gewoon zeggen van die dingen, is als een soort therapie voor ons allebei. Het zal de leeftijd wel zijn en wij horen het u denken. Je hoopt dat iemand het hoort, en er dan iets mee kan doen. Hoop is er altijd en hoop doet leven. Dus het is een beetje mijn manier van leven. Hopen op wonderen doe ik lang niet meer. Ik geloof niet dat die ooit bestaan hebben, of ooit zullen bestaan. Alles is verklaarbaar behalve de dingen waarop we in de loop der tijden het etiket onverklaarbaar op hebben geplakt. En zelfs die dingen worden ooit verklaard, geloof me maar. Blijven geloven is de boodschap, maar dan wel op je eigen manier.

 

Week 40

 

Veel buitenkomen zit er bij die hitte niet in. Het duurt nu al een groot aantal weken en het houdt voorlopig nog niet op. Iedereen snakt naar wat regen. Mijn tuintje sproeien lukt nog wel, en ik doe het om de dag. Maar het helpt helemaal niet. Alles wat in potten staat of hangt, wordt bruin. En dat is ook wel een mooie kleur, maar dat kan niet de bedoeling zijn volgens mij. Nog even en je krijgt een sproeiverbod, een doucheverbod en een drinkverbod. Het enige water dat je mag drinken kun je kopen in de supermarkt. Maar voordat je daar bent, ben je helemaal bezweet en je drinkt je flessen onderweg naar huis weer gelijk op, zodat je met lege handen thuiskomt en weer opnieuw moet douchen. Maar dat mag je niet en als het toch doet, douche je illegaal, dus zwart. En als ze je betrappen krijg je een boete, of bij herhaling stoppen ze je in het gevang. Maar daar is het wel koel en daar krijg je water en brood gelukkig. Dus eigenlijk is dat nog niet zo slecht.

Waar moet het toch heen met die afschuwelijke hitte? Ik probeer maar niet te veel te doen en mijn leeftempo op de laagste stand te zetten en dat bevalt me prima.

Wat me ook opvalt zijn die verschrikkelijke uitdrukkingen die je te pas en te onpas hoort, vooral van jongeren, al is de kans levensgroot dat je ze ook zelf gaat gebruiken. Sterker nog, ik doe het al, en ik snap ook niet hoe ik eraf kan komen. Ik bedoel het woord amazing als iemand iets mooi, wonderbaarlijk of zelfs bijzonder vindt. Een hondje dat braaf kan zitten, een meisje dat er mooi uitziet, een lied dat iedereen meezingt. Allemaal amazing, en dan zijn dit nog maar simpele gewone voorbeelden uit het dagelijks leven. En de echte voorbeelden die ik bedoel zijn nog meer amazing. En helaas, ook ik heb ze wel

eens gebruikt. Ik zal proberen het nooit meer te doen. Evenals dat andere modegevoelige Oh my god ! Bij schrik, bij onverwachte toestanden, zowel positief als negatief, bij alles wat totaal anders is dan je het ooit had kunnen bedenken. Ik schrik er echt van. Het is niet belastend voor niemand, maar ik vind het van zo'n na-aperij getuigen om dat zinnetje te gebruiken. Het verspreidt zich als een olievlek over de mensheid. En het zal wel een keer stoppen, maar pas als er een nieuw gezegde voor in de plaats is gekomen. We leven in een wereld voor korte onnodige statements die steeds maar weer gebruikt worden totdat iedereen ze beu is. En dan komt er weer wat anders. Mijn kleinzoon van vier gebruikt het ook al, en hij beseft net als zovelen niet wat hij zegt. Maar ja, hoelang hebben we niet 'shit' gebruikt en bij achterlijke stammen nog steeds, denk ik. Vroeger zeiden we 'dolletjes' of 'super' of 'buitengewoon' of zoiets. Het vervliegt allemaal en het gaat over. Dat is de tijd en die haalt alle onzinnige en overbodige woorden in. Geloof ik.

Over achtergrondmuziek wil ik het ook nog even hebben. Zelf ben ik altijd gewend om na het opstaan en douchen gelijk in de kamer de radio aan te zetten. Ik houd van muziek hoewel een enkel stil moment ook prima kan waarderen. Ook mijn computer gaat al aan voordat ik aan het ontbijt begin. Die van mij start nogal traag op, dus terwijl ik mijn eerste beschuitje nuttig, haalt hij mijn mail binnen die ik dan na mijn ontbijt op mijn gemak kan lezen. Ik had vroeger nooit kunnen denken dat ik zo afhankelijk van mijn computer zou worden. Van muziek heb ik altijd gehouden en het is iets wat mijn leven kleurt. Toen ik een paar jaar geleden kleiner ging wonen, deed het me heel veel pijn om ruim tweeduizend LP's die ik verzameld had, weg te moeten doen, omdat er in mijn nieuwe woning geen plaats voor was. Elke avond kies ik een cd'tje uit waarmee ik in slaap val en de volgende ochtend weer mee wakker wordt. Echt heel fijn. Muziek is fijn, het geeft troost en het laat je veel meer genieten van alles. Maar ik heb wel een probleem met de achtergrondmuziek in de supermarkt of in het warenhuis. Ik heb het idee dat ik daar altijd hetzelfde bandje hoor, ook al bestaan die niet meer. Tot vervelens toe de softe pop van de middelmatige muziek. Ik pik het niet meer. Zet maar af die handel ! En ook op straat die jongelui in hun getunede auto's, vooral Golfjes. met harde en snelle bassen. De geluiden dreunen twee straten verder door de geblindeerde ramen heen.

Als ze iets moeten verbieden in dit land moet het wel de terreur van die herrie zijn. Om gek van te worden. Thuis zet ik dan een muziekje op en ik ben er een beetje trots op dat ik kan zeggen dat ik verschrikkelijk veel muzieksoorten in mijn collectie heb die ik wil beluisteren als ik aan het werk ben. Alleen als ik lees of schrijf, zoals nu, kan ik echt geen Nederlandstalige muziek verdragen. Dat blokkeert me dan helemaal. Vindt u het trouwens ook zo erg dat bij Nederlandstalige muziek de klank 'ij' zo vreselijk wordt gezongen? En dan die knul die zingt over “een eigen huis, een plek onder de son” ? Dieptepunten dus.

 

  • Week 39

 

Vorige week lag er weer een envelop van het CJIB op de mat met daarin een brief om me te vertellen dat ik een verkeersboete kreeg van meer dan 160 euro. Te hard gereden, op een weg in Zeeland rond elf uur  's avonds en helemaal niets of niemand op de weg. Ik schrok me rot. Het was op een avond dat we naar huis reden na een fijne festivalavond vol muziek en leuke mensen op de Brouwersdam in Zeeland. We hadden het netjes gehouden en bovendien had ik gratis toegangskaarten. Daar een frietje gegeten en wat gedronken en genoten van heel goede muziek en van fijne mensen. En dan dit als boete binnen krijgen. Of ik hard had gereden? Ja, 18 km boven de toegestane snelheid. Ik heb ook geen bord gezien met een maximum snelheid en ben keurig gestopt voor de verkeerslichten.  Ik heb niemand in gevaar gebracht en was gewoon de brave jongen die ik altijd al was. Ik moet weer even zoeken in de reserves die er niet zijn om dit te betalen, en gelukkig heb ik nog anderhalve maand de tijd om het bij elkaar te vegen. Nog even sparen dus, en maar even afknabbelen van het budget voor biefstukjes, rode wijn,  en pindakaas. Komt wel weer goed. Maar het vreemde is dat ik jarenlang boetevrij heb gereden en nu de laatste jaren er met enige regelmaat brieven met boetes op de mat vallen. Resultaten uit het verleden bieden dus hier ook geen enkele garantie voor de toekomst. We moeten het maar accepteren. Ik heb in elk geval weer twee mooie zwartwit-foto's van het moment suprême kunnen downloaden en aan mijn collectie toegevoegd. De boete-ellende is begonnen toen ik een andere auto kocht, met iets meer power dan de vorige. En dat verklaart dan de overtredingen, want mijn rijgedrag blijft altijd hetzelfde en verandert niet. Maar boetes blijven zure centjes.

Het leven kan hard zijn. Maar meestal zit het vol goede en leuke momentjes. We houden de moed erin!

En dan heb je natuurlijk altijd mensen die blijven klagen over de politie. Natuurlijk geef ik die bijna allemaal gelijk omdat ze net als ik van mening zijn dat het allemaal anders kan. En deze week hebben de agenten dat zelf ook ontdekt en ze gaan in actie komen. Geweldig toch! Een land zonder agenten is niet leefbaar, maar een land met te weinig agenten ook niet. We moeten elkaar leren begrijpen en wij doen dat wel maar de politietop denkt daar anders over .Het is net als vroeger in het leger: ze staan op hun strepen, net zolang tot ze eraf vallen. Ze staan nog niet in het verdomboekje maar ze gaan wel eens buiten hun boekje, ook uit hun bonnenboekje.

Week 38

 

Sinds alweer vele jaren ben ik gewend om mensen bij een ontmoeting een hand te geven. Niet zo'n slap handje maar een stevige. Sommige mensen die ik ontmoet kijken er raar van op, maar ik merk dat de meesten het wel waarderen. Ik denk dat een simpele handdruk de opening is tot een leuke ontmoeting, een goed gesprek en mogelijk tot nog meer andere dingen. Het getuigt van beleefdheid en respect, en het nodigt uit om ook de ander hetzelfde te laten voelen als jij zelf voelt. Het is dus de meest simpele manier om op gelijke voet met iemand te komen en dat is altijd prettig. Of ik nu een zakenpartner ontmoet of een oude tante van me, het werkt altijd. Het is cleaner dan de drie kussen links en rechts en bovendien veel effectiever. Vandaag heb ik trouwens definitief besloten om helemaal geen dingen meer te doen die ik helemaal niet kan. Voorbeelden: ik ga niet meer voetballen (heb ik eigenlijk nooit gekund), ga geen een oud kastje opknappen voor iemand, de kozijnen schilderen of de vloer vervangen door een nieuwe laminaatvloer of zo. Ik ga ook geen dingen meer doen die ik eigenlijk niet weet. Ik ga geen belastingadviezen meer geven aan mijn nicht, omdat ik het zelf ook niet weet, ik ga niet iemand bijpraten over de toestand in Israël, om dezelfde reden, of hardop verkondigen wie ik de beste voetballer vind. Ik houd het allemaal lekker voor me. Ik ga nu echt lekker genieten van mijn pensioen. Een beetje schrijven, een beetje fietsen, een beetje fotograferen, een beetje aan de stamboom werken, een beetje lezen, en dat allemaal op de momenten dat ik het leuk vind om die dingen te doen. Samengevat: ik ga lekker aan keutelen. Ik heb alle vaste verplichtingen lekker opgezegd. Geen gymclubje meer op woensdag van twee tot drie, geen bestuursvergadering meer elke donderdagavond, geen vaste taak bij de plaatselijke seniorenclub. Het wordt me teveel om me steeds weer te blijven binden en te leven van de ene vaste activiteit in de week naar de andere. En het bevalt me prima. Ik heb mijn hele leven gewerkt en me vastgepind op vaste dingen alsof ik mezelf wilde dwingen tot allerlei zaken die eigenlijk niet leuk zijn. Het is erg bevrijdend om elke ochtend wakker te worden en je te beseffen dat je de hele dag vrij bent. Wel stel ik er prijs op dat ik elke ochtend mijn vaste koffiemoment wil hebben, en verder zal het me een worst wezen. Ik heb in mijn hele leven genoeg gedaan, misschien niet tot ieders tevredenheid. Maar wel tot die van mij. Dat doet me goed en elke ochtend geniet ik van het moment van wakker worden en het besef dat er nog niets voor die dag vast staat. Het voelt zo bevrijdend, ik kan het iedereen aanbevelen. De vrijheid om lekker ongestoord een uurtje naar muziek te kunnen luisteren, de vrijheid om eens wat langer de hond uit te laten als hij tenminste wil. Niets meer hoeven te doen behalve dan nu en dan een verplicht bezoek aan verre familie of vage kennissen waarvan sommigen weer leuker zijn dan andere. Het kan verkeren, ook in dit soort aangelegenheden. Niets meer hoeven doen en genieten van het leven is natuurlijk fantastisch, en ik weet ook dat niet iedereen dat kan. Toch stond ik laatst weer vreemd te kijken toen er bij een stoplicht, sorry een verkeerslicht, waarvan er op de wereld volgens mij  meer rode dan groene zijn, achter mijn auto een uiterst luxe sportauto met open dak stond waarin twee jonge gasten zaten, duidelijk van Noordafrikaanse oorsprong, met een verzorgd uiterlijk. Toen vroeg ik me echt af of die mannetjes ook niets hoefden te doen met daarachter gelijk de vraag wat ze op hun leeftijd al hebben gedaan om zich dit te kunnen veroorloven. De vraag of die koffie wel zuiver is, dringt zich dan meteen bij mij op. Ik weet het gewoon niet. Zelf heb ik het me nooit kunnen veroorloven. Ik ben nooit het type playboy geweest, en ik word het ook nooit. Hard sappelen is de boodschap in mijn leven geweest en ik ben er trots op.

 

 

 

Week 37

 

Af en toe heb ik ruzie met mijn computer, maar meestal win ik dat gevecht wel. Vaak komt het omdat ik iets even fout heb gedaan en de gevolgen daarvan vertalen zich in een vastlopend systeem of in kleine haperingen. Ik bijt me er meestal in vast en bijna altijd komt er wel een oplossing. Ik heb veel geleerd door alles zelf te doen, maar voor bepaalde dingen heb ik ook mijn mannetje hier in de buurt. Hij is verschrikkelijk handig en hij lost praktisch alles op. Ik bewonder hem om zijn geduld met mij, om zijn kennis, en om alles wat hij wel weet en ik niet. Ik kan hem ook niet altijd volgen in zijn tekst en uitleg waarom hij bepaalde dingen op die manier doet, maar hij komt er altijd uit. Dat vind ik zo knap! Ik ken mensen die computerproblemen krijgen omdat ze dingen fout doen en er dan zelf niet meer uitkomen. In mijn naaste omgeving ken ik iemand die dan de neiging heeft meteen een mannetje te bellen die het liefst meteen moet komen opdraven om de fout te herstellen, maar dat komt hem niet altijd uit. En bovendien heeft ze die gast al lang en breed volop gesponsord. Wie had ooit kunnen denken dat heel het computergebeuren zo'n vlucht had kunnen nemen en zo'n impact op je leven zou kunnen krijgen. Toen ik nog voor de klas stond, en het feit waarover ik nu schrijf zal in ongeveer 1980 zijn geweest, was ik samen met een collega-onderwijzer ervan overtuigd dat we nooit een computer in huis zouden halen, maar die geschiedenis heeft ons ingehaald. Door toedoen van mijn vrouw kwam er toch een, en zij heeft zelfs nog een cursus WordPerfect gedaan om haar sollicitatiebrieven te kunnen schrijven. En nu kent niemand dat programma nog. We leven in andere tijden, we gaan mee met de tijd en proberen dat te blijven doen, hoewel ik op een gegeven ogenblik denk dat er voor mij ook grenzen zullen zijn. Mijn computer en ik zijn vrienden geworden die af en toe nog wel geheimen voor elkaar hebben. Een vriend is iemand die alles van je weet maar toch van je houdt. Zo erg is het gelukkig niet. Het werkt allemaal nog. Waar ik wel steeds meer moeite mee krijg zijn alle termen die je in advertenties over computers ziet. Dat zijn termen die ik niet meer kan behappen maar gelukkig kan datzelfde mannetje dat voor mij ook vertalen naar rustiger Nederlands. Niet dat ik het dan wel begrijp, maar het kan ermee door. Het is een beetje als wijlen mijn schoonvader, die altijd wilde weten wat voor beroep de nieuwe schoonzoons hadden. Omdat er nogal wat beroepen zijn met vaardigheden die moeilijk in jip en janneketaal uit te leggen waren, maakte iedereen er maar een beetje een simpel verhaal van. Wonder boven wonder begreep hij het dan ook, en het gevolg was dat hij in gesprekken, die zelfs weken later kwamen, nog volop kon meepraten over de functie van de schoonzoons, en er ook nog goede vragen over kon stellen. Een geweldige man dus, die met zijn tijd mee wilde gaan, ondanks het feit dat het moeilijk was voor hem. Respect voor die man! Weinig respect heb ik voor mensen die allerlei economische en politieke maatregelen bespreken waarbij ze denken voor iedereen helder te zijn in hun uitleg. Een absolute misvatting, want vaak blijf ik hangen bij de lange volzinnen, de onduidelijke schema's en de geruststellende glimlach die ze bij die uitleg presenteren. Of als iemand tekst en uitleg komt geven over de werking van de hersenen of de samenstelling van het heelal. Nee, geef mij maar een mannetje of vrouwtje die echt op een simpele maar duidelijke manier tekst en uitleg geeft over van alles. Daarom heb ik ook een sterke voorkeur voor het Jeugdjournaal en voor Klokhuis, waarin op een duidelijke manier wordt uitgelegd hoe chocoladehagel, pindakaas en kokosbrood worden gemaakt. Geweldig informatief!

 

Week 36

De laatste weken is de plastic soep weer  in het nieuws en niet ten onrechte. We dreigen regelrecht te koersen 

naar een wereld waarin het ooit zo bejubelde product nu ernstig verguisd dreigt te worden omdat we niet weten hoe we er mee om moeten gaan. We zijn decennia lang te laks geweest. Was iets leeg, dan kon het meteen weg en wij waren dan nog zo fatsoenlijk om alles in de afvalbak te gooien zodat het toch opgeruimd zou worden. De laatste periode moeten we het zelfs apart scheiden zodat het in een speciale zak moet, en dan door een speciale ophaaldienst een keer in de twee weken wordt opgehaald. Nu hoor je ook al dat de industrie die dit spul verwerkt, er soms ook geen raad mee weet en veel soorten plastic zoals ik het voor het gemak maar noem, niet kan recycleren voor hergebruik. Gevolg is dat we na de boterberg van jaren geleden nu een plasticberg krijgen die het landschap ontsiert en die de zeeën bedreigt. Iedereen die lege flesjes en flaconnetjes waar dan ook laat slingeren, is er debet aan, en dit maatschappelijke schuldbesef kennen we helaas niet allemaal, anders zouden we er wel anders mee om kunnen gaan. De mens zou het niet zo maar laten slingeren in de natuur, de nonchalante gebruiker zou er zorgvuldiger mee omgaan en, en dat is niet onbelangrijk, de industrie zou er ook niet meer voor gaan kiezen. Het is de hoogste tijd voor de verpakkingsindustrie om alternatieven te gaan bedenken om alle plastic verpakkingen te vervangen door verpakkingen van een materiaal dat gemakkelijk afbreekbaar is. Dus terug naar de bruine papieren zak van de groenteboer, de papieren broodzak zoals de Belgische bakkers die nog kennen en naar het glazen flesje voor je watertje of frisdrank. En wie weet wat voor nieuwe materialen er nog uitgevonden kunnen worden. Ik ben geen specialist op dat gebied, maar er moet in deze technisch hoog ontwikkelde maatschappij veel mogelijk zijn, zou ik zo denken. En voor alles  wat in glas verpakt wordt of verpakt kan worden een goede statiegeldregeling bedenken. Dat moet voor de supermarkten toch geen probleem zijn als de kassa automatisch tien cent bij telt bij de kassabon voor je fles cola of sinaasappelsap. En dan geen lege flessen meer terugbrengen naar de supermarkt, waar zij ook weer geld moeten terugbetalen aan de klanten, maar speciale statiegeldwinkels in het leven roepen. Dat zijn winkels waar je niets kunt kopen, maar alleen maar lege flessen en potten kunt terugbrengen, en waar je dan met een de waarde van het glas terugbetaald krijgt. Voordelen: supermarkten hebben geen logistiek probleem meer om leeg goed op te slaan of te verwerken, hoeven niet meer terug te betalen, lege winkelpanden kunnen worden ingericht als statiegeldwinkels en werklozen kunnen aan het werk worden gezet. Je hebt toch geen Kamercommissie nodig om dit binnen twee jaar geregeld te krijgen? Dat moet toch sneller kunnen. Het is een beproefd systeem dat in enkele Scandinavische landen al prima lijkt te werken. Denken aan de toekomst maar ook toekomstgericht handelen, daar ontbreekt het in dit land wel eens aan. Maar ja, als ik dat  had willen veranderen, ja dan had ik de politiek in moeten gaan. Dat laat ik maar aan anderen over.

 

Week 35

 

Toch moet ik nog even bij de televisie blijven, maar nu in combinatie met sport. We hebben net die kampioenschappen van de wereld achter de rug en we zitten nu volop in de Tour de France. Ik installeer me dagelijks bij de beeldbuis en geniet van alles bij die reportages. Van alle sport natuurlijk, maar ook van de geweldige landschappen, de stromende riviertjes, de trotse kastelen of wat er van over is, de pittoreske dorpjes en de stille kerkjes die betere tijden hebben gekend. Ik geniet van de renners, van de commentatoren, en ik raak sterk geïrriteerd door de vele volgwagens en de vele motoren. Maar de grootste hekel heb ik aan al die wielertoeristen die in alle vroegte zo'n berg beklimmen en verkleed in een of andere sterk afgeprijsd carnavalskostuum proberen de wielersupporter te spelen. En dan die bergen vol met vooral campers die er waarschijnlijk al vroeg in de morgen zijn gaan staan, en die de berg in file hebben beklommen in een tempo dat vergelijkbaar moet zijn met dat van de renners. Het zou mij persoonlijk benauwen om daar tussen te zitten, te rijden of te staan. Dan kijk ik liever naar het programma waarin een stuk of dertig bejaarden met hun caravan of camper een hele tocht maken onder leiding van twee begeleiders om in de hak van Italië terecht te komen. Met een tijdverdrijf van voornamelijk jeu de boules, aardappelen schillen en drieliterdozen goedkope wijn verorberen, moet de dag worden doorgebracht, het liefst op een camping tegen een berghelling waar je de hele dag kunt kijken naar de wolken en naar een bergdorpje waar je vermoedelijk wel nooit meer zult komen. Maar ja, je bent er geweest, zo is het toch. En de hele dag op de tablet de foto's van de kleinkinderen bekijken en de caravan poetsen. En af en toe een wandeling naar een oude ruïne, een cafeetje of een kerkje waar behalve toeristen toch niemand meer komt. Samen een maaltijd bereiden met de restjes van de vorige dag, of de stad ingaan met een grote camera bungelend op de buik om vooral overal, dus ook van het kleinste bloemetje, foto's te maken. Overal gratis proeven van aangeboden hapjes en overal 'lekker' zeggen maar verder kijken kijken en niet kopen. Holland op zijn smalst. En tussendoor stralen de verhalen van de reizigers die net een jaar eerder hun vrouw hebben verloren of die hun hond zijn kwijtgeraakt. En dan zit daar dan zo'n presentatrice heerlijk naar te vissen, naar al die emoties die los komen. Het moet haar een ongelooflijke kick geven dat te mogen doen. En het mooiste is dan, dat terwijl iedereen rondloopt in korte broek en een shirtje, ook de mensen die het eigenlijk niet kunnen hebben, zij juist de enige is met een lange broek, een shirtje met een vestje erover en als het kan nog een shawltje erbij. Het is zo lekker zomers allemaal! En het mooiste vind ik dan als de caravan-oudjes een dagje alleen maar bij de caravan blijven omdat ze een dag vrij hebben. Vrij, en dat terwijl ze al weken met die bende op pad zijn en elke dag van die vrijheid kunnen genieten. Ik snap het niet, geloof ik. Ik heb nooit iets met caravans gehad, zelfs niet met kamperen, en ik geloof dat het kijken naar dit soort programma's me er voor altijd van zal weerhouden om met zo'n ding achter mijn auto naar welk land dan ook te gaan rijden, en daar tot twee maanden te ploeteren op een camping. Ik zie me nog niet met mijn ochtendjas aan en een plastic teiltje in de ene hand en een rol toiletpapier in de andere elke morgen naar het toiletgebouw sjokken. Bovendien houd ik niet van jeu de boules, van groepsexcursies en van 'oh, wat is het hier gezellig'. In plaats van twee maanden op de camping heb ik liever twee weken in een intiem hotelletje ergens op het platteland en gewoon elke dag vrij. Meer heb ik niet te wensen.

Week 34

 

Even nog over televisie. Je hebt van die consumentenprogramma's tegenwoordig, en ik kijk naar drie van die programma's. In willekeurige volgorde Radar, Kassa en het reisprogramma van Max waar ik de naam niet eens van ken, maar dat op mij altijd een verpletterende inwerking heeft. Dat met die ietwat koddige presentator die met een glimlach op zijn toet zit te vertellen hoe mensen een mislukte vakantie hebben gehad omdat die vakantiegangers nu eenmaal de pech hebben gehad een vlucht te hebben geboekt in een vliegtuig dat niet vertrok, een hotel te hebben gekozen dat dubbel geboekt was en ook nog ziek geworden te zijn omdat de medicijnman ter plaatse de verkeerde medicijnen had uitgeschreven. Dus zo'n vakantie waarin alles mis is gelopen. Met de hulp van twee forse vrouwelijke juristen die net doen of ze het verhaal voor de eerste keer horen, die met allerlei juridische termen gaan smijten om tenslotte tot de conclusie te komen dat er een schade geclaimd mag worden van enkele duizenden euro's. Aan tafel schuift dan iemand van de reisorganisatie aan, die eigenlijk dat bedrag al in zijn binnenzak heeft zitten en dat met de nodige excuses aanbiedt aan de gasten. Het is ook dat programma waarin een onbekend iemand waarvan je alleen maar een hand ziet, die in een witte handschoen steekt, een hotel bezoekt dat al via allerlei klachten op internet wereldwijd bekend is geworden en die nu op camera maar weer eens aantoont hoeveel stof er op de kasten en de plinten ligt, hoeveel vlekken er in het tapijt zitten, hoe vies de badkamer is en wat er allemaal nog meer niet deugt aan het hotel. En altijd weer is er de reactie van de eigenaar die meldt dat ze net plannen hebben om de volgende maand het hotel helemaal te gaan moderniseren. En geen mens die dat controleert. b bezoeken ze nog een speciale camping in Nederland die iets bijzonders heeft: of alleen toegankelijk voor bejaarden, of alleen geschikt voor gasten die willen mediteren, of voor een combinatie van beiden. Verder meestal nog een man met een pet op die met een verborgen  camera gaat proberen te infiltreren in een gebouw van een vliegmaatschappij of reisbbureau, teneinde zijn gelijk te halen. Kortom, een schitterend programma waarvoor ik op het puntje van mijn stoel ga zitten, en geniet van de combinatie van zeuren, klagen en lachen dus, waarbij het laatste overheerst.

En dan dat programma Radar waarvan ik steeds meer het idee krijg dat het helemaal gescript is, en bestaat uit verschillende toneelstukjes. Het begint al met het feit dat de presentatrice van dienst op komt lopen en precies stopt op die plaats waar op de vloer een wit kruisje is geplakt, terwijl ze toch na die twintig jaar ongeveer wel zal weten waar ze moet staan. Er gaat in dit programma ook zo weinig spontaan dat het bijna beangstigend is. Elke zin die ze zegt is zes keer gerepeteerd en elk antwoord van de gast is vooraf bij hem of bij haar erin gestampt. Er zit zo weinig spontaniteit in het programma dat je bijna gaat denken dat een team schrijvers het van de eerste komma tot de laatste punt helemaal heeft uitgeschreven. De dame die het presenteert, presteert het dan ook nog om bij elk zinnetje zo'n ernstig gezicht te trekken dat je bijna gaat vrezen dat ze jou terugroept om toch maar te blijven kijken als je toevallig van zender verandert, omdat je net die leuke quiz wil zien. Een dame met bijna altijd een streng gezicht dat nooit lacht en die bij voorbaat al van haar apropos is als de persoon die ze ondervraagt een ander antwoord dreigt te geven dat ze niet verwacht. Als een boze schooljuffrouw kapt ze het gesprek af en geeft de gast geen kans zijn weerwoord te geven. Ze wil ze gauw mogelijk terug naar haar ingestudeerde vragenlijstje. Je ziet bijna de schrik in haar ogen. En dan is er nog die gesprekswisseling met een side-kick (wat heb ik een hekel aan dat woord en aan de rol van die mensen in allerlei soorten radio- en televisieprogramma's), die klachten gaat voorlezen of verslag uitbrengt van dingen die anderen hebben meegemaakt. Wat we daarmee moeten, is me nooit duidelijk geworden. En soms heeft Radar een thema-uitzending waarin allerlei specialisten aan het woord komen die ooit een onderzoek hebben gedaan naar het eten van broccoli of het innemen van twee paracetamolletjes per dag. Radar is ook niet mijn programma dus.

Dan heb je nog Kassa met een spontane dame die presenteert, en die echt van alle markten thuis is. Iemand die kan en wil improviseren en die de gasten de meest ingewikkelde vragen voorschotelt en die blijft doorvragen als ze haar antwoord of haar zin niet krijgt. Daar heb je wat aan, daar kijk je met plezier naar. Dat ze af en toe foute keuzes maken met onderwerpen voor een test, neem ik ze niet kwalijk. Dat er dan net niet mijn favoriete smaak ijs in zit, of juist niet die koptelefoon waar ik belangstelling voor heb, is bijzaak. Ik geniet echt van dit programma. Alleen als die zogenaamde kale kok van wie ik de naam niet noem zich ermee gaat bemoeien met zijn excentrieke gedrag en zijn warrige snelle gepraat, ja dan haak ik af. Pas dan word ik de kritische consument die waar voor zijn geld wil en geen gezeur.

 

Week 33

 

Het is weer de tijd dat de Nederlandse omroepen ons overspoelen met herhalingen en soms met herhalingen van herhalingen. Ik ben zo'n kijker die elke avond tussen zeven uur en half acht het toestel aanzet en pas dan de gids pakt om te kijken of er iets leuks komt. We proberen wel altijd naar het NOS journaal te kijken en daarna zien we wel. Soms wil mijn vrouw een film zien en dan probeer ik een half uurtje mee te kijken. Dan heb je twee mogelijkheden voor mij: of ik val in slaap of ik pak een boek om lekker te lezen. Tussenoplossingen zijn er niet. Ik houd helemaal niet van films. Uitzonderingen zijn Nederlandse films of films die echt erg komisch zijn. Vaak gaat dat samen, al bedoel ik dan niet de inhoud, maar vaak het plot, de intriges of de afwerking. Zet mij ook niet in een bioscoop want ook daar val ik binnen twintig minuten in slaap bij welke film dan ook. Of het nu komt door de comfortabele fauteuil en de duisternis of door de film, ik weet het niet.

Is er op de tv niets boeiends, zoals vaak in de zomer, dan zet ik vaak een leuk concert op. Ik heb een aardige collectie dvd's met concerten van allerlei genres en soorten muziek en ik vind het een genot om weer een bekende artiest, groep of orkest te zien spelen. Ik geniet er elke keer weer van. Dat is altijd beter dan de officiële programma's. Nu moet ik eerlijk bij zeggen dat commerciële zenders bij ons eigenlijk nooit aan staan. Ik vind het niveau zo laag en de programma's zo ridicuul  dat ik van harte de term 'debielen tv' die iemand voor deze zenders bedacht heeft, wil onderschrijven. Wat heb ik aan twee zogenaamde zangers, waarvan de ene de ene keer een partner zoekt en de andere keer de bejaarden wil helpen. Wat koop ik voor liefdesstelletjes die na jaren bij elkaar moeten worden gebracht, of met mooie mensen die alleen op een onbewoond eiland allerlei domme spelletjes moeten doen en dan moeten proberen te winnen. Nou ja, zo'n eiland is niet echt onbewoond, alleen het kleine stukje waar gefilmd wordt, en bovendien loopt er al die tijd nog een productieteam en cameramensen  mee, anders zouden we het niet kunnen zien. Niets is wat het lijkt, de slagzin van de Nederlandse televisie. En dan programma's met mensen die denken dat ze kunnen of moeten zingen, of dansen, of hun hondje door een hoepel kunnen laten springen. En die een paard touwtje laten springen, aan de trapeze een ijsje kunnen eten, of die op hun hoofd kunnen rond draaien. Ik heb er helemaal niets mee. Ik weet niet eens welke commerciële zenders er zijn en ik weet alleen dat ene Mol van Talpa zo'n beetje overal de eigenaar van is. Wie is de Mol? Van mij mogen die zenders allemaal acuut en collectief worden opgeheven. Ik ben echt niet iemand die de hele avond gaat zitten zappen om te kijken of er ergens nog iets is. Trouwens, ik weet nog goed hoe wij lang geleden de eerste kleuren tv  ooit kochten. We hadden toen de keuze of we er een met of zonder afstandsbediening zouden kiezen en we namen de uitvoering zonder, en dat was niet alleen omdat die toen honderd gulden goedkoper was. Dat was ook omdat we bang waren dat we de hele avond niet meer van de bank af zouden komen. De angst vanuit die periode heeft de tijd inmiddels ingehaald want dat gevaar is er bij veel mensen en ook bij ons, nog steeds. Het is toch niet te filmen. En dan heb ik niet eens Netflix, Sport of Film 1 of zoiets, of hoe die betaal-tv programma's  allemaal heten. Eigenlijk zou de kijker beloond moeten worden voor het kijken naar een kwalitatief goed televisieprogramma, als was het maar een dubbeltje per uitzending. Ik kijk graag naar de zondagse uitvoering van Studio Sport met alleen het Nederlandse competitievoetbal. Ander voetbal interesseert me helemaal niet en zeker niet alle voor- tussen- en nabeschouwingen. Op dit moment kijk ik dagelijks naar alle uitzendingen van de Tour de France , en verder zijn goede docu's van harte welkom. Gelukkig heb ik mijn muziek-dvd's nog voor veel kijkplezier.

Week 32

 

“Verkeersregelaars en events”. Het stond achterop het busje  van het bedrijf. Sinds de politie geen tijd en geen mensen meer heeft om het verkeer te regelen en het beeld van de agent op het kruispunt tot een ver verleden behoort, zijn er heel wat cowboys op die politietaak gedoken. Slimme jongens leiden mensen op die vaak al vrij lang werkeloos zijn of om een andere reden niet meer aan het arbeidsproces kunnen deelnemen en proberen deze mannen en vrouwen te trainen om met wat ferme armzwaaien het lokale verkeer bij wegopbrekingen en evenementen in goede banen te leiden. Ja, evenementen en niet events zoals dat op het busje stond dat mij passeerde. Gebruik toch gewoon Nederlands, stelletje snel geld willen verdienende ondernemers! We nemen het trouwens wel vaker niet zo goed met onze taal. Een bedrijf als 'Bad en Body'  of 'Meat Industrie'  of  'Glazen House' . Allemaal  jeukende namen. Praat Nederlands met me, zou ik willen zeggen. We hebben het over cookies en links, deleten en downloaden en we vinden het allemaal heel normaal. Het is niet voor niks dat Belgen zo puur zijn in het bedenken van goede Nederlandse benamingen voor van alles en nog wat. Microgolfoven voor onze magnetron, droogkast voor centrifuge en duimspijker voor punaise.  Datis nu eenmaal de aard van het paardje, zoals de

Vlamingen zeggen, de aard van het beestje zeggen wij. Ik voel het aan mijn melk, zeggen ze daar en wij voelen het aan ons water. Voel je de zuinigheid van de Hollander. En laten we onze patat maar gewoon friet noemen, want zo heet het. En dan zijn de Zuidafrikaners nog puristischer, wat die allemaal voor schitterende Nederlandstalige woorden hebben. Ik ga ze niet noemen maar er valt een boek apart over te schrijven.

We moeten trots op ons landje zijn en blijven en dat kan ook. Ik vind het nog steeds vreemd als ik in de supermarkt sperzieboontjes zie uit Marokko, Egypte of Senegal. Kijk , van druiven of zuidvruchten kan ik me zoiets voorstellen, maar boontjes. Afgezien van het feit dat ze slap zijn en niet zo lekker ,vraag ik me maar een ding af: waarom? Het zal wel weer te maken hebben met compensatie vanuit de Europese Unie of met subsidies vanuit Brussel of zo. En onze eigen boeren maar klagen dat ze geen opbrengsten meer kunnen realiseren. Daar moet toch iets aan te doen zijn. Een boer die nog geen cent per kilo voor zijn uien krijgt, terwijl ze in de supermarkt als aanbieding nog wel voor 85 cent voor vijf kilo liggen. Ja, Albert Heijn blijft op de kleintjes letten, al hebben wij die slagzin waarschijnlijk nooit goed begrepen. En ondertussen maar moestuintjes en hamsters en wuppies sparen om de kindertjes zoet te houden. Ze moesten eens een hekel krijgen aan de grootgrutters! Ik verwacht zelf dat ooit het winkelpatroon steeds meer gaat veranderen. We willen steeds meer alles thuis bezorgd krijgen. Het gemak gaat steeds meer de mens dienen. We bestellen onze elektronica steeds vaker via internet, evenals kleding. En als het niet staat of past, sturen we het terug. Zelfs retourzendingen kunnen worden opgehaald thuis. Je hoeft toch niet steeds te gaan winkelen en alles aanpassen, in het zweet en ongemak van het kleine hokje. Je wilt toch niet zeggen dat winkelen echt gezellig is? Vergeet het maar. Winkelen was tot nu toe een noodzakelijk kwaad, met gesjouw en het luisteren naar verkopers en verkoopsters die een zo groot mogelijke marge op hun producten willen verdienen. En net als je moet plassen kun je geen wc vinden. Dus alles maar bestellen, ook je levensmiddelen. En geloof maar dat ze tegen die tijd alles gratis willen thuisbezorgen! Er is maar één soort winkels dat blijft bestaan en dat mag van mij. Dat zijn al die actiewinkels met hun uitgebreide assortiment van artikelen tegen spotprijzen, variërend van schoenveters tot tuinsets. Hoe ze het doen zal me een worst wezen, maar in veel gevallen bieden ze kwaliteit voor lage prijzen. En of ze nu Action, SoLow of BigBazar heten, doet er niet toe. Het is heerlijk om in zulke winkels binnen te stappen en er rond te snuffelen. Je moet geen boodschappenlijstje hebben maar gewoon gaan kijken wat er is en je komt met een volle tas naar buiten. Het is de moderne versie van de rommelmarkt, maar dan met nieuwe spullen en kwaliteit! Winkel ze!

 

Week 31

 

Een tijdje geleden alweer vond ik de berm van de snelweg zo'n metalen geel bordje met daarop WERKVERKEER. Je ziet ze vaak als bordje of sticker bij auto's  die gebruikt worden door mensen die in dienst zijn van bedrijven die iets te maken hebben met het werken aan de weg. Of ze daartoe verplicht zijn, of dat ze extra willen opvallen, ik weet het niet. Ik heb het gevonden en het blijkt  dat bestuurders van auto's met zo'n ding eigenlijk helemaal geen bijzondere voorrechten hebben op de weg. Ze mogen niet rechts inhalen of over de vluchtstrook rijden en ze moeten ook gewoon betalen voor het parkeren. Iedereen kan zo'n ding gemakkelijk op internet bestellen. De enige reden is dat het bordje een waarschuwing kan zijn in bepaalde gevallen voor het overige verkeer, het is een voorwaarde om gebruik te kunnen maken van vergunningen en ontheffingen. Denk bijvoorbeeld dat je links kunt rijden omdat je aan die kant als vrachtwagen moet uitvoegen bij wegwerkzaamheden. Maar je ziet in toenemende mate dat ook chauffeurs van personenwagens dit bordje voeren, en eigenlijk is dat vreemd. Wie vaak op de weg zit, zoals ik, weet dat in feite een erg groot deel van de weggebruikers op een of ander manier werkverkeer is. Of dat nu een arts onderweg naar een patiënt, een vertegenwoordiger op weg naar een klant, of een schrijver die onderweg is naar zijn uitgever is voor een gesprek, het is allemaal werkverkeer. Zelfs de escortdame op weg naar haar klant is werkverkeer. Hoe gek moet je zijn om alle auto's te voorzien van een bordje met daarop een summiere aanduiding wat voor verkeer het betreft. Denk eens aan termen op nieuw te ontwikkelen bordjes: familieverkeer voor het vervoeren van kinderen en schoonmoeders, transportverkeer voor alle vrachtwagens die ten behoeve van onze economie goederen ver- of doorvoeren, vakantieverkeer, al dan niet voorzien van een sleurhut, en inkoopverkeer voor alle dames die even naar de stad rijden om een nieuwe kledingcollectie te kunnen vormen. Politieverkeer en ambulances hebben geen bordje nodig, die namen staan al levensgroot op de voertuigen, net als de brandweer. Maar misschien moet er ook een apart bordje komen met de tekst 'zondagsrijder'. Want die categorie bestaat nog steeds en elke keer als ik op de weg zit, zie ik er minimaal eentje, welke dag van de week het ook is. Het is zo'n mannetje of vrouwtje die gespannen achter het stuur zit in een ietwat kromme houding, met een blik op het gezicht die het midden vormt tussen spanning en ontspanning, en die vaak met de ogen in de spleetstand de bestuurder blijkt van zijn of haar wagentje, en er bovendien nog trots op is dat hij of zij nog kan rijden. Als je rijden op die lage snelheid nog zo kunt noemen, moet je voor deze categorie maar alternatieve wegen

aanleggen. Dan zijn we waarschijnlijk snel van alle fileproblemen af. Misschien kan een grootwinkelbedrijf eens een actie opzetten waarbij bij aankoop voor een bepaald bedrag met enige bijbetaling je nog een plaatje voor je auto kunt ophalen bij de winkel. U kunt kiezen uit acht modellen: werkverkeer, vakantieverkeer, familieverkeer, zondagsrijder, medisch verkeer, hulpverlenend verkeer, boodschappenverkeer (met in kleine letters daarop ook de naam van de grutter die de actie bedacht heeft) en hufterverkeer voor alle weggebruikers die het nodig vinden om hun wagen te gebruiken voor asociale acties op de weg, zoals bumperkleven, rechts inhalen, te hard rijden en bellen en appen in de auto En juist die groep wordt alleen maar groter.

 

Week 30

 

Zelfs de hoogste torens beginnen op de grond. Het is mijn levensmotto geworden sinds ik deze spreuk een jaar of tien geleden als oud-Chinees gezegde, zag op een kalender van een grote verzekeringsmaatschappij uit het zuiden van het land. Je weet wel, dat bedrijf dat zelf in hun stad ook grote torens heeft gebouwd. Maar de grond waarop je moet beginnen is elke keer weer anders. Grote plannen kun je niet realiseren als de basis niet goed is. Je kunt niet elf nieuwe voetballers kopen en dan daarmee kampioen worden. Je zult eerst de structuur van je club goed moeten hebben en alle basisfactoren op orde hebben voordat je er een succesvol team van kunt maken met kampioenskansen. We zitten nu weer in die periode dat er nog driftig gekocht en verkocht wordt. Mensenhandel in de moderne tijd en iedereen denkt in grote getallen en bedragen. Of dat een supporter meer tevreden maakt, is nog maar de vraag, maar niets voor niets is het een handel geworden met groot geld. Ook moet je de eigen plannen nooit groter maken dan je zelf kunt dragen. Begin rustig en ga pas daarna denken aan groter maken. Het is een wet die logisch lijkt, maar die het als spreuk aardig doet, en het klinkt wel leuk als je indruk wilt maken met een grote wijsheid. En daarom zit hij constant in mijn hoofd. Het zou meer mensen sieren als ze deze oude Chinese zin constant in hun hoofd zouden kunnen meenemen als voorbeeld voor hun handelen. Alle grote plannenmakers op het gebied van politiek, economie en sociale wetenschappen zouden er hun voordeel mee kunnen doen. En vul zelf maar in voor welke doelgroepen in de maatschappij een dergelijke instelling bruikbaar zou kunnen zijn. De voorbeelden zijn gemakkelijk voor iedereen te vinden.

Ja, en wat die handel in voetballers betreft, is het ook een ratjetoe. Dat is mijn bescheiden mening. Stoor je er niet aan! De getallen van de bedragen worden steeds groter en het is maar goed dat we geen inzicht hebben in de bijkomende voorwaarden van die nieuwe voetbalcontracten want dan zouden er nog meer scheve gezichten ontstaan. Ik heb wel eens verhalen gehoord van een jongen die bij de best betalende amateurclub van het land voetbalde. Die club is inmiddels een betaald voetbalclub geworden met sterk jojo-gedrag tussen eredivisie en eerste divisie, inderdaad de club van die keukenboer. Wat er daar toen al, ik praat over het begin van de zeventiger jaren, gebeurde, is voor die jongens van toen leuk, maar voor gewone mensen niet meer te volgen. Laat ik er maar over ophouden, anders word ik nog boos over het gedrag van alle huidige voetbalclubs ter wereld. Gek dat ze trouwens voor die twee hoogste divisies van die commerciële voetbalwereld van die stomme reclamenamen moeten gebruiken. Wel sterk dat daarin weer die eerder genoemde keukenboer weer terug komt. Een balletje kan raar rollen.

 

Week 29

 

Waarom praten sommige mensen zo vaak in verkleinwoordjes? Vroeger dacht ik dat alleen kleuterleidsters het hadden over een jasje, een brilletje en een poesje. Maar nu weet ik wel beter. En het is ook niet zo dat dit soort termen alleen tegen kleine kinderen worden gebruikt. De presentatrice die op tv nog een wijntje aanbiedt aan de gasten, de weerman die een enkel buitje aankondigt en de de telefoniste van een bedrijf die vraagt of je nog een klein momentje wil wachten. Afgezien van die vreemde uitdrukking duurt het meestal  toch nog langer. Om het maar niet te hebben over de receptioniste in de polikliniek die na aanmelding vraagt om nog een klein momentje in de wachtkamer te wachten. Daar is die uitdrukking weer! En ook dat duurt vaak vrij lang. Gelukkig dat ik er niet zo vaak hoef te zijn, want ik irriteer me mateloos aan dat soort onoverdachte uitspraken. Een klein momentje, even laten bezinken, en dan ga ik weer verder.

Hebt u ook niets met mannen die in het openbaar met blote voeten in de schoenen zitten? Ze zullen het ongetwijfeld lekker vinden en er op een of andere manier een kick van krijgen, maar ik vind het zelf smakeloos en niet passend. Ja, misschien zijn dan de pas gekochte schoenen beter passend, maar ik vind het niks. En ook die korte voetjes, die halve sokjes die eruit zien of ze ooit ontstaan zijn doordat een machine in de sokkenfabriek in storing viel. Ja, en het idee was geboren! Ik heb ze ooit zelf op advies van mijn vrouw  eens een dag geprobeerd, maar ik had er die dag ook verder helemaal niets mee. Ik had het gevoel of ik half bloot liep. Nou, dat is wel een beetje overdreven, maar het zat gewoon niet lekker. Ook teenslippers aan mijn voeten kan ik niet verdragen, zo'n raar plastic of leren ding tussen twee tenen is voor mij gewoon irritant. Ik heb twee paar foeilelijke schoenen die ik het liefst altijd aan doe, omdat die voor mij het meest comfortabel zijn. Alleen als ik ergens heen moet met een wat meer feestelijk karakter, ben ik bereid een 'nettere' schoen aan te doen, zoals dat dan heet. Maar wandelen, auto rijden of boodschappen doen, gaat het best op mijn oude schoenen. En die staan altijd in de gang op hetzelfde plekje en zijn dus nooit kwijt.

Ik moet toch nog even terugkomen op het thema muziek. Het valt me de laatste tijd op dat er zoveel coverbands in dit land bestaan of rondreizen. Ben ik er blij mee? Nee dus. Ik vind het vrij gemakkelijk scoren als je mooie muziek van een hoogstaande band kunt naspelen of imiteren. Zoek er dan nog een passende naam bij die refereert aan de originele artiesten, en je hebt het gemaakt in dit land. En het lijkt er alleen maar op dat dit soort bands zich als een olievlek lijkt uit te spreiden. Zelfs de theaters houden er in hun jaarlijkse programmasamenstelling steeds meer rekening mee en programmeren dit soort imitatie-artiesten smakeloos. En het vult je programma wel lekker natuurlijk. En tegen een schappelijke prijs, dus daar zijn we goed in. En of je nu de oude Cats imiteert, of Bruce Springsteen, of de Mavericks, we gaan er graag heen om flink bedonderd te worden. Ik probeer dit soort voorstellingen gewoon te mijden. Ik heb er niets mee. Je kunt liedjes misschien wel klakkeloos naspelen en met alle moderne technieken kun je ook veel effecten reproduceren, maar de originaliteit van de band valt nooit te evenaren. Je beleeft muziek pas echt als je ooit live bij Simon en Garfunkel of bij Sting bent geweest. Het is het goedkoop na-apen van successen van anderen en het zou verboden moeten worden. Het dieptepunt wat ik ooit zag was een concert van een band die probeerde de Beatles te evenaren. Na een speurtocht van jaren hadden ze alle originele instrumenten te pakken weten te krijgen die ook die supergroep ooit gebruikt had. Ze hadden in dezelfde studio opgenomen en het klonk allemaal best goed. Maar het was niet om aan te zien. Vier wat oudere mannen die zonder enige expressie op hun gezicht, ja zelfs zonder enig plezier de heren Lennon, McCartney, Star en Harrison stonden na te doen. Nee, alleen hun muziek klonk redelijk, maar de uitvoering en alles eromheen was slecht. En dan heb ik het nog maar zwak uitgedrukt. Het was maar een schijntje van wat de echte Beatles ooit hebben gebracht. Of moet ik in dit geval zeggen een schijn?

 

 

Week 28

 

Af en toe heb ik het gevoel dat ik oud word. En met die zin kun je letterlijk twee kanten uit volgens mijn vrouw. Je kunt denken dat je een hoge leeftijd zult gaan bereiken of je merkt nu al dat het leven soms voor je wat ingewikkelder wordt, zodat je niet alles meer kunt bijhouden. Wel, dat laatste bedoel ik dus. Niet dat ik niet meer in het verkeer mee kan komen, al ben ik laatst wel door mijn eigen schuld met mijn fiets gevallen. Het is meer dat laatste, als je ziet dat alles om je heen te snel, te hard en te wild om je heen wordt. Televisiepresentatoren die zo snel praten, dat het al veel van je concentratie vraagt om alles goed te kunnen volgen. De muziek, die je geen muziek meer kunt of mag noemen, maar dat had ik al eerder gemeld. En alles wat wild en heftig gaat in deze wereld. Een simpel voorbeeld. In mijn dorp dat zich soms als kleine stad wil profileren, is het deze week weer kermis.  Vroeger kon ik maar daarop verheugen en als kind ging ik bijna elke keer kijken hoe snel de bouw van al die attracties vorderden. Via de werkgever van mijn vader kregen we elk jaar de nodige vrijkaartjes, maar de meesten gaf ik weer weg. Ik hoefde toen al niet in de schommels of het lunapark, en voor de draaimolen voelde ik me al snel te oud. De rups met het magische doek dat over de karretjes ging, was alleen leuk als je met een vriendinnetje erin ging, en dat  gebeurde bij mij in die tijd eigenlijk nooit. Dus voor mij was de kermis vooral het spel van het gokken in alle automaten die ik kon vinden. Vooral het spel dat luid werd aangekondigd als 'kwartje erin, klokje eruit' sprak me zeer aan.

Een ronddraaiende schijf met veel blingbling, zoals dat  heet, en een centrale arm die dan de spullen naar de rand van de schijf duwde waarna ze in een bakje konden vallen. Ja, ik was er kampioen in, en ik heb in mijn jeugd heel wat wekkertjes, klokjes, horloges, en klatergoud broches en ringen ermee gewonnen, wat ik zelf toen natuurlijk heel knap vond.

Nu is het toevallig deze week ook kermis in mijn dorp. Ik ben er geweest, op de maandagmiddag, de middag die bekend staat als de prikkelvrije dag, ideaal voor gehandicapten. Die waren in overvloed op het terrein te vinden. Met begeleiders die hen goed in de gaten hielden en hen van de ene naar de andere attractie moesten dirigeren. Sommige draaimolens voor grotere kinderen draaiden extra langzaam en je zag grote tevreden gezichten maar ook koppen die net zoals altijd dezelfde starre blik vertoonden alsof ze in een surrealistische film speelden. Een wonderlijk schouwspel, alles bij elkaar. Als ik vanavond naar de kermis was gegaan, had ik dat moeten missen. Maar dan had ik wel extra veel drukte gratis gekregen, loeiende luidsprekers en schreeuwerige mensen achter de microfoons die proberen door hun opzwepend geschreeuw hun attractie nog sneller en harder te laten gaan. Ik genoot van de rust van mijn middagje kermisbezoek. De wereld is al druk en snel genoeg met al die dingen die voor mij onnodig zijn en die alleen maar hinderlijk overkomen. Waar zie je nog een gewone rustige documentaire op de televisie of een film ? De scènes zijn vaak verknipt tot een aaneenschakeling van shots die die term niets eens verdienen, en dan nog gemixt met flitsende geluiden en zogenaamde muziek. Ik kan er niet meer tegen. Laat mij maar gewoon oud worden.

 

Week 27

 

Afgelopen zaterdag hadden we een feestje, nou eigenlijk wel iets groter. Iemand die veertig jaar werd vierde dat in een soort schuur. Veel jongelui, in vergelijking met mij dan, veel luide muziek, felle flikkerende spots en rook. Niet iets waar ik eigenlijk van hou, maar ja, ik doe wel mijn best. Ik ben tegen half elf  weggegaan, vermoedelijk op het hoogtepunt, want de laatste trein vertrok om die tijd. Toch heb ik me prima vermaakt en ik vermoed dat dit met meer gasten het geval was. Ik weet niet waar het aan ligt. Twee glazen rode wijn kun je toch geen zuipen noemen en daarnaast nog een hapje eten en wat glazen spa zou de pijn toch wat moeten verzachten. Nee dus. De hele zondag zat er een soort spookje met een hamertje in mijn hoofd en dat voelt niet prettig. De plannen voor die zondag hebben we maar opzij gezet en we hebben genoten van een zelf gecreëerd stukje zondagsrust. En dat doet goed. Zondagavond heb ik maar gewoon een glaasje rode wijn gedronken, zonder probleem. Ik houd niet van witte wijn, dat zakt bij mij niet lekker naar beneden op een of andere manier. Ik kan er niets aan doen. Rode wijn vind ik wel lekker en ik heb wel geleerd dat te drinken. Toen ik veertig jaar geleden trouwde, maakte ik al een klein wijnkeldertje voor eigen gebruik en ik noteerde braaf van elke fles de prijs, de smaak, en ik gaf er een cijfer voor. De eerlijkheid gebiedt me om te zeggen dat het wel supermarktwijnen waren, want de portemonnee was niet dik genoeg om elke week iets bij de erkende slijter te kunnen scoren. Ook uit die tijd dateert een boek dat ik ooit kreeg over wijn. Het meest grappige van dat boek was dat er achterin een soort vragenlijstje stond met vragen over wijn. Alle antwoorden kon je in het boek vinden en als je alles goed had, kon je de antwoorden opsturen en kreeg je een keurig “Certificaat van Wijnkennis” met erop je naam in gekalligrafeerde letters. Je moest het wel weer even bij een slijter naar keuze ophalen, wat ik ook braaf heb gedaan. Daarna heb ik die man eigenlijk nooit meer gezien geloof ik. Ik heb mijn certificaat keurig ingelijst en in de gang van het huis gehangen, en iedere gast die bij me binnen kwam, kon dus zien dat ik een wijnkenner was. Alleen als je de kleine lettertjes onder je naam las, kon je weten dat het iets te maken had gehad met vragen in een boek of zo. Maar ik vond het indrukwekkend. Sinds dat moment heb ik geprobeerd mijn interesse voor wijn vast te houden. Ik probeer nog wel eens wat en proef hier en daar. Ik doe ook wel eens miskopen maar vind ook goede wijnen. Ik heb ontdekt dat er zelfs in goedkope supermarkten af en toe een lekker wijntje te scoren is. Waarom we trouwens in dit landje steeds de term 'wijntje' blijven gebruiken, is mij een raadsel. Waarschijnlijk zijn we niet zo trots op dit geweldige product, dat trouwens ook met wisselend succes steeds vaker in dit land wordt gemaakt. We zijn wel nog steeds een volkje dat trots gaat op de wijn die we hebben ingekocht voor feesten en partijen en we melden keurig aan onze gasten dat het wijn betreft uit de aanbieding, liefst nog van drie flessen voor tien euro. Mensen, je moet je schamen als je zulke praat aan je gasten durft te verkopen. We moeten toch langzamerhand wel weten dat we onze gasten zonder een prijs van de wijn te noemen,  iets lekkers willen presenteren! De koopmansgeest van de Hollander komt weer bij elk feestje om de hoek kijken. Ik durf hier het woord Nederlander niet eens te gebruiken helaas. Wat zijn we toch voor sukkels dat we trots zijn op het inferieure product dat we aanbieden. Een Franse gastheer zou het u hoogst kwalijk nemen als u dat daar  ook zou doen. Het getuigt van een smakeloos en kruideniersachtig krenterig gebruik dat officieel verboden moest worden. We hebben goedkope cola op ons feestje, de goedkoopste chipjes en salades, en dan tot overmaat van ramp de goedkoopste wijntjes waar we dan ook nog eens prat op gaan ! We moesten ons diep, diep schamen!

 

 

 

Week 26

 

Weet u toevallig wat 'intraneuse endemptie' is? Ik ook niet, maar ik werd er vanmorgen mee wakker . Ik had heel vreemd gedroomd en het enige wat ik me bij het wakker worden herinnerde, waren deze twee woorden waar ik ook nog nooit van gehoord had. Ik weet wel wat een extraneus is, namelijk iemand die wel bij de universiteit aan alle examens en tentamens mee wil doen, maar die geen colleges volgt. Ik heb geen flauw idee hoe ik afgelopen nacht op deze woordencombinatie ben gekomen en ook niet in welk verband dit in mijn droom een rol speelde. Wel heb ik het toen ik mijn bed uitstapte en voordat ik naar de badkamer ging,  snel en slordig op een stukje papier geschreven om er misschien later iets mee te doen. Vergeten gaat namelijk ook bij mij steeds sneller. Het kan ook wel eens een voordeel zijn maar in dit geval won mijn eigen nieuwsgierigheid het van mezelf. Het woord bleef me achtervolgen die dag en zelfs op vergeten momenten probeerde ik er op mijn telefoon, de moderne encyclopedie, iets over te vinden. Maar helaas. Die telefoon is trouwens geweldig! Wat een uitvinding. Ik geloof dat ik hem altijd bij me heb. Ik heb maar een goedkoop toestel met een nog goedkoper abonnement dat ik zorgvuldig heb gekozen. Ik bel er ook weinig mee, maar het is een goed hulpje om de vertrektijden van de trein even op te zoeken, of om even wat na te kijken wat je bent vergeten. Ideaal dus! Maar ik ben er niet zo mee vergroeid als die jongelui van tegenwoordig. Op de fiets, een hand aan het stuur en een hand aan dat ding. Op het verkeer letten is er niet meer bij. Je wordt zo van je sokken gereden. In de auto mag je het ding niet gebruiken en ze zeggen dat de controles steeds strenger gaan worden, maar geen enkele agent let op de gebruiker op de fiets. Of die jongelieden bij de bushalte. Ze staan te wachten met dat ding in de hand, stappen de bus in terwijl ze op dat ding blijven kijken en blijven typen, zitten de hele busrit nog ermee te spelen, stappen ermee uit en lopen ermee naar school. Ik gebruik nu wel het woord typen, maar het zal weer wel anders heten. Ben ik dan idioot of zij? Ze zeggen het niet te kunnen missen, maar ze zijn ermee vergroeid en het is een verslaving geworden. Vergeten die hele handel! Of bij het minste gebruik dat storend is, gewoon afpakken en in beslag nemen. Gewoon weer terug naar een maatschappij waarin je weer  bereikbaar bent. Het is een soort misbruik maken van een schitterende uitvinding, die ons de kop kan kosten. Misbruik van de ernstige soort waarover de oudere mens zich druk maakt. We snappen het niet, we weten niet wat het is, we begrijpen niet wat de jeugd bindt aan dat apparaat. Het zal vast wel eens sociologisch en thematisch onderzocht zijn en er zal ook wel een woord of een uitdrukking voor zijn . Ik ken hem niet, of zou dat dan misschien toch intraveneuze  endemptie zijn. Ik weet het niet meer!

 

'

 

 

 

 

Week 25

 

Vindt u ook dat Nederland steeds groener wordt? Ik weet niet of ik blij ben met die ontwikkeling want u weet nu niet wat ik wil zeggen. Ik heb het niet over meer biologisch bezig zijn, hoewel eigenlijk ook wel. Ik heb het niet over de terugkeer van de wolf, niet over minder uitstoot van schadelijke stoffen of over de langzaam veranderende manier waarop we energie opwekken. Ik wil alleen maar duidelijk maken dat het onkruid overal harder groeit dan we denken. De voegen in de stoepen in dorpen en steden zijn niet meer zwart of geel maar groen van alles wat erin groeit. Overal hebben de gemeenten besloten minder geld uit te geven aan de onkruidbestrijding. Schoonmaken zit er bijna niet meer bij en spuiten met gif is helemaal uit den boze. Op het pleintje waar ik woon komt een of twee keer per jaar een mannetje op een borstelmachine die in een razend tempo als een volwaardig coureur met dat ding over de trottoirs en ook over de klinkers van de straat aan het racen is. Hij kan mogelijk de opvolger van Max Verstappen in het Formule 1 circus worden.  Het gevolg is dat hij snel klaar is en gauw door kan naar het volgende straatje, maar niet dat alles wat groen was, verdwijnt. En daarom is dit land nu groener dan ooit ! Ja, mijn stoepje houd ik natuurlijk zelf wel bij met een borsteltje, en mijn buren doen dat ook , maar niet iedereen is bereid om dat te doen. Het aanbod van allerlei gereedschap, tot en met branders toe, wordt steeds groter, maar niet iedereen schijnt dat in huis te willen hebben of te willen gebruiken voor die schoonmaakbeurt van het eigen plaveisel. Over dat borstelen gesproken. Ik heb in een andere gemeente, in een grote stad in het oosten van het land eens een medewerker gezien die het wel keurig kon, en die echt de tijd nam om met zijn machine werkelijk elk plukje gras tussen de tegels uit te halen. Ik heb hem helaas niet kunnen vragen of hij ook die opdracht had om het zorgvuldig te doen, of dat het eigen initiatief was, maar het kan dus wel. Zo'n man moesten ze een groen lintje geven, want ik was vol bewondering voor zijn werk. Behendig en bijna calculerend bestuurde hij zijn machine waarbij geen voeg vergeten werd. Pet af voor die man, al had hij zelf een helm op. Waarom bestaat er geen officiële MBO opleiding voor dit soort gemotoriseerde tuinlieden? Het zou de moeite zijn om daarin te investeren, om straten, pleinen en stoepen weer een net uiterlijk te kunnen geven. Nou ja, mijn eigen stoep doe ik dan zelf wel, maar niet die van mijn hele pleintje.

Vaderdag is weer achter de rug. Dat hebben we weer gehad en we hebben het lekker rustig kunnen houden. Geen ontbijt op bed, want ik haat kruimels tussen de lakens, maar wel mondeling en schriftelijk uitgesproken blijken van waardering, met daarbij enkele leuke presentjes. Nee, geen reukwateren of parfums deze keer, want die heb ik nog genoeg. Altijd van hetzelfde merk, die ik een paar jaar geleden voor een spotprijsje bij een drogist die zoveel kruiden in het vat doet, heb kunnen opkopen omdat het merk stopte met de productie ervan. En dan moet je je slag slaan zoals ze dat altijd zeggen. Maar het blijft toch vreemd dat je dan je eigen merk nu nog steeds tegen woekerprijzen op het internet kunt vinden. Maar verder was die dag en verwendagje voor me, met eigen keuze wat we zouden eten en met wat lekkers bij de koffie. Ik heb genoten van die dag, al moet ik eerlijk zeggen dat ik ook niet alle vaderdagaanbiedingen in de foldertjes heb bestudeerd. Ik geloof het allemaal wel. Het was best zo.

We hebben dit weekend nog wel een feestje in het verschiet en het jammere is dat ik het niet kan overslaan. Ik zal er ook heen gaan, maar niet te lang. Het wordt zo'n avond met veel mensen en met harde muziek en verplichte polonaises. En dat is niets voor mij. Ik kan mezelf er niet verstaanbaar maken en ik heb de andere ochtend steevast een droge keel en barstende koppijn. En dan drink ik niet eens, omdat ik me meestal vrijwillig meld als de bob. Het zijn van die feestjes waarbij je steevast je gezicht met een brede glimlach moet vertonen, en ja, die heb ik niet altijd bij me. En bij sommige muzieknummers moet je dan persé met je handen in de lucht zwaaien of zo, net of je het leuk vindt. Doe je het niet, dan krijg je de andere dag te horen dat je een chagrijnige bui had die avond, en die mening van anderen gaat een eigen leven leiden en je krijgt voor de rest van dat jaar dat stempel opgedrukt. Dat soort sociale verplichte nummers zijn een bedreiging voor mijn welbevinden. Nee, geef mij maar een gezellig beschaafd tuinfeestje waarbij je lekker met een glas wijn kunt zitten en fijn kunt keuvelen met gezellige mensen. Maar zijn die feestjes er nog? Ja, wijn is pas fijn. Bier drink ik nog zelden en dan alleen maar speciaal bier, zoals ze dat noemen. Ja, wijn, daar moet ik het een volgende keer maar eens over hebben!

 

 

 

 

 

 

Week 24

 

Mijn grootmoeder kwam uit Vlaanderen. Ik heb haar nooit gekend want ze stierf ruim 21 jaar voordat ik geboren ben. Maar toch kan ik eigenlijk met de nodige trots zeggen dat ik een beetje Vlaams bloed heb. En dat merk ik ook. Niet omdat ik er de benzine goedkoper vind of het bier lekkerder. Dat is wel zo, maar ik voel me altijd een beetje vrolijker als ik in dat land ben. Ik geniet van de rommeligheid van het land maar ook van de trots van het land. Verstilde landschappen, trotse historische steden met inhoud en ook en vooral de mensen. Altijd mensen met blijheid en met een gepaste afstand naar vreemden. Mensen die altijd u zeggen tegen iemand die ze niet kennen en die altijd formeel maar toch open zijn. Mensen die niet zoals 'den Hollander' onbeschoft zijn of kwallerig of brallerig, of die zich meerderwaardig voelen. Nee, Vlamingen zijn echt onbedorven mensen die het beste met je, sorry met u, voorhebben. En daarom geniet ik van het Belgische leven en de Belgische cultuur. Ik had er vroeger best willen wonen, maar toen ik veertig jaar geleden  vrienden van ons dat al deden, en ik hoorde hoeveel moeite dat kostte, ben ik maar gestopt met dat verlangen te koesteren. En misschien door dat verlangen naar Vlaanderen, heb ik de Vlaamse radio weer ontdekt. En nu zet ik, zodra ik na het slapen en douchen mijn kamer binnenkom, gelijk de radio aan. En die staat altijd vast op dezelfde zender, de Vlaamse radio 2. Een verademing met wat de Nederlandse radio te bieden heeft. Vooropgezet moet worden dat ik een liefhebber van muziek ben met een erg brede smaak. Bepaalde soorten muziek sluit ik uit, maar die heb ik al eerder genoemd. Eigenlijk is voor mij het radiostation dat het meeste muziek uitzendt, voor mij het meest ideaal. Ik heb niet zo'n behoefte aan allerlei informatie tussendoor en zeker niet aan al die onzin die de Hollandse omroepers of dj's die presenteren. Ik ben al die Hollandse zenders meer dan beu. En we hebben tegenwoordig zo veel van die zenders met allemaal een eigen profiel zoals dat heet. Die gasten en dames die er werken, proberen er zo'n vet mogelijk contract te krijgen en aarzelen niet om over te stappen naar een station dat nog wat meer euro's betaalt dan het vorige. Eerlijk gezegd heb ik er verschrikkelijk veel moeite mee dat ze allemaal proberen om zoveel mogelijk grappig te zijn. Het is hun show ,zij schijnen te moeten presteren en te moeten opvallen en juist daarom gaan zij de gekste dingen in hun programma stoppen, behalve fijne muziek. Al de commerciële stations doen het, met jingles, telefoonspelletjes, geluidraadwedstrijden, quizzen en allerlei trucks om zo veel mogelijk luisteraars  te kunnen trekken. Ik kan dat niet meer aan, maar ik ben ook al 68. Het is van de zotte dat niet de muziek, maar de presentator belangrijk is geworden. En hetzelfde geldt bij de officiële radiozenders. Over radio 5 heb ik het al een keer gehad, radio 1 is niet aan mij besteed, en jazz- en klassieke zenders staan ook nooit bij mij aan. Blijft over radio 2 en radio 3, of zoals dat heet NPO radio 2 en NPO radio 3. Hoe moeilijk kunnen die gasten toch doen als ze op een andere tijd moeten gaan uitzenden dan ze ooit gewend waren. Hoeveel meer willen ze elk jaar weer gaan verdienen en oh wee als ze hun zin niet krijgen. Wat voor gekke toestanden moeten ze niet uithalen om luisteraars te trekken. Eentje liet zich live bevredigen voor de radio, een ander moet zijn eigen bandje meebrengen om interessant te kunnen zijn en weer een ander moet op de meest vreemde tijden de mensen uit bed bellen. Nee, gelukkig is dat allemaal over sinds de Vlaamse radio 2 mijn huiszender is geworden. Zeer gevarieerde muziek, van hits  tot oudjes, gezongen, gespeeld, en zelfs zonder zang. Zelfs nog volop Vlaamse liedjes tussendoor van een hoog niveau en dat spreekt mijn enigszins Vlaamse bloed nog steeds aan. En ze hebben kwaliteitsmuziek gemaakt in dat land en gelukkig nog steeds, en dat willen ze ook laten horen. En tussendoor ook gepraat van Vlaamse dames en heren, en ook jingles, interviewtjes, mededelingen en zo, maar alles op een zeer beschaafde manier, zodat het niemand, en zeker mij niet, stoort. Het enigszins zangerige van de taal, het melodieuze gebabbel en de aan- en afkondigingen storen me helemaal niet. Ik moet eerlijk bekennen dat het van een niveau is dat niemand stoort. Het gepraat is van een rustgevend niveau van het rollen van de golven en het ruisen van de bossen. Ik kan het goed aan. Wat een geweldige zender. En tussendoor natuurlijk nieuws, weerbericht en file-informatie. Plaatsnamen met een warme klank komen langs. Nu is het weer in België meestal hetzelfde als bij ons, want ik woon zowat tegen de grens aan en het internationale nieuws is overal hetzelfde. Het is trouwens veel gemakkelijker om op elk moment van de dag nieuws, weerbericht en file-informatie op je telefoon te raadplegen. Dat is altijd actueler dan welk radiostation ook. De Vlaamse radio 2 kabbelt voor mij rustig verder zonder schreeuwerige dj's en presentatoren die zichzelf belangrijker vinden dan de muziek voor de luisteraars. Bescheidenheid, verstrooiing , gezelligheid. Het zijn de kernbegrippen voor dit radiostation. Subliem!

Toen ik jong was, stond de radio thuis zelden aan. In de morgen zaten we in de ochtend, vlak voordat mijn vader naar zijn werk ging, samen te ontbijten. Ik weet niet eens meer waar dat ontbijt uit bestond, maar om zeven uur ging de radio aan voor het nieuws. Als je een beetje te vroeg was, hoorde je vaak een of ander VARA strijdlied, gezongen door een socialistisch koor. En na dat nieuws was er muziek, meestal allerlei orkesten met hun nummers. Als klein kind dacht ik altijd dat die orkesten in de studio live zaten te spelen. Ik had wel eens een foto van een studio gezien en dat was zo'n kolossaal gebouw dat het gemakkelijk zou kunnen. Pas toen ik een jaar of acht was, begon ik te begrijpen dat ze ook daar gewoon plaatjes konden draaien met al die muziek. Ik weet er weinig meer van, maar dit is me bijgebleven. Evenals het feit dat je in de ochtend op de radio vaak de ochtendgymnastiek had, wat mij stoorde omdat ik altijd al een hekel aan welke vorm van gymnastiek dan ook heb gehad . En als je vakantie had, of als je ziek op de bank lag, hoorde je nog wel eens een ander vreselijk programma, Moeders wil is wet of zo.

Pas later, toen ik op de middelbare school zat ontdekte ik de muziek die voor ons was uitgevonden. Elke avond huiswerk maken op je kamertje met je oude radiotoestel op een krakende buitenlandse zender. En als je ging slapen had je een klein draagbaar radiootje dat je mee onder je dekens nam om lekker te kunnen luisteren. En daar is mijn liefde voor muziek ontstaan. En pas nu, sinds het ontdekken van de Vlaamse radio is mijn liefde voor de radio sterk geworden. Ja, ik heb de afgelopen jaren wel eens enkele van mijn verhaaltjes voor een lokaal radiostation mogen voorlezen, maar dat was niet uit liefde, maar meer uit sympathie voor al dat amateurgedoe. Ik hou van de radio maar wel op mijn manier !

 

 

 

 

 

 

 

Week 23

 

Er zijn van die zinnen die in je hoofd blijven hangen. Bij mij zijn ze vaak afkomstig uit de betere cabaretvoorstellingen uit mijn jonge jaren. Zo blijft de opmerking “Leg neer die bal” van Toon Hermans niet meer uit mijn geheugen te rammen, evenals Bram uit de commune van Paul van Vliet: “Heb je nog stuff ?” Maar eentje die bij mij op nummer een staat is de uitdrukking van Bram en Freek in Neerlands Hoop: “De stoere verpleegster uit Dokkum, rugzak en hangtieten”. Vooral die rugzak aan de achterkant van die dame en de hangtieten aan de voorkant moeten ervoor zorgen dat ze stabiel blijft. De rugzak is me mijn hele leven bijgebleven. Ik kan geen folder zien met rugzakken of ik denk er 'hangtieten' bij. Sterker nog, bij iedereen die ik zie lopen met zo'n ding krijg ik al de associatie hangtieten. En die associatie heeft mijn vrouw ook, de hangtieten niet. Ik heb verder ook helemaal niks met rugzakken, heb er zelfs een hekel aan, maar mijn vrouw is er echt fan van. Ze heeft een kleintje dat ze alleen maar af en toe tijdens vakanties draagt en daar ben ik blij mee. Er kan wat drinken in, een snoepje, een stukje fruit, papieren zakdoekjes en meer van dat soort klein spul. Dan vind ik dat prettig. Zolang ik zelf dat ding maar niet hoef te dragen. Ik vind het niks, zo'n ding op je rug. Een oud leraar muziek was ook een fan van die rugzakken. Hoe vaak zal hij het verhaal niet verteld hebben van de schoolkinderen uit Oostenrijk en Zwitserland. Zij moesten elke dag het ding op hun rug aan om naar school te gaan. En nu was volgens hem uit onderzoek gebleken dat juist

deze kinderen een kaarsrechte houding hadden door het dragen van een  rugzak. En dat was dan weer handig voor het leren pianospelen en zo. Hoe vaak hij dit verhaal wel niet verteld heb, kan ik me niet herinneren, maar het

feit dat ik het nu, na vijftig jaar  nog herinner, moet er toch op duiden dat het wel heel vaak moet zijn geweest en dat het indruk op me moet hebben gemaakt.

Zelf zal je mij nooit zien lopen met een dergelijk apparaat. Ik heb er een hekel aan. Alleen het aantrekken en weer afdoen vind ik een crime. Ik heb het wel eens een paar keer geprobeerd, maar kreeg er gewoon een natte rug van. Ik vond het niet prettig. Ik vind het best als een ander mijn spullen erin bewaart, maar ik hoef het niet. Als je ziet hoeveel mensen zo'n ding dragen, dan moet het bijna een soort religie zijn om dat te mogen doen. Je hebt ze in soorten en maten. Het kleintje voor het dagje uit, een middelgrote voor als je een weekje op stap gaat en die hele grote met ook nog een ijzeren frame eronder als je een wereldreis gaat maken. Je ziet ze zwoegen die jongelui met zo'n ding! Het lijkt me behalve zwaar ook nog eens extra onhandig om het maar eens zo te noemen. Wat doe je onderin? Je tentje? Je schoenen? Je veertien schone onderbroeken? Je medicijnen? Je toiletspullen? Het lijkt me vreselijk als je iets uit dat ding wil pakken dat helemaal onderin zit. Noem je zo'n geval eigenlijk ook een rugzak of zijn daar andere woorden voor? Ik wil het niet eens weten eigenlijk. Ik heb zelf al moeite genoeg om een gewoon koffertje voor de vakantie in te pakken. Een paar jaar geleden hebben we zelfs kleinere koffertjes gekocht om minder mee te hoeven nemen, maar dan nog is het moeilijk om te selecteren wat er mee moet. Terwijl mijn vrouw de stapels sorteert die ik op het bed heb klaargelegd om mee te nemen om in mijn koffer te doen, doet ze al bijna de helft weer terug in de kast. Het wordt te zwaar of het past er anders niet in. En als er dan alles in zit, dan moet er gewogen worden of het niet te zwaar geworden is. Ik heb zelf al de neiging om dat ook te doen als ik met de auto op vakantie ga. Maar tegenwoordig is het vaak vliegen. Het is dan spannend om te zien of de weegschaal van het vliegveld hetzelfde aangeeft als dat weegding van thuis. En dan glijdt je koffer over de lopende band achter de balie weg naar achteren, en je hoopt maar dat hij in dezelfde plaats landt als waar jij hoopt aan te komen. Maar het is een feest om eenmaal in je hotelkamer, de koffer weer uit te pakken en alles voor de komende twee weken een plekje in de hotelkast of elders te geven. Ja toch?

Mensen met rugzakken, vooral met die kolossale. Heb je er wel eens achter eentje gestaan net als je wilde instappen in de trein? Heb je ook wel eens zo'n dreun van die rugzak gehad als je achter die persoon stond die juist linksaf met dat ding wilde gaan of zich omdraaide? Ze weten niet wat ze op hun rug hebben hangen en houden geen rekening dat ze mensen die achter hen staan, met dat onding een ongelooflijke dreun kunnen verkopen. Ik kan erover mee praten.

Over verkopen gesproken. Ik heb gisteren het Nederlands elftal weer eens zien voetballen. Vriendschappelijk gelukkig, want het was weer niet om aan te zien. Maar dat zullen we het maar niet over hebben. Wat me het meeste opviel is het toenemende percentage van tatoeages op de lijven van die mannen. Maar inmiddels ben ik erachter gekomen waarom dat is. Ik dacht altijd dat het vergelijkbaar was met de oorlogsbeschilderingen bij de indianen of bij de Maori's. Zogezegd om schrik aan te jagen en indruk te maken. Maar dat schijnt het toch niet te zijn. Ik heb vernomen van iemand bij de KNVB dat het voor die jongens marktwaardeverhogend werkt. Het percentage tatoeages per speler wordt berekend en toegevoegd aan de transferprijs voor die speler, mocht een club nog interesse in hem hebben. Dat tatoeagegeld gaat dus niet naar de club, maar naar de speler zelf. Van dat geld kan hij weer nieuwe tatoeages laten zetten en zo zijn marktwaarde weer vergroten.

 

 

 

Week 22

 

Ik hoor steeds vaker stemmen dat de militaire dienstplicht weer zou moeten worden ingevoerd en ik begrijp die geluiden ook. Het zou het nutteloos op straten hangen en chillen, zoals dat nu schijnt te heten, sterk kunnen verminderen. Dat zou een winstpunt zijn want daar erger ik me ook aan. Het is iets van deze tijd wat bij ouderen al snel irritatie oproept. Of invoering van die dienstplicht het ultieme middel zou zijn om het verschijnsel van hangjongeren op te heffen, betwijfel ik. Zelf zie ik achteraf mijn  eigen dienstplicht als de meest nutteloze en waardeloze tijd die ik tot nu toe in mijn leven heb gehad. Ik was van de lichting 71-1 en ik moest opkomen, zoals ze dat toen noemden, in Ede om me te melden voor de Verbindingsdienst van het leger. Ik had niet het flauwste idee wat het was, en  dacht eigenlijk dat je dan de gewonden moest gaan verbinden of zoiets. Je had in die tijd nog niet de mogelijkheid om erover te gaan googelen. Twee dingen zijn me bijgebleven van die eerste dag. Het eerste was dat ik nogal zenuwachtig was, waardoor ik mijn pas nieuwe regenjas in de trein heb laten hangen. En het tweede was dat ik al op de eerste dag  naar de kapper werd gestuurd op het kazerneterrein, omdat men mijn haar te lang vond. En dat terwijl ik al een dag tevoren nog naar mijn eigen kapper was geweest om mijn haar te fatsoeneren.

En van mijn moeder moest ik nog gauw een nieuw elektrisch scheerapparaat gaan kopen om er netjes uit te kunnen zien. En dat terwijl ik al een klein baardje had, zon pratende kut, zoals dat toen al genoemd werd. Veel gedoe om niets eigenlijk, want al na drie maanden militaire dienst werd de haardracht vrijgegeven. En verder herinner ik me van die eerste dag vrij weinig. Je kreeg je kleding, alles legergroen, behalve de platte witte gymschoentjes van de slapste kwaliteit die je maar kon bedenken. Na nog een dag oefenen in het aantreden, in lopen, en in het bezoeken van de kantine, begon een lange tijd van de drie v's : verveling, vernedering en nogmaals verveling. Omdat ik moest opgeleid worden tot telexist, waarvan ik niet eens wist wat het was, bestonden de dagen voor een groot deel uit lessen,  nog saaier dan je voormogelijk houdt. Tussen de lessen door de rookpauzes buiten die steeds langer gingen duren. Heel af en toe je geweer, een UZI, demonteren en weer monteren, een oefening in de gaskelder met zo'n masker op, waarna ik dagen lang ziek ben geweest. Veel sporten, maar dat waren lessen waar ik me aardig kon drukken door juist dan andere dingen te gaan doen, zoals bezoek aan de arts of aan de aalmoezenier. Een mars met overnachting in een bevroren bos, een schuttersputje graven en een nachtelijke dropping. Schietoefeningen, hoewel ik er maar een heb meegemaakt omdat ik te gevaarlijk bleek te zijn met het wapen. En ik dacht nog wel dat de krijgsmacht het van gevaarlijke mensen moest hebben in geval van nood. Verder was die periode van de eerste vier maanden in Ede er een van lui zijn, zo laat mogelijk je bed in na flink gedronken te hebben, en proberen het waardeloze van die tijd te vergeten. Af en toe had je in die periode  een film in de kantine of er kwam een band spelen. Ik heb twee keer de Cats zien optreden, maar ook waardeloze bandjes. Er was een Protestants Militair Tehuis in de buurt, en Ede zelf had ook niets te bieden op het gebied van vertier. Het eten op de kazerne was bar slecht. Na vier maanden werd ik overgeplaatst en ik mocht naar De Lier in het Westland. Het was een soort kampement met allemaal houten barakken tussen de kassen van het Westland in. Daar was dus helemaal niets te beleven. Voor enig vertier moest je naar Delft. Er was in het dorp wel een PMT, maar daar heb ik al over verteld. En ja, er was een zithoekje, er stond een televisie, een biljart en een piano en er was een studiezaal die volgens mij door niemand werd gebruikt. Ik werd voor mijn werk geplaatst bij een burger op een klein kantoortje. Hij was een echte Hagenees die het schijt aan iedereen had, zelfs aan zijn militaire bazen. Hij creëerde in de functie van 'beheerder boekwerken' zijn eigen wereldje in een kantoortje dat uit twee kleine ruimtes bestond. En ik werd daar dus de assistent beheerder, en dat voor een periode van een jaar. We hadden alle kantoorartikelen  op voorraad, alle legerformulieren en alle legerboeken met de voorschriften, zoals het bekende Handboek Soldaat. Als er een bestelling binnenkwam voor 20 dozen plakband, 144 potloden en 3 niettangen, of voor een stapel legerformulieren om verlof aan te vragen, dan moest ik die in orde maken. Dreigde er iets van de voorraad te verminderen, dan moest ik dat bestellen.

Een heel gematst baantje dus. Niks geen oefeningen, marsen of verplicht sporten meer. En mijn baas kwam elke ochtend pas tegen half 10 met de bus vanuit Den Haag het kantoortje binnen, dus als ik er dan 10 minuten eerder was, was het prima. En we sloten onze toko elke dag ook weer op tijd. Ome Cor, want zo noemde iedereen hem, zat ook meer in de officiersmess, waar ik niet mocht komen, en nuttige overdag de nodige drankjes. Maar als hij vond dat ik een vrije dag had verdiend, stuurde hij me gewoon met een smoes van “die jongen moet vandaag even naar de Staatsdrukkerij voor een bestelling” een dag eerder naar huis. Het was op dat legerkamp een volledig slappe hap, waarin je veel vrije tijd had en veel verveling kende. Ik vond het leuk om in burgerkleren de streek te moeten bezoeken om met een tasje met een apparaat erin de telefoonverbindingen die nodig waren in oorlogstijd te gaan testen. Ja, die bestonden echt, en het was een feest om zo'n dag als een soort geheim agent door de straten te lopen.

Al met al een heel verhaal om te vertellen dat ik nooit het nut van dienstplicht heb gezien en nog steeds niet zie. Ik denk dat je gewoon om de jongeren van de straat te houden, iets in de verplichting tot onderwijs moet veranderen. Geen leger is ook moeilijk, maar laat dat maar over aan personen die er zelf voor kiezen.

 

 

 

 

 

 

Week 21

 

Het seizoen van de jaarmarkten en braderieën is weer in volle glorie losgebarsten. In de provincie waar ik woon betekent het dat er in elk zich respecterend dorp een rommelmarkt, een braderie of een jaarmarkt wordt gehouden, soms op één dag, soms op twee dagen en een enkele keer een dag langer. In sommige plaatsen mag het vanwege religieuze overwegingen weer niet op zondag . Hoe schijnheilig kunnen we dan toch zijn, want elke middenstander weet dat juist op die zondag de meeste bezoekers zullen komen. En elk jaar weer probeert het organiserend comité er weer een feest van te maken, wat meestal neerkomt op een herhaling van de activiteiten van het vorige jaar die op zijn beurt ook weer verdacht veel lijken op alles wat al een jaar eerder plaatsvond. Je hoeft niet origineel te zijn om elk jaar weer anders te lijken. De plaatselijke winkeliers hebben het hele jaar door hun winkeldochters opgespaard om ze hier in hun kraam te kunnen leggen, of ze hebben speciaal voor deze dagen extra voordelig wat restpartijen ingekocht. Om het geheel nog verder te aanvullen worden marktkooplieden uit het hele land ingevlogen om hun troep aan te bieden, zodat je op de jaarmarkt twintig kraampjes ziet met dezelfde luchtige zomerkleding van bulkkwaliteit, de leren riemen die vaak niet eens van leer blijken te zijn en de handtassen naar een beroemd voorbeeld, die er dan weer net niet op lijken. Tellen we daarbij de kraampjes met kaarten, pc-spelletjes, zonnebrillen, sokken, ondergoed en telefoonhoesjes, dan lijkt het qua volume nog heel wat. Zet er een kraampje bij van de plaatselijke Zonnebloem-afdeling, wat oude ambachten die al lang uitgestorven zijn maar die toch nog deze circusacts doen, en vergeet vooral niet om er een biertent, een visboer,  een snoepkraam en een frietboer, en een kraam met worst en kaas bij te zetten. Regel voor de kinderen een speelhoekje met wat boerderijdieren en een springkussen of een springkasteel zoals de Vlamingen zeggen, en je bent ver klaar. Een enkele keer kan er nog een kermisattractie zoals een draaimolentje bij en dat is het dan. Laat nog even een plaatselijke blaaskapel over het terrein lopen en je krijgt het predikaat  'gezellig' opgespeld. Als je dan nog een biertent kunt plaatsen waar je in de avond de omzet van het bier nog kunt verhogen door een diskjockey in te huren en enkele lokale B-artiesten kunt laten optreden die op andere podia elders niet eens een kans hebben, dan is je braderie geslaagd, en zeker als het gelal van de vele dronken bezoekers ín de avonduren nog ver tot buiten de feesttent doorklinkt. Het organiserend comité hoort dan aan lange tafels te zitten en wordt geacht het hardst mee te lallen.

Vroeger kwam ik er graag. Ik was dan een van de kijkers, niet-kopers die met vrouw en kinderen , zolang ze het nog leuk vonden, over de jaarmarkt slenterden, hier en daar een praatje makend. Maar van praatjes alleen kan de koopman niet leven, en dat beseft hij donders goed. Ik kom er niet meer, en als ik er per ongeluk een keer verzeild raak, dan valt mij altijd het droeve gezicht van koopvrouw of koopman op. En niet eentje, maar toch wel van de meesten. De ene zit ongeïnteresseerd achter zijn kraam te lezen, de ander drinkt onophoudelijk koffie uit een thermosfles en de derde legt nog wat stapeltjes boxershorts recht. Een fanatieke standwerker tracht nog wat van zijn exclusieve blikopeners, autowas, wondersponzen, exclusieve geurtjes of koekenpannen te promoten, en trekt er nog kijkers mee, die ook voor hem of haar maar weinig kopers blijken te zijn.

Een jaarmarkt stemt mij treurig vanwege het steeds weer hetzelfde aanbod, vanwege de droevige mensen achter de kraam, en vanwege het feit dat je hier altijd je tijd loopt te verdoen. En dan zijn er nog dorpjes die entree durven vragen voor het bezoeken van het zogenaamd feestelijk gebeuren. De opbrengst komt dan ten goede aan de gemeenschap of aan het goede doel, zeggen ze dan, maar dat is natuurlijk pas nadat het buffet en alle consumpties voor de organisatie ervan betaald zijn. Ik vind het niks, en ik probeer dit soort evenementen tegenwoordig maar gewoon te omzeilen. Laat die beker maar aan mij voorbijgaan. Als het in het organiserende dorp mooi weer is, wil ik er best heen gaan maar dan om lekker een terrasje te pakken en te genieten van alle , ook meestal somber kijkende mensen die passeren met een ijsje in de hand, en ontevredenheid in hun hoofd.

                                                  

 

 

 

 

Week 20

 

 

Heb je de masterbedroom al gezien? En de living?  Lofthouse, suites, toproom, jacuzzi, mancave? En wat vind je van de attic, de dining room, de living room, de lounge en de study? En met wat hanging baskets in de patio is dit huis helemaal top of the bill. .

Nee, ik zoek gewoon een huisje met een klein tuintje, alles gelijkvloers, twee slaapkamers, ruime badkamer, keuken en een kamer. Wat zegt u? Zijn er die niet? Nou, kom dan eens bij mij kijken! Ik woon er al vijf jaar en met een waar genoegen . Het is zo gemakkelijk omdat je met twee bewoners en een hond eigenlijk niet meer nodig hebt. A house is a home, of liever gezegd Eigen haard is goud waard. Waarom al die Engelse termen ook voor het meest eigen stukje territorium in je leven?  Je kunt gelukkig zijn in dit land en gewoon je eigen huisje inrichten zoals je het wilt, zonder je te hoeven conformeren aan allerlei woninginrichters, designdeskundigen en interieurarchitecten. Vooral die laatste twee beroepen zijn symptomen van een extravagante maatschappij waarin  decadentie  een steeds grotere rol gaat spelen, zonder dat we het meteen beseffen. We zijn gewend aan zoveel luxe en zogenaamde stijl, dat we er steeds weer intrappen en ons van alles laten wijsmaken door binnenhuis-deskundigen en mensen die denken dat ze ons zelfs het meest onwaarschijnlijke als zijnde nodig voor ons woonplezier en geluk willen verkopen. Wat hebben we eraan als we ons huis vol zetten met exotische afbeeldingen van wilde dieren in allerlei vormen en maten? Waarom moeten we allerlei industrieel ogende voorwerpen in onze woonkamer plaatsen? En wat doe je met lampen die het aanzien niet waard zijn omdat ze alleen bestaan uit een stukje gebogen aluminium met een snoer eraan? Wie heeft dat allemaal verzonnen? En waarom moeten we dat kopen ?Ja, er zijn tegenwoordig trendwatchers, zo'n beetje het meest gemakkelijke beroep dat er bestaat. Je hoeft maar via de juiste media te roepen dat je dit of dat moet, en we zijn zo volgzaam dat we het en masse nog gaan doen ook. Ik heb ook helemaal niets met watchers, en ook niet met mensen die zich royaltywatcher noemen en elke scheet van de koning in het nieuws kunnen brengen, net alsof iemand daar op zit te wachten. Nee, wat we nodig hebben in dit land zijn hardwerkende mensen met gezond verstand die weten hoe de wereld in elkaar zit en die ons kunnen vertellen wat er echt nodig is om mensen gelukkig te houden, en om een economie verantwoord draaiende te kunnen houden.

Gisteravond is Boer zoekt vrouw weer begonnen en ik wil alleen maar zeggen dat het zieligheid ten top is. Boeren en boerinnen die de televisie gebruiken om de ware liefde te vinden omdat het niet op andere meer normale manieren schijnt te lukken. Mannen en vrouwen met aantrekkelijke kanten en een goed verhaal, en met vaak ondersteunende familieleden, komen ons op de buis vertellen over hun lief en leed, daarbij wat zielig in de camera kijkend. En dan zo'n verslaggeefster erbij die ons doet geloven dat ze in één dag al die boeren met een aftands vrachtwagentje bezoekt, filmt en een praatje maakt, waarbij ze telkens onderweg ook nog even zichzelf in een ander tenue verkleedt. Hoe dom wordt het kijkerspubliek geacht te zijn? En dan bij zo'n gesprek zit meestal nog een moeder of vader van het slachtoffer die nogmaals benadrukt hoe goed het voor Kees of Sofie wel zou zijn als er eens een leuke vent of vrouw binnen zou komen. De ene had al een nieuwe hoekbank gekocht omdat ze het wel het fijn zou vinden om daarop eens tegen iemand aan te kunnen liggen. Hoe infantiel kan het kijkerspubliek zijn als je dat allemaal prachtig vindt. Herinner je je nog die oudere boer die zijn handjes niet thuis kon houden en dat manneke dat gekleed in alleen zijn onderbroek elke avond bij de dames op de slaapkamer nog even welterusten kwam zeggen ? Het is toch niet normaal dat een camera van een omroep dat allemaal in beeld moet kunnen brengen. Laat die boeren en boerinnen toch lekker zelf op zoek gaan naar een leuke persoon om de rest van het leven mee door te brengen en gewoon te genieten met zijn tweetjes, in plaats van eigendom te worden van een Nederlands miljoenenpubliek (helaas)  dat elke voetstap van deze hardwerkende agrariërs voortaan zal volgen. Hun leven zal noot meer hetzelfde zijn, ze zijn weg uit de anonimiteit en zullen er ook nooit meer in  terugkeren . Er is geen weg terug voor die mensen meer. Wat me wel opvalt bij dit programma, want ik kijk natuurlijk wel met een half oog met mijn vrouw mee terwijl ik een boek lees, is de strakheid van het boereninterieur. Ik denk dat de omroep dat bewust laat meespelen bij de selectie van de deelnemers. Je hebt de boeren die pas hebben verbouwd en hun interieur van de huiskamer op een mooie strakke manier hebben ingericht met smaakvolle meubels zonder al te veel poespas en flauwekul. En je hebt de boeren die nog hun huis in de jaren vijftigstijl hebben, dat wel zeggen met een  degelijke eikenhouten keuken zonder fratsen, maar al wel met een vaatwasser. Daar heeft de tijd stilgestaan en dat geeft charme pur sang. Een dito tafel met plastic tafelkleed waarop de pannen staan waaruit gegeten wordt en de lamp precies erboven, zoals het al eeuwenlang de gewoonte was. Een keuken waaruit geluk spreekt en gezelligheid troef is. Een plakkende vliegenvanger aan het plafond. Hoe de woonkamer eruit ziet, weten we niet. Die is er wel, maar in het dagelijks leven kom je daar nauwelijks. Het is goed zo, daar is geen interieurontwerper voor nodig. Het is degelijk, direct en duidelijk. Daar leeft de boer de woonkamer en zijn kantoor en die zijn niet bedoeld om aan anderen te tonen. Laat het alsjeblieft zo blijven. Het maakt me gelukkig en de boeren tevreden. En laat al die deelnemers gewoon gelukkig worden op de manier waarop iedereen in het leven moet proberen om dat te doen.

 

 

 

 

 Week 19

 

 

Ergens in mijn kast moest nog een dubbel-cd liggen met Nederlandse songfestivalliedjes. En ik heb hem gevonden. “De Grootste Nederlandstalige Songfestival Hits”. Een cd uit 1998 met liedjes vanaf 'Net als toen' via 'Fernando en Filippo'  en 'De mallemolen' tot en met 'Niemand heeft nog tijd.' Plus nog wat bonusliedjes. Een geweldige verzameling van liedjes die ik meestal een keer per jaar in mijn cd speler doe en waarbij ik lekker ga luisteren. Het verwondert me elke keer weer dat er zoveel van die muziek is blijven hangen, en hoeveel ik nog letterlijk mee kan zingen, voor zover ik kan zingen. Want ik zing nu eenmaal in een toonsoort die niemand kent. Voor mij is het een feest van herkenning. Het herinnert me aan de lange avonden die je als kind bij de houten televisiekast mocht doorbrengen zonder in slaap te vallen. Met een extra glaasje ranja, een blokje kaas en een bakje met chips, je weet wel uit die tijd dat er in elke grote zak chips een klein blauw zakje zakje zout zat, dat je er zelf in mocht strooien. We vonden het festival prachtig, al die feestelijke kleding, al was het nog lang in wazig en schimmig zwartwit beeld, die mooie vrouwen en mannen en die goddelijke stemmen met die exotische liedjes. En dat slot die zenuwslopende puntentelling, waarbij de telefoonverbinding met een buitenlandse jury net zo vaak kon uitvallen als de microfoon van de zangeres of het licht op de artiesten. Vraag het maar aan de Spelbrekers, mocht die je die ooit zien. Eén avond (toen kon dat nog) songfestival was genoeg en het was een feest. Maar het is net alsof het laatste nummer op mijn cd kenmerkend is gebleken voor de ommekeer in het gebeuren. Het laatste liedje van die cd heet “Niemand heeft nog tijd” en het moet welhaast een profetisch lied in 1997 zijn geweest waarmee de ommekeer van het spektakel aan de afgang is begonnen. Gelukkig heeft Nederland niet al te vaak gewonnen en vooral de laatste jaren erger ik me vreselijk aan de kwaliteit van de liedjes, de zwakheid van de artiesten en aan het hele circus eromheen. Zodra in mei het doek is gevallen over weer een teleurstellend festival begint alweer de discussie wie we volgend jaar moeten gaan sturen. Discussiëren over of we wel of niet weer mee moeten doen schijnt niet te mogen.  En toch is dit veel geld verslindende mediaspektakel gedoemd om ooit te verdwijnen, mits het niet vereenvoudigd kan worden met veel minder toeters en bellen en in een soort oervorm. Ik vind het nu een gebeuren van een zeer matige kwaliteit dat vreselijk door allerlei media moet worden opgehemeld. Met veel geheimzinnigheid moet de jaarlijkse inzending worden gekozen waarbij nog steeds het motto lijkt te zijn dat hoe gekker we iets bedenken, hoe meer kansen we denken te hebben. Maanden tevoren begint zelfs in dit land het hele circus van de keuze van de artiest en het liedje, en we moeten allemaal warm gemaakt worden om erachter te gaan staan. Tot wat voor gekke situaties dat kan leiden, hebben we vorig jaar weer gemerkt waarbij de uitvoerende man met die hoed zich boos lijkt te maken over de meningen die sommige persmensen hebben. Je mag van hem niet zurig schrijven over zijn wanproduct, en hij zelf is ervan overtuigd dat hij de grootste kans op de overwinning heeft. Hoe eenvoudig kun je zijn dan? Er worden ook in dit land het hele jaar door mooie en sterk commerciële liedjes geschreven die op hitlijsten, voor zover die  nog bestaan, steeds hoog scoren. We kunnen het zo goed in dit land, componeren en teksten maken die iedereen geweldig vindt.  Waarom moeten we dan voor een songfestival zo iets aparts in elkaar frommelen dat niemand aanspreekt en gewoon in de voorrondes er al ui ligt? Dat is toch vragen om moeilijkheden. Iets wat lekker loopt, prima bekt en op een deuntje terug te brengen is dat blijft hangen. Succes gegarandeerd. Het is zo simpel, waarom dan zo moeilijk doen. En in het voortraject waarbij die man met die hoed op prime time op tv vijf liedjes mocht presenteren, waarvan hij er zelf een zou kiezen, zat een juweeltje van een goed en toch commercieel nummer dat ongetwijfeld hoge ogen zou kunnen gaan gooien. En iedereen was ervan overtuigd dat dit liedje naar het songfestival zou gaan, maar nee hoor, eigenwijze artiest kiest zelf zijn lied. Een man met kwaliteiten, ongetwijfeld, maar met een lied waarvan de honden geen brood lusten. Had de kijker dan maar laten kiezen, en dan niet telefonisch maar op een andere nog te bedenken manier, dan hadden we een redelijke kans gehad om nog iets te winnen . Maar Nederlanders, zijn die eigenwijs of zo? Ik zou het wel gaan denken. Het is toch ook al van de zotte dat de NOS al lang is afgehaakt voorde uitzending van dit soort dingen. Zij hadden al lang door dat dit geen toekomst meer had. Avro-Tros heeft zich erover ontfermd en dat is dan ook de enige omroep die er nog brood in ziet.

En dan niet alleen in de uitzending ervan, maar ook de hele week voor de finale al filmpjes die ons warm moeten maken over onze kandidaat in het verre land waar het plaats gaat vinden. Wat hij de hele dag doet, welke vreemde contacten hij er legt, welke kleren hij gaat dragen, hoe de repetities verlopen, hoe de bookmakers erover denken en ga zo maar door. Het interesseert me voor geen meter! En dan die twee mannen die meegaan om commentaar te geven, de heren Maas en Smit. Heer Maas heeft er duidelijk verstand van, maar heer Smit moet ook oordelen over de presentatie van anderen. Als je wel eens een concert van die Volendammer hebt gezien, per ongeluk in het echt of in een samenvatting op tv, dan weet je dat hij zelf geen enkel benul heeft van een goede presentatie. Meestal zingt hij zijn liedjes klakkeloos achter elkaar, zonder enige vorm van variatie in zijn presentatie. Weinig tekst ertussen, en bij het zingen dezelfde standaard gebaartjes als altijd. En zo iemand moet dan oordelen over de presentatie van anderen? Laat die man dan toch lekker paling gaan roken of zo.

En dan de vervelende avond van de uitzending van de finale. Niet aan te horen liedjes in een decor van glitter, te felle lichten en dom met vlaggen zwaaiend en gillend publiek , dat grof geld heeft betaald om erbij te mogen zijn. Artiesten die niet kunnen zingen, lopen in de meest extravagante kleding rond waarvoor elke ontwerper zich diep zou schamen. Hevig opgemaakt, en verkleed als hotemetoten uit een ver land, met danspasjes of zelfs met acrobatische toeren. En dan de meest vreemde attributen erbij. Ik ga ze niet noemen want iedereen kent de voorbeelden. En in de pauze een ballet of een filmpje met bloopers uit het songfestivalarchief. Het mooist vind ik eigenlijk de filmpjes tussen de liedjes door, enerzijds bedoeld om de mooiste onbekende plekjes van het organiserende land te tonen en anderzijds een promo voor de optredende artiest, ook al is dat vaak een te groot woord . Het enige nadeel van die filmpjes is dan ook dat ze erg flitsend en snel zijn. Nog voordat je een plek herkent waar je zelf ooit bent geweest, is het beeld vol herinneringen al weg. Maar het zijn leuke filmpjes  Bij mij thuis gaat het kijken naar het songfestival meestal zo: mijn vrouw wil alles zien en ik heb daar geen probleem mee, en ik pak ondertussen een lekker boek erbij. Ik kijk alleen als er een pauzefilmpje komt of een zangeres met mooie benen en een naveltruitje of zoiets. Het geluid boeit me niet meer, daarom kunnen de oortjes in om naar een rustig muziekje te luisteren. En tussendoor kijken dus.

Ik ben sterk voor een versobering van het songfestival met live muziek met of zonder een orkest of bandje. Puur, niks opgepoetst. En als dat dan ook niet kan, dan maar een festival met alleen de pauzefilmpjes en geen liedjes meer. Ik ga zeker kijken. Oh ja, wat het dit jaar gaat worden met die zanger die niemand kent, weet niemand nog.  Jammer voor de kijker die toch nog probeert het allemaal te volgen. Hij of zij wordt geminacht, wordt als dummy neergezet.  Volgend jaar maar gewoon niet meer meedoen aan dit onzinnige geldverslindende spektakel.

 

 

 

 

 

 

Week 18

 

Met eten heb ik niet zo veel. Ik eet meestal op uur en tijd omdat mijn diabetes dat vereist en omdat dat me dat het beste bevalt. Als ik een keer uit mijn eetritme ben, dan los ik dat op door een koekje of snoepje tussendoor te pakken en dat vind ik dan nog lekker ook. Ik ben een snoepkont. Zelf als ik 's avonds na mijn glaasje wijn of borrel of biertje wat wil eten, dan mag ik van mijn dokter best even een lepel uit de jampot snoepen. Ik begin en eindig mijn dag met een lepeltje pure honing. Echt honger heb ik eigenlijk nooit, alleen moet je tegenwoordig uitkijken met dat woord. Je moet het woordje trek gebruiken, en dat wist mijn overleden vader ook niet. Als ik thuis weinig at, zei mijn moeder altijd dat ik maar net genoeg at voor een zieke kip. Mijn ouders hebben het woord honger nog in de echte betekenis van het woord gekend, maar wilden daar nooit over praten. Ze spraken eigenlijk liever nooit over dingen die vroeger gebeurd zijn, daar waren ze heel sterk in. En in het eten dat mijn moeder klaar maakte, zat eigenlijk ook al weinig variatie, al had mijn vader altijd honger na een dag hard werken terwijl hij eigenlijk trek bedoelde. Ik zelf ben ook niet echt een gemakkelijke eter geworden. Ik ben meer iemand van 'wat de boer niet kent, dat eet hij niet'. Ik lust wel een bordje nasi, en mosselen, en Franse kaas, maar je moet bij niet aankomen
met allerlei soorten pizza en pasta. Bij dat laatste woord alleen al krijg ik de kriebels. Sorry, maar ik bedoel dan dat weke slappe spul, dat er hard en ongekookt in de verpakking nog wel smakelijk uitziet, vind ik, maar ga het niet voor me koken, want ik kan dat spul niet door mijn strot krijgen. Ik ben toch meer een jongen van de Hollandse pot en dat bevalt me nog het best. Een lekkere stamppot, een frietje, balletje gehakt, biefstukje, lapje gebakken spek, het gaat er allemaal prima in, als ik trek heb dus. Kippensoep, tomatensoep, groentesoep, erwtensoep, ossenstaartsoep is allemaal prima en courgetttesoep met gerookte zalm is een specialiteit van mijn vrouw die niet te versmaden is. Vis eten vind ik altijd geweldig! Nieuwe haring, mosselen, een gebakken griet, een gerookte paling! Heerlijk ! En dan heb ik de neiging om wel alle vissoepen te proberen die ik overal ter wereld kan vinden en die ik graag bestel in een voor mij nog onbekend restaurant. Al gebiedt de eerlijkheid me om te vermelden dat ik één keertje mijn bord met dat spul heb laten staan en dat was ergens op de Azoren. Die niet te definiëren massa kreeg ik niet weg. Ook kookboeken zijn niet aan mij besteed. Ik heb er ergens in de kast nog eentje staan, het oude Margriet kookboek van mijn moeder. De andere zijn allemaal van mijn vrouw. Maar de meeste dingen die erin staan, zal ik nooit bereiden, omdat ik het niet eens ken. Ik bak een ei, kook de aardappelen en bak de biefstuk en ik vind het prima zo. En er zijn dingen die ik niet wil of durf te eten
Vandaag zag in de krant nog een recept van 'wrap met bloemkool-tabouleh'. Ik weet niet eens wat het is, en zeker niet als ik lees dat je er onder meer harissa en hummus voor nodig hebt plus nogal wat tijd in de keuken. Ik schrik van alle
recepten met yam, madras, amaranth, bulgur, panko, quinoa, en tarly. Ik ken het niet en wil het niet leren kennen, en van alles met knoflook walg ik, omdat ik het meest asociale voedingsmiddel vind wat ooit bedacht is. Aan mijn lijf geen polonaise. Ze zullen mij ook nooit vinden in een Thais, Afghaans, Turks, Italiaans, Indisch of Balinees restaurant. Tijdens vakanties is het soms voor mij moeilijk iets te vinden wat voor mij te eten is, al heb ik me daarin ondertussen wel ervaringsdeskundige gemaakt. Ik houd ook niet van alle aanbevelingen van vrienden en vreemden dat je noodzakelijkerwijze hier of daar een keer moet gaan eten, omdat het daar zo lekker is. Ze mogen dat wel vinden van mij, maar ik bepaal mijn eigen tentjes waar de kok creatief en smakelijk kan omgaan met het voedsel dat ik lekker vind en niet dat wat een ander aanbeveelt. En ik kan toch niet zeggen dat ik iets te kort kom. Ik zou best een keer naar China of Thailand willen, maar weet bij voorbaat al dat het eten daar voor mij een moeilijke zaak gaat worden. Ik ben er een van de gestampte pot en het moet maar zo blijven.
Ik heb trouwens ook pas gelezen dat er in dit soort restaurants tamelijk veel over blijft aan wat de klanten niet consumeren. En dat komt dan in een soort circuit terecht waar ik geen weet van heb, maar het is wel voor mij een aanwijzing dat het toch allemaal wel niet zo lekker zal zijn.
En nu we toch over afval hebben nog even het volgende. Ik heb geen idee hoe het in uw gemeente met het huisvuil gesteld is, maar ik vind het soms ook allemaal wel ingewikkeld worden. Ik geloof dat elke stad en dorp tegenwoordig zijn eigen systeem heeft om afval te scheiden en op te laten halen. Ben ik net gewend aan grijze, groene en gele bakken, zie ik in een ander dorp ook rode en zwarte bakken staan. Ik krijg van de gemeente elk jaar digitaal een mooi schema wanneer het oud papier wordt opgehaald, wanneer de bakken met restafval aan de straat mogen worden gezet, hoe vaak het groente- fruit- en tuinafval kan worden ingeleverd, en dan komt er plotseling weer een keer in de twee weken de inzameling van plastic afval en van blik bij. Wat kunnen we nog meer verwachten in de toekomst ? Inzamelen van metalen deksels van de glazen potjes die je in de glasbak mag doen? Inzamelen van de  hondendrollen die je nu nog normaal in de afvalbakken van de gemeente
doet? Ik weet het af en toe niet meer. En het wordt elk jaar minder wat je mag inleveren. Ja, de gemeente moet er nog aan kunnen verdienen, zoals aan het oud papier. Maar als ik mijn theezakje weg wil gooien, moet ik dus het labeltje bij het oud papier doen, het touwtje bij het restafval, het zakje bij het papier, het nietje bij het blikafval en de inhoud van het zakje bij het gft?
Kom nou, waar zijn we nu mee bezig? En mijn witte glas en gekleurde glas moet ik in een apart gat in de glasbak gooien? En die vrachtwagen die dan komt gooit het allemaal samen in een klap weer bij elkaar . Ik vind die hele milieubewuste vuilverwerking waar we naar toe moeten, een farce en een schijnvertoning voor de bevolking.

 

 

 

 

Week 17

Toen ik op de middelbare school zat, moest ik ook een vervolgopleiding gaan kiezen en dat viel nog niet mee. Ik volgde de HBS-A, zeg maar de talenkant en dat was voor mij redelijk te doen. Eigenlijk heb ik van de toen opgedane talenkennis nog steeds voordeel, omdat ik dat altijd wel heb kunnen gebruiken, hoewel lezen in een vreemde taal moeilijk blijft, maar spreken en verstaan is nog steeds redelijk. Gesprekken over wat ik na die school zou gaan doen, vond ik moeilijk. In eerste instantie wilde ik graag archivaris worden, en een bezoekje aan de man die dat vak in onze gemeente uitoefende, maakte me nog enthousiaster. Geschiedenis was wel echt mijn ding en al die oude zaken boeiden me wel. Alleen waren er een paar dingen die me tegen hielden. Ik zou die studie in Amsterdam en ik meen ook in Den Haag kunnen gaan volgen, maar angst hield me tegen. Angst om ver weg van huis te gaan studeren en dan ergens op kamers te moeten gaan. Angst voor een ontgroening, want je hoorde niets anders in die tijd, angst voor het onbekende. Ik was niet zo'n dappere knul helaas, anders was mijn leven waarschijnlijk anders gelopen. Ik weet het, ik was zwak en bang om het ouderlijk nestje te moeten verlaten. Ik kon me niet goed verplaatsen in een nieuw leven en in nieuwe leefomstandigheden. Dus werd het een alternatief waar het gemak van af spatte. Omdat mijn oom Toon hoofd van een school in Tilburg was en wij daar vaak kwamen, werd het toch de opleiding tot onderwijzer. Ik had de sfeer vaak mogen proeven in die school waar we in vakanties schooltje mochten spelen. Ik snuffelde in alle hoeken en kasten en vond dat ik dat beroep dat rook naar inkt en krijt, ook maar moest gaan doen.
Zo'n vrije woensdagmiddag en veel vakantie leek me ook wel wat. En bovendien, en dat woog zwaar voor mij, zat de opleiding om de hoek bij mijn ouderlijk huis. En mijn luie instelling zorgde voor de rest. Het werd een fijne opleiding die plaatsvond in de roerige jaren vanaf 1967. Dus het is duidelijk dat op onze dorpse opleiding ook de democratisering moest worden doorgevoerd. En wij hebben toen als studenten heel wat voor elkaar gekregen. Bij lessen die we niet leuk vonden, werd een plaatselijk café ons trefpunt waar we met een biertje gingen biljarten. Op het laatst wisten we niet meer wanneer we les hadden en wanneer kroeg. Natuurlijk zal dat beeld niet helemaal kloppen, maar in de herinnering zou het zomaar kunnen. Wel hebben we het als studenten voor elkaar gekregen dat we alleen in de ochtend lessen hadden, college ging dat vanaf dat jaar heten, en in de middaguren hadden we consultatie-uren, wat betekent dat we individueel de docenten konden raadplegen als we hulp of extra steun nodig hadden. Ik kan me niet herinneren dat ik daar veel gebruik van heb gemaakt. Tenslotte heb ik mijn diploma's op die opleiding allemaal gehaald, en na mijn militaire dienstplicht te hebben vervuld, kreeg ik een baan als onderwijzer op een plaatselijke lagere school. Een kleine school in een nieuwe wijk met een goede sfeer. Het liep allemaal goed daar, vond ik toen. Achteraf moet ik er eerlijk bij melden dat niet alles van een leien dakje liep en pas achteraf ben ik gaan beseffen wat ik allemaal fout heb gedaan, of wat anders had gemoeten. Ja, ik maakte fouten, maar op dat moment zelf, geloof je dat niet. En ik heb het bijna dertig jaar op die kleine school volgehouden. Dat laatste woord zegt al genoeg. De problemen kwamen bij mij toen die fijne kleine school ging fuseren met een grotere buurman , en er een totaal nieuw concept voor het onderwijs moest komen. Alles moest van de kinderen zelf uit komen en niet meer van de man of de vrouw in de klas. En dat botste met mijn capaciteiten. Ik vond altijd dat kinderen structuur nodig hadden, en volgens de onderwijsmensen moest dat totaal veranderen. Ik ben zelf ook opgevoed en grootgebracht in structuren en ik weet welke chaos het loslaten ervan bij mensen kan veroorzaken. Ik heb het zelf ook gemerkt toen na een jaartje te hebben gewerkt in die school, het vlammetje plotseling uit ging. Ik werd moe, kreeg stem- en keelklachten , kreeg last van spanningen, en dat alles liep uit in een grandioze burn-out, die me twee jaar thuis hield. Praten en pillen werd de oplossing, therapie en medicatie dus. En ik had het geluk na die twee jaar aan iets nieuws te mogen beginnen. Een opleiding in de re-integratiewereld tot consulent. Dus ik werd iemand die werklozen en WAO-ers aan nieuwe banen mocht gaan helpen. En snel had ik een leuke baan met veel vrijheid en ruimte, en dat was wat ik zelf nodig had. Ik heb een leuke periode bij verschillende werkgevers gehad. Ook daar was er bedrijfsbeëindiging en overname door andere partijen en ook daar ging het steeds minder. En zelfs op deze baan, die ik tien jaar heb mogen uitoefenen, kijk ik nu achteraf met gemengde gevoelens terug. Het was een baan waar commercieel werken de hoofdzaak was, en nu besef ik pas welke fouten ik in dat werk gemaakt heb.
Misschien was ik daarvoor wel niet de juiste man. Maar ik had wel de vrijheid in werktijd, kon gaan en staan waar ik wilde en ik heb genoten. Maar of ik voor mijn baas genoeg heb verdiend, blijft voor mij de vraag. Waarschijnlijk niet, want toen mijn baas zo'n vier jaar voordat ik met pensioen zou gaan, failliet ging, heb ik eigenlijk alleen maar staan juichen. Ik was vrij, en kon doen en laten wat ik wilde en ik heb genoten. Ik heb nog een jaartje of drie gewerkt als vrijwilliger die recensies schreef voor een internetsite over kunst. Ik bezocht musea in binnen- en buitenland, perspresentaties, en televisieprogramma's en ik schreef er artikelen over voor die website. Het was een wereldbaan en ik heb er veel relaties aan over gehouden en volle boekenkasten, want vaak kreeg je gratis een mooie catalogus mee naar huis. Mijn teksten werden goed bezocht en gelezen. Maar ook hier na een paar jaar weer een teleurstelling, omdat al die mooi geïllustreerde teksten plotseling verdwenen waren, omdat de bewuste site inmiddels al drie keer was gehackt. En we hebben van alles geprobeerd om die teksten terug te vinden maar het lukte niet. En juist in die periode heb ik spijt gekregen. Spijt dat ik nooit een opleiding richting kunstkenner heb gevolgd. Ik geloof dat ik het erg leuk en boeiend zou hebben gevonden om in die wereld iets te kunnen gaan betekenen. Daar ligt mijn hart en nergens anders. Maar als je daar pas met je pensioen achter komt, is het te laat. Ik heb nooit het grote geld mogen verdienen. Dan had ik nog iets anders moeten gaan doen. En ik geloof ook dat ik nu weet welke sector het had moeten worden. Maar daar heb je wel schei- en natuurkunde voor nodig, en dat heb ik niet want dat lag me niet. Namen

verzinnen voor nieuwe producten zou me wel gelukt zijn , maar producten zelf niet. Ik geloof dat het grote geld vooral zit in de cosmeticawereld. Het viel me pas op toen alle moederdagfoldertjes weer in de bus begonnen te vallen. Wat worden er ongelooflijk hoge bedragen gevraagd en betaald voor alle parfummetjes en geurwatertjes. Producten waarvan de ontwikkelingskosten al lang terug zijn verdiend, blijven mysterieus genoeg hoog in prijs. Een flesje met 100 ml van dat spul waar met gemak 75 euro of meer voor wordt gevraagd, en betaald ook nog. Er zijn geurtjes die ook lekker ruiken en die voor een fractie van dat bedrag overal te koop zijn. Maar ja, er moet een bekende naam op staan en die moet je dan betalen. Daar had ik veel geld in kunnen verdienen. En er zijn nog talloze smeerseltjes zoals gezichtscrèmes en allerlei lotions die met een grote naam erop ook aardig aan de prijs zijn, maar die in dezelfde samenstelling en met een onbekende naam erop, tien keer zo weinig kosten. En het geldt in de hele cosmeticasector. Shampoos, crèmes, middeltjes om de rimpels uit de huid te houden, lippenpommades en ga zo maar door. Als er een bekende naam op staat, kost het een half weeksalaris. En nu ik tenslotte pensionado ben, besef ik pas dat ik in die sector rijk had moeten en kunnen worden. Maar zoals ik al zei, schei- en natuurkunde lag me helemaal niet. Geld verdienen wel, maar daar is het nooit van gekomen..

 

 

Week 16

Ik heb een pleistertje om mijn vinger gedaan en dat was lang geleden. Misschien heb ik die dingen niet nodig en ik wist niet eens waar ze in huis lagen. Het kastje in de badkamer leek me de beste optie en ik heb daar gekeken, maar zag er alleen een blikje pleisters met vrolijke kleurtjes. Het bleek van de kinderpostzegels te komen. Ik dacht altijd dat de postzegels het enige waren uit hun assortiment dat plakte, maar deze dingen dus ook. De kleinkinderen vonden het prachtig, die felle kleurtjes! Ik vond mezelf een beetje voor lul lopen, maar ja er was niets anders in huis om een bloedend wondje te stelpen. Er was gelukkig niets ernstigs gebeurd, want ik had alleen maar een blikje erwtjes proberen open te trekken. Het was zo'n dekseltje met een lipje erop en als ik dat doe heb ik altijd twee kansen: of het lipje breekt af zodat ik toch weer een blikopener moet zoeken. Maar het kan, zoals vandaag dus, ook zo goed gaan dat door mijn eigen kracht het lipje meewerkt en het bovenste dekseltje met kracht langs mijn vinger schiet en een sneetje in mijn wijsvinger veroorzaakt. Ik vraag me dan op zo'n moment of ik de enige kluns ben die daar problemen mee heeft of dat meer mensen daar moeite mee hebben. Ik heb er wel eens wat over gezien in een consumentenprogramma op de televisie, dat helemaal ging over onhandige verpakkingen die voor onhandige mensen, zoals ik extra inspannend zijn. Want onhandig durf ik mezelf best te noemen. Ik heb wel in de loop de jaren veel bijgeleerd, maar voor een zoon van een timmerman die alles zelf kon maken, heb ik trouwens een grote achterstand die ik nooit meer kan inhalen. Mijn pa maakte alles, van meubels tot houten speelgoed, en was handig in het oplossen van de klussen in en rondom huis. Ik heb het niet geërfd helaas. En de moeder van mijn vrouw was coupeuse, oftewel naaister, een vrouw die alle kleding maakte, van bruidsjurken tot aan een sinterklaaskostuum. Maar mijn vrouw kan het ook niet, dus ik mag wel zeggen dat wij elkaar goed gevonden hebben. Ik voel me ook altijd doodongelukkig in een bouwmarkt waar ik heen moest omdat ik iets nodig had. Moet ik erheen om een bepaald model schroefje te zoeken dat een bepaalde technische naam blijkt te hebben, en dan weet ik dat natuurlijk niet meer. Dus ik zoek me suf naar een schroefje van drie cm met op het einde een oogje van 1 cm doorsnede met schroefdraad tot op de helft terwijl ik pas na mijn zoektocht hoor dat het zus en zo heet. Heb ik eerst de hele bouwmarkt doorgelopen en alle bakjes met kleine ijzerwaren doorgespit om hetzelfde te zoeken. En op zulke momenten zie je ook niemand aan wie je jouw probleem kunt voorleggen. In de gouden tijden van de bouwmarkt liep elke havo-scholier er in zijn vrije tijd zijn vakantiegeld bij elkaar te verdienen, maar nu loopt er hooguit vijf man personeel rond, en allemaal met een oortje en een microfoontje opgetooid. En ik heb natuurlijk ook nooit begrepen waarom natuurlijk. En als een medewerker van de bouwmarkt me vertelt dat ik op zoek ben naar een 'ditje of een datje' en me de weg wijst naar het artikel, dan pas verschijnt die glimlach op mijn gezicht. Ik weet ook dat de bouwmarkt nooit rijk aan mij zal worden, want alle afdelingen met elektrisch gereedschap, loodgietersmaterialen, sanitair, planken en bouwmaterialen mag ik gewoon overslaan en links laten liggen. Heel af en toe zoek ik een lampje, wat tegenwoordig ook al niet gemakkelijk is, of soms heb ik iets nodig voor in de tuin. Dat de bouwmarkt ook volop tuinmeubelen, fietsen, gordijnen en tapijten verkoopt, zal me een worst wezen. Bouwmarkten zijn niet voor mij uitgevonden en ik word ook zelden waargenomen in een dergelijke winkel. Ja, af en toe hebben ze mooie plantjes voor in de tuin. Die staan dan buiten voor de winkel en dan hoef ik alleen maar naar binnen om af te rekenen bij de kassa. Dus op dat moment heb ik geen Gamma-trauma.
Terug naar de onhandige verpakkingen dus. Ik begon met het lipje van het blikje. Maar verder heb je nog het in plastic verpakte stuk kaas, de vleeswaren die zich in hetzelfde materiaal bevinden, alle blisterverpakkingen die je alleen met gevaar voor eigen leven met een schaar of een mes kunt openen, de flessen schoonmaakmiddel die kindveilig zijn gemaakt met een schroefdop die een kind inderdaad niet open krijgt, maar een oudere met reuma in de handen ook niet, en de deksels op de glazen potjes die je met geen mogelijkheid open kunt draaien. Natuurlijk hebben we daar gelukkig allerlei hulpmiddelen voor, maar toch weet je dat het anders moet kunnen. Er is een fabrikant die dat begrepen heeft. Die, waar je de groenten van moet hebben, heeft een dubbel dekseltje uitgevonden, waarbij het buitendeksel dienst doet als een soort werktuig om het tweede dekseltje eronder los te draaien. Voor mij is het de uitvinding van de eeuw, maar die fabrikant vertikt het om die uitvinding ook te verkopen aan andere conservenfabrieken. Natuurlijk is het patent voor hem en die meneer wil dat alleen toepassen op zijn eigen potjes, maar eigenlijk vind ik dat de regering alle conservenfabrieken zou moeten verplichten hetzelfde systeem toe te passen. De wereld zou er een stuk vrolijker en opgewekter van worden, denk ik dan simpel genoeg. Maar ondanks alle klachten van consumenten, werken alle bedrijven in de verpakkingsindustrie op dezelfde voet verder zonder veel nieuwe ontwikkelingen te melden. Terwijl de consument vergrijst, en handigheid inderdaad handig zou zijn, laten ze hier een gemiste kans liggen. Ik opende mijn wekelijks verhaal met het lipje van het blik, ik zal het vandaag maar sluiten met een stevige ouderwetse elastiek waar de postbode zijn brieven mee bij elkaar hield. Ik sluit er ook altijd mijn
aangebroken verpakkingen mee, of het nu het zakje basterdsuiker of de zak hondenbrokken is.

 

Week 15

 

Mijn dochter is net vanochtend geland op Schiphol. Ze heeft met haar partner een weekje New York gedaan. Ik ben heel benieuwd naar hun indrukken. Vermoedelijk vandaag een jetlag en dan morgen maar weer aan het werk. Ik zou een week nodig hebben om bij te komen van alles. Ik heb haar vanochtend even telefonisch gesproken, in de trein onderweg, van Schiphol naar huis. Ongelooflijk waar de jeugd allemaal heen gaat tegenwoordig. Vakantiereisjes naar verre bestemmingen, huwelijksreizen het liefst nog verder weg, en het liefst zo exclusief mogelijk. En dan de jongelui die even, na of tijdens hunstudie, een jaartje ertussenuit gaan. Backpacken, ik moest het woord opzoeken toen ik het voor het eerst hoorde. Jaartje Australië, of Tibet of zoiets. Misschien zou ik het ook wel gedaan hebben als ik de kans gekregen had. Toen wij trouwden in 1976, werd de huwelijksreis een tripje van vijf dagen met de auto naar Luxemburg. Ook leuk en charmant hoor. Maar toen we daar kwamen, bleek dat mijn aanvraag voor het kamertje in een eenvoudig pension daar, wel was binnengekomen, maar nooit door mij was bevestigd. Het werd dus niet een mooie bruidskamer of zo, maar een klein zolderkamertje waar we konden bijkomen van alle festiviteiten van de huwelijksdag en van ver daarvoor. Achteraf lachten we erom, maar het zijn niet nu eenmaal niet de leukste en meest feestelijke momenten. Maar ja, zo'n weekje New York zou ook niets voor mij zijn. Dat weet ik zeker. He hele land Verenigde Staten trekt me niet. Hoewel daar genoeg mooie en menselijke regio's zijn, houd ik gewoon niet van de mentaliteit die ik op de televisie te vaak zie. Ik krijg altijd een vieze smaak in mijn mond als ik reportages zie uit dat land of erover lees. Ze willen altijd de grootste en de beste zijn. Ze blinken ook uit in veel dingen, maar ik mis het sociale aspect daar tussen mensen en mensen. Ik geloof niet dat er een land op de wereld is waar de tegenstellingen tussen mensen onderling groter zijn dan daar. En dan heb ik het niet het onderscheid tussen de rassen, maar veel meer zwart-wit toestanden die daar nog steeds aanwezig zijn. Ben je daar voor een dubbeltje geboren, dan zul je zeker nooit een Amerikaans kwartje worden. Ik heb heel veel moeite met de mensen uit dat land. Ook als je hier in Europa Amerikaanse toeristen tegenkomt, hebben die vaak iets neerbuigends naar ons toe. Zo van “hey you guy's”, wij komen het hier wel eens bekijken. Vaak doen ze wat vanuit de hoogte als ze hier ons miniatuurlandje even komen doen in een dag. Ik hou er niet van. En als ik dan in mijn ooghoek het portret zie van die president van dat land, dan heb ik mijn buik al vol. Een opgeblazen figuur met totaal geen capaciteiten om dat land te leiden is er niet. Als ik die kille oranje kop zie met zijn witte tanden en zijn wapperende handen, die steeds onzin begint uit te kramen als hij zijn mond opendoet. Ik heb er geen woorden voor en ik begrijp de Amerikanen niet die met het meest ingewikkelde verkiezingsstelsel van de wereld hem hebben gekozen. Die man gaat volgens mij nog een keer door de mand vallen. Of het nu is door wanbeleid, of door schandalen, het zal me een worst wezen. Gaan met die banaan, weg met die vent. Dat land heeft een leider nodig en geen clown. En aangezien beledigingen van een 'bevriend' staatshoofd er niet meer toe doen, durf ik dit gerust te zeggen. Dat was in de tijd van president Johnson wel anders, ik weet het. Nee, ik wil niet naar New York of naar een ander deel van dat grote land. New York is mij te druk en te rommelig, ik zou er doodongelukkig worden en bovendien te gestrest. De eerste dag dat je er komt, schijnt volgens sommigen erg overweldigend te zijn. Overal om je heen lawaai, drukte en de spanning van de wereldstad. En je loopt die hele eerste dag alleen maar omhoog te kijken, een andere kant op kan niet eens. Overal verplicht een goede fooi . Ik bedank voor die eer. Als het vliegtuig dan toch die kant op zou gaan, dan moet de piloot me maar naar Canada brengen. Niet alleen lijken de mensen in dat land me veel sympathieker, maar bovendien lijkt het me een land waar je veel meer tot rust
kunt komen dan in de USA. Dus Canada staat nog op mijn lijstje, evenals Toscane, Barcelona en Noorwegen. Maar dan moet de portemonnee de komende jaren wel mee willen werken. We krijgen stiekem genoeg op allerlei slinkse manieren hier al genoeg Amerikaanse indrukken binnen. Wat te denken van Valentijnsdag, Halloween, Black Friday, de Kerstman? Allemaal uit die cultuur hier door slimme zakenmensen geïmporteerd en zonder enige schaamte door ons gekopieerd en gewaardeerd. We zijn zo slaafs volgend, we pikken alles wat uit dit land komt. De hamburgers, de hele eetcultuur, de foodtrucks, de Amerikaans aandoende eettentjes en zelfs de koffietentjes waar je tegen betaling van redelijk wat geld de smerigste koffie in oneindig veel variaties kunt drinken. En als je dan daar gewoon koffie bestelt, staan ze je net aan te kijken of je van een andere planeet komt. De hele wereld schijnt Amerikaans te moeten worden, want overal vind je de MacDonalds, de Kentucky Fried Chicken en al die andere eetgelegenheden waar ik liever niet kom. Ooit hebben de eerste kolonisten in dat land de cultuur van de Indianen om zeep geholpen, evenals de trotse Indianen zelf, en hebben vanuit hun toenmalige wingewesten geprobeerd de hele wereld te veroveren met hun plastic cultuur. Een onbeschaafd en onbeschoft zootje is het soms met hun grote auto's, hun politieke wanbeleid, hun gebrek aan mensenrechten, de mogelijkheid hier en daar om een wapen te dragen en hun gebrek aan respect voor andere mensen en voor de natuur. In hun hart hebben de cowboys het gewonnen van de indianen en zelfs de strijd tussen die twee groepen is ons uitgebreid aangeleerd toen er op een gegeven moment alleen maar wildwestfilms werden gemaakt die vooral geëxporteerd moesten worden, om ons ook wijs te maken dat dit de waarheid was. Ja, hun waarheid, en die werd ons eigenlijk gewoon opgedrongen , en ja, misschien nog steeds, en dan op allerlei slinkse manieren. Wij vinden het gewoon om een staatshoofd daar nog steeds een bevriend staatshoofd te noemen, wij importeren nog steeds hun producten en malen hun graan, maar we hoeven nog niet hun normen, waarden en wetten over te nemen. De taal komt ook steeds verder deze kant op. We hebben hier geen gewone beroepen meer, maar managers, floormen en consultants. We spreken niet meer gewoon in lekker Nederlandse woorden en afkortingen, maar we hebben het over ASAP als we zo spoedig mogelijk bedoelen, BFF als je je beste vrienden voor altijd bedoelt en over OMG als je je verbazing wilt uiten. Het houdt niet op. LY om te zeggen dat je van iemand houdt, LOL voor hardop lachen en nog vele anderen. Ik las pas in de krant dat een begeleidster binnen de arbeidsvoorziening in ons land werkloze ouderen van boven de  wil gaan 'empoweren' om ze meer kans op de arbeidsmarkt te geven. Nou die ouderen die voelen wel dat ze voor die arbeidsmarkt afgeschreven zijn. Die mensen weten niet eens wat het woord betekent. Ik kan het weten omdat ik zelf jaren lang in dat circuit heb gewerkt. We moeten Amerikaanse artiesten hier beter gaan vinden dan de eigen artiesten, we moeten Amerikaanse series op handen dragen. Weg met de Amerikanisering, ik heb helemaal niets met die Amerikaanse cultuur. Weg met alle Amerikaanse reclames en reclamekreten, titels van televisieprogramma's, mode, kleding, trends en het overdreven emotioneel reageren op van alles. Ik wil er niks mee te maken hebben!

Iedereen wordt geboren met een bepaald talent. Dat is mijn mening. Alleen niet iedereen ontwikkelt dat verder. Degenen die dat wel doen, hebben er alleen maar profijt van. De een kan in aanleg hard fietsen, de ander mooi schilderen, weer een ander wordt een wonderlijke nerd en een ander kan lekker schrijven. Ik denk dat ik onder die laatste categorie val. Ik besef me dat goed, omdat ik wat vaker aan mijn toetsenbord zit en er plezier aan beleef . Het gaat me goed af om me op papier te uiten. Dat gaat veel beter dan het lekker functioneren in een gesprek. Bovendien wordt mijn gehoor steeds minder, en ik ga beseffen dat ik achteruit ga, ook lichamelijk. Ik wil niet overdrijven, maar ik voel het zo. Daarom probeer ik heldhaftig mijn gedachten op papier te zetten. Ik werk aan een grote roman over mijn vader en over mijn angst op hem te gaan lijken. Ik schrijf een boek over mijn zusje. Ik heb een jeugdboek uit het Engels vertaald, geschreven door een beroemde schrijver uit Nieuw Zeeland, die toevallig ook mijn neef is. Ik werk nog aan drie of vier andere kinderboeken, en het loopt allemaal lekker. Ik wil proberen tegen het einde van het jaar een paar titels in de boekwinkels te hebben liggen. Het jaar kan dan niet meer stuk, en alle financiële gewin is ook bij mij welkom. Met mijn vrouw gaat het steeds beter en zelfs de wasmachine in- en uitladen en dat soort huishoudelijke taken waar ik zelf bang voor was, gaan haar steeds gemakkelijker af. Dat moet helemaal goed komen.
Vanmiddag zat ik ineens te mijmeren over vroeger. Ik zou er veel voor over hebben om zomaar eens een dagje terug te kunnen gaan naar mijn kindertijd. Een dagje kijken hoe het was, hoe ik speelde, hoe ik sliep en droomde, hoe ik slecht zat te eten en hoe ik een keer per week in de wasteil ging en altijd moest huilen omdat ik zeep in mijn ogen kreeg. Met een soort tijdmachine terug naar die tijd, maar ja, het kan niet helaas.
En dan vragen de mensen mij of ik me wel bezig kan houden sinds ik gepensioneerd ben. Nou en of! Ik fiets soms wat, doe een boodschap, schrijf wat, klus wat, maak foto's, houd me bezig met mijn stamboom, en probeer elke middag een kleine siësta te houden, en ik lees wat. En dan vergeet ik nog de helft te noemen, dus ik kom eigenlijk gewoon tijd te kort. Vandaag is het toevallig zo'n natte dag met veel regen, en dan doe ik een beetje van alles. Vanochtend even naar de markt geweest en wat boodschappen gedaan, en koffievisite ontvangen. Hond uitgelaten, dutje gedaan, wat dingen die ik net al noemde. Alles op een relaxte manier die niemand kan storen en mij nog het minste. Lekker toch. Ik hoef mezelf niet op mijn kop te slaan, maar kan mezelf vanwege deze werkwijze alleen maar schouderklopjes geven.
Ik lees ook elke dag de krant, twee keer zelfs. 's Morgens ligt hij op mijn ontbijttafel naast mijn bordje met crackers en mijn beschuitje met jam. Ik spit dat blad elke ochtend uit, lees vooral de koppen en de kleinere artikelen en bewaar de grote stukken voor de avond. Bij voorkeur lees ik die tijdens DWDD, vooral tijdens de minder boeiende onderwerpen met de gasten die toch al vier keer per maand langs komen. Ideaal om je dan te verdiepen in een lang artikel. Een soort vlucht uit het televisieregime en verdwalen in de interessante diepte van de realiteit. Bij de voor mij onbekende gasten leg ik mijn krantje opzij. Ik kan het iedereen aanraden om op deze manier met het ochtendblad bezig te zijn. Mijn krantje was een regionaal dagblad maar heeft door een soort fusie of overname door een landelijke krant meer inhoud gekregen. Gelukkig maar. Alleen erger ik me wel groen en geel aan de talloze advertenties voor gebruiksartikelen, kleding, reizen en theatervoorstellingen. Om de krant te kunnen vullen is het dus een combinatie geworden van nieuwsblad, brochure van een reisbureau, brochure van een schouwburg en postordergids. En dat stoort me mateloos, omdat dit juist de dingen zijn die niet in een nieuwsblad thuishoren. Het is zeker omdat de overlijdensadvertenties te weinig opbrengen. Die lees ik trouwens wel elke dag bijna als eerste. Meestal heeft mijn vrouw die eer. Waarom? Geen idee, ik werp een snelle blik over namen, rugnummers en woonplaatsen en constateer meestal tevreden dat er geen bekenden bij zijn, en ik zelf gelukkig ook nog niet.
Met mijn vrouw gaat het trouwens al wat beter. Ze mag morgen een nieuwe foto van haar gebroken ribben laten maken en ik mag een longfunctietest ondergaan, ook best spannend. Vandaag weer mijn vrouw een beetje geholpen met poetsen: de badkamer gedaan en de kamer gestofzuigd. Wat een klerenbaan om het huishouden te doen!
Vandaag, vrijdag, een medische dag. Zelf eerst in de ochtend een longfunctieonderzoek gehad, waaruit bleek dat ik geen COPD heb. Gelukkig maar, maar wel over een paar dagen een gesprek met de huisarts. Mijn vrouw moest een nieuwe longfoto laten maken om te beoordelen hoe de situatie rondom haar gebroken ribben was. Blijkt er toch een lichte klaplong ook te zijn. Goede adviezen gekregen maar ook vooral het verzoek om onmiddellijk met de spoedeisende hulp contact te leggen bij veranderingen of klachten. Geen hoopvolle berichten zo tegen het weekeinde aan. Morgen maar rustig aan doen.
En dan is het nu morgen. Geloof me, van niks doen word je nog veel meer vermoeid dan van de hele dag bezig zijn. Wat zal de zondag brengen ?

 

'

 

 

Week 14

Het zal ongeveer vijfendertig jaar geleden zijn dat mijn vrouw en ik samen met een bevriend koppel een abonnement hadden op de plaatselijke schouwburg. We gingen dan naar cabaretvoorstellingen in de kleine zaal. Zo'n abonnementje was toen niet duur en je had er een heel jaar plezier van. We gingen naar alle voorstellingen waarvan we tevoren niet wisten of het leuk zou zijn. Veel bekende en toen nog onbekende namen hebben we in kleine intieme zaaltjes mogen zien. We zagen Youp in een van zijn allereerste voorstellingen, Hans Teeuwen, die ik toen al niet leuk vond, samen met zijn inmiddels overleden partner Ronald Smeenk, we zagen André Manuel waarbij de halve zaal wegliep. Mannelijke en vrouwelijke cabaretiers, duo's, groepen, echt alles kruisten we aan op onze bestellijst van de plaatselijke schouwburg. En meestal hadden we een gezellige avond met een drankje erbij, voor, tussen en na de voorstelling. We hebben gelachen, genoten maar er waren ook avonden waarbij geen spier van ons gezicht enige moeite hoefde te doen om zich in te spannen. Voorstellingen waarbij we bijna in slaap dreigden te vallen werden afgewisseld door vrolijkheid en originaliteit waar we jaren later nog over spraken.
Of we het beu geworden zijn, of omdat we vanwege bezuinigingen hebben besloten niet meer te gaan, ik weet het niet meer. Het bevriende koppel woont nu in Duitsland, dus die zien we minder. En in de schouwburg komen we ook minder. En de musical dan? Een musical vind ik de meest verschrikkelijke vorm van theater, dus dat trekt niet. Dat er op de Uitmarkt een speciale avond is om de musical te promoten als opening van het culturele seizoen, vind ik niet getuigen van enige culturele kennis. Wat een meestal uit een vreemde taal vertaalde en bewerkte voorstelling met onze cultuur te maken heeft, begrijp ik niet. Je ziet in het publiek ook alleen maar jonge meisjes vrolijk meedeinen meezingen. Weten zij veel! Toneel zien we nog wel eens een enkele keer, maar de voorkeur ligt nu meer op lichte muziekvoorstellingen. Ik kom nooit in de grote concerthallen zoals HMH of Ziggodome om de simpele reden dat ik niet van die verschrikkelijke grote mensenmassa's houd. Ik kan er niet tegen om met duizenden mensen in een hal gepropt naar een concert te kijken met kleine muzikanten ergens in de verte die vergroot worden op een kolossaal scherm. Cabaret in een groot complex is helemaal uit den boze en een vloek voor publiek en artiest, waarbij alleen financieel gewin lijkt te heersen. Ik wil in een klein intiem zaaltje de optredende artiest zien, voelen en ruiken. Maar tegenwoordig gaan we er maar weinig meer heen. Wat ik nu aan cabaret op de televisie zie, mag die naam niet eens dragen. Of je ziet voorstellingen van grote artiesten waar fors in is geknipt omwille van de zendtijd en de financiën, of je ziet komedianten die zich proberen populair te maken met voorstellingen die kant noch wal raken. Ja, ik kijk wel eens, maar heb het na een kwartiertje wel gezien. Ik mis de echte humor, de spitsvondigheden, de alertheid, de vondsten, de attributen, kortom, ik mis vooral de persoonlijkheid. Het is gewoon waterverf en die is nu eenmaal geen lang leven beschoren, dat is bekend. En dan heb ik het niet eens over de comedians , wat weer een apart ras schijnt te zijn. Wat ze vooral doen is op het toneel op en neer lopen met een te grote microfoon in de hand, en proberen uit te leggen waarom we volgens hen moeten lachen. Of ik snap hun humor niet, of ze hebben het niet. Helemaal erg wordt het als ze Amerikaanse comedians in een Nederlands programma laten zien, een scherp gesneden fragment, waar we dan bijna gedwongen om moeten gaan lachen volgens de presentator. Het is het helemaal niet, als je begrijpt wat ik bedoel, het is compleet Amerikaans, dus zonder humor, te vergelijken met Duitse humor, dus ook niks. Wel schijnt het in de mode te zijn om het allemaal erg goed te vinden, maar het kan niet tippen aan het niveau dat Nederland ooit had op dit gebied.
Nog zo'n over het paard getild figuur is die formule 1 coureur, de zoon van zijn beroemde vader. Het is voor mij een sport die niet eens sport mag heten en die zoveel aandacht trekt door vooral ondermaats te presteren net zoals zijn vader dat deed. Maar grote sponsoren bieden hem volop geld om autootjes, stickers, en vlaggetjes te mogen laten verkopen . Hij zelf rijdt in zo'n bak, maar presteert niet echt constant terwijl iedereen hardop roept dat het allemaal nog gaat komen. Ik vind trouwens die sport helemaal niet meer kunnen in deze wereld waarin bezuinigen en energieneutraal leven en werken voorop moet staan. Het is een beetje van de zotte dat we allemaal net zo gek worden om die hele racewereld. Aan mij zullen die lui geen stuiver verdienen in dit circuit. En ook over auto's: verbied alle radioreclame met daarin claxon- en sirenegeluiden. Zeer verwarrend!

 

Week 13

Ik heb helemaal niets met uitslapen, ik kan het helemaal niet. Ik vind het een beetje onzinnig om 's morgens wakker in mijn bed te liggen en te liggen piekeren wat ik beter met die tijd had kunnen doen. Maar sinds dit weekend de zomertijd weer is ingevoerd, ben ik wel even van slag geweest. Ontwaken als het nog donker is en toch 's avonds eerder moe zijn maken me altijd een paar dagen tot een moeilijke man. Ik heb nog nooit het nut van die hele zomertijd ingezien, zeker als je beseft dat drie kwart van de wereldbevolking er niet aan mee doet. Ooit werd het ingevoerd om met die ogenschijnlijk langere dag de productie te verhogen en de economie te stimuleren, maar dat is inmiddels allemaal achterhaald. En elk jaar weer komen de discussies terug om het wel of niet af te schaffen maar ook elk jaar weet je al bij voorbaat de uitslag: handhaven. En ik vind het echt een situatie van niks. Als je weet hoeveel moeite het de kleine kinderen kost om eraan te wennen, hoeveel biologische klokken worden ontregeld en hoeveel fouten er worden gemaakt in verband met de verandering in je dagritme. Voor mijn deur brandt elke avond een groot formaat theelicht dat in een lantaarntje staat. Als we 's avonds de hond hebben uitgelaten, blazen we het uit. Het enige wat ik nu economisch merk van de zomertijd is dat ik minder theelichten (vreemd woord eigenlijk) hoef te kopen omdat het minder vroeg donker is. Als nu de fietsers ook allemaal eens goede verlichting op hun fiets zouden gebruiken, zou de hele wereld er lichter uit zien. Ik maak me druk om het fietsverkeer bij de middelbare scholen. De jeugd let niet op, steekt over zonder te kijken, rijdt met minimaal zijn drieën naast elkaar en is gewoon roekeloos. Ze bellen, appen, doen in hun ogen stoer en zijn een gevaar op de weg voor zichzelf en voor anderen. De gemeente in mijn dorp heeft onlangs de fietspaden aangepakt bij een van die middelbare scholen. Ze hebben de fietspaden verbreed. Naar mijn mening hadden ze die nu juist moeten versmallen zodat de scholieren verplicht zouden worden om een voor een achter elkaar te gaan rijden. Dan zou de verkeerssituatie pas veiliger geworden zijn!
Krijgt u tegenwoordig ook zo weinig post? Ik kan me de tijd nog herinneren dat de post twee keer per dag de brieven bezorgde. Ik zat als kind te wachten bij het raam omdat die man (ja, toen nog wel) altijd rond dezelfde tijd langs kwam. Daar kon je de klok op gelijk zetten. Bij de tweede bestelling had hij maar weinig post, maar toch zag je hem altijd rond dezelfde tijd door je straat fietsen. Tegenwoordig komt hij officieel op maandag al niet meer, en ook op donderdag zie ik hem eigenlijk nooit. Volgens mij is dat officieel niet zo, maar er is naar mijn mening een geheime afspraak tussen PostNL en zijn personeel om op die dag ook maar niets te bezorgen. En als hij dan komt, zit er vaak allerlei rommel bij: een floddertje van de Albert Heijn, een papiertje van de plaatselijke sportschool of een krantje. Bovendien wisselen de tijden van bezorging ook vaak. Soms komt hij of zij rond de middag, maar tussen 18 en 19 uur is ook geen uitzondering hier. De service van de post is niet meer wat die was. En dan nog willen ze elk jaar de posttarieven verhogen vanwege de gestegen kosten... Te zot voor woorden eigenlijk! En dan hebben we het nog niet eens gehad over de foutief bezorgde brieven. Volgens mij zijn er postbezorgers (want die goede oude postbodes bestaan niet meer) die niet eens kunnen lezen. Anders weet ik ook niet hoe het komt dat het allemaal zo slecht gesteld is met onze postbezorging.
Ook in andere sectoren gaat het niet goed. Wij hebben de luxe van een groot overdekt winkelcentrum. Het is niet echt mooi. Toen wijlen Boudewijn Büch het jaren geleden bezocht omdat er ook een klein boeken antiquariaat in was gevestigd, schreef hij erover in een column dat het de sfeer had van een mortuarium, en misschien is dat ook wel zo. Het is te kolossaal, te hoog, te kil en de winkels zijn van een standaard waar je elk willekeurig stadscentrum mee zou kunnen vullen. Alleen komen er nu steeds meer winkels vanwege onder andere de hoge huurprijzen leeg te staan. Dat ziet er kaal uit, maar de beheerder plakt dan raamgrote stickers tegen het raam met de vrolijkste foto's en spetterende kleuren. Dat moet dan aantrekkelijk heten. Of ze zetten er een tijdelijke pop-up winkel in of zo'n winkel met allerlei brollen en prullen, die ze dan een outlet winkel noemen. Jaren geleden wilde onze gemeente ontzettend graag een outletcentrum openen aan de rand van het dorp. Het werd bijna een ruzie met een naburige grote stad, die uiteindelijk toch aan het langste eind trok en een mooi centrum neerplantte dat ook nog schijnt te renderen. En nu hebben we in ons overdekte winkelcentrum eigenlijk ook een outletcentrum, omdat zoveel van die Actions, Big Bazars en SoLow winkels eigenlijk ook hun spullen er proberen te slijten. De echte winkeliers klagen allemaal over lagere omzetten, moeilijk kopend publiek, en desinteresse bij de kopers. En ja, dat klopt. Kijken, kijken, niet kopen is nu ook hier de boodschap geworden. Of zouden de mensen nu toch al zover geëvolueerd zijn dat ze alleen maar het broodnodige nog kopen? Ik hoop dat de koopziekte van sommigen afneemt en dat het gezond verstand gaat overheersen. Per ongeluk was ik met mijn vrouw in een kledingwinkel omdat ze echt iets nieuws nodig had. Ik stond verteld van de prijskaartjes aan die jurken, broeken en bloezen, zoals ik ze maar noem. Daar stonden prijzen op die per land verschillend waren. Zelfs in landen die allemaal de euro als betaalmiddel hanteren, hebben verschillende prijzen op het kaartje staan. Zo kostte dezelfde rok in Nederland 65 euro, in België 75 en in Duitsland 60 euro. Hoezo één Europa? Nee, we zijn er nog lang niet en het is voor mij nog steeds de vraag of dat er ooit gaat komen. Als ik al zie dat zelfs de benzineprijzen voor je auto in elk land van Europa anders liggen, dan zijn we er nog lang niet, denk ik dan met een grote frons in mijn hoofd.

 

 

Week 12

 

De week staat helemaal in het teken van de verkiezingen. Voor de gemeenteraad in dit geval. Dat zou toch dichterbij de mensen moeten staan dan de Provincie of Tweede Kamer. Het is weer opvallend hoe goed landelijke politici zich inzetten om het resultaat ook voor hun partij goed te laten zijn. Scoren is de boodschap, en de peilingen vliegen me weer om de oren. Gisteravond zag ik iets in het NOS journaal waar ik heel blij mee was en dat mijn opvatting over die verkiezingen enorm gesterkt heeft. De presentator meldde dat er in het zuiden van het land, en dat is toevallig waar ik ook woon, heel anders tegen die verkiezingen wordt aangekeken. Het bevestigt helemaal mijn idee dat ik al jaren heb. Het gaat er bij ons niet om dat die landelijke politieke partijen een beleid voor de gemeente uitstippelen en zo proberen zetels in de gemeenteraad te halen. Bij ons gaat het veel meer dan elders in het land om de lokale partijen, waarvan je nog mensen met naam en bijnaam kent. Soms omdat ze het al jaren naar tevredenheid doen, soms omdat je zulke personen gemakkelijk op hun presteren of falen kunt aanspreken. Nummer twee van lijst drie kan zomaar je buurman om de hoek zijn, en nummer zes is de moeder van je beste vriendin. De kandidaten streven niet naar landelijke politieke doelen, maar naar het welzijn binnen de gemeente en in dit soort zaken staat politiek dus veel dichterbij de kiezer. Of dat iets uitmaakt voor de kiezer? Nou, ik denk het eigenlijk niet, want ook hier is het voor veel mensen nog te moeilijk om de gang naar het stemlokaal te maken. Zelfs plaatselijke politieke partijen kunnen daar weinig aan veranderen. Ons Etten-Leur, Ons Breda, Ons Venlo. Het zijn nu eenmaal geen namen die getuigen van een participatiemaatschappij, maar eerder van eigenbelang. Alles is van ons. En wat te denken van namen als Gemeenschapsbelang, Algemeen Belang of Gemeentebelangen? Het zijn nu niet de namen die de schoonheidsprijzen verdienen. Bovendien zijn veel van de leden ook al actief in de plaatselijke carnavalsverenigingen, de boerenbond of als voorzitter van de havenfeesten. En de programma's zijn vaak ook al om te huilen: punten als gratis parkeren in de stad, meer veiligheid, een ongelijkvloerse kruising met het spoor of een betere organisatie van de vuilnisophaaldienst. En als er dan nog bij staat “Wij beloven” dan weet je al je al helemaal hoe laat het is. Het zijn allemaal kreten die leuk zijn om te beloven, maar die je als enkel partijtje van doorgaans feestvierders moeilijk zult kunnen realiseren. En dat weten ze zelf donders goed. En daarom delen ze al weken tevoren pennen, ballonnen en rolletjes pepermunt uit aan willekeurige voorbijgangers in de hoop dat ze juist op hen willen gaan stemmen. Allemaal zoethoudertjes en het lijkt een beetje op de kraaltjes en de spiegeltjes die mensen vroeger in de ontwikkelingslanden werden aangeboden. Daar zijn we goed in. Ik moet eerlijk bekennen dat ik er zelf ook aan mee heb gedaan. In 1976 ging ik met mijn toen nog aanstaande vrouw op vliegvakantie naar Bulgarije, een land dat toen aan een toeristisch avontuur begon. Het reisbureau adviseerde ons toen om vooral veel balpennen en panty's mee te nemen, omdat de mensen daar er erg dol op zouden zijn en ermee blij gemaakt kunnen worden. Een ideaal fooimiddel dus !
Maar het enige wat ze toen van ons wilden waren onze jeans en andere spijkerkleding. Ze zouden alles zo van ons kont hebben willen trekken nadat ze het gekocht hadden natuurlijk ! De plaatselijke politiek begint hier een beetje op te lijken: de kandidaten willen van ons zoveel mogelijk stemmen om de komende vier jaar vooral een vinger in de gemeentepap te willen hebben. En ik ga stemmen en weet ook al op wie: een landelijke partij die hier weer meedoet nadat ze vorige keer niet hebben deelgenomen aan de verkiezingen. En ja, toevallig ken ik er een mevrouw van, die ik als plaatselijke politicus hoog heb staan. En ik verwacht het nodige van haar, omdat ze ook in een eerdere raadsperiode erg actief was. Op haar en op die partij heb ik mijn hoop gevestigd. En die hoop is nog niet verloren.
De andere zaak die speelt is de zaak van de graaibankiers. Het woord alleen al verdient het om in van Dale te komen, daar is geen complexe commissie voor nodig. Terwijl wij als consumenten die destijds als klant de grote banken zijn binnengepraat, ongewild de dupe zijn. Weg van het loonzakje, alle bazen moesten de salarissen giraal gaan betalen om het leven een stuk gemakkelijker te maken. Geen extra kosten, alles gratis en zelfs rente op je betaalrekening toe. Je kreeg een pasje, keurige afschriften per post thuis, geen rompslomp, je kon alles automatisch laten overboeken. En nu lijken we in de periode te zijn gekomen dat de bankbazen hun salaris automatisch kunnen laten verhogen. Ten koste van de consument die volgens systeem elk jaar meer moet gaan betalen voor het pasje, voor de overboekingen , voor de service, voor de beloningen van de toppers van de bank. Wil je een keer een medewerker spreken, dan kost je dat de nodige telefoontjes, mailtjes en brieven, en als je dan geluk hebt, kun je een paar weken later langskomen op de bank voor een gesprekje dat niet te lang mag duren. Wil je iets in een bankkluisje opbergen, dan ben je na een paar jaar al niet zeker meer of criminelen jou niet voor zijn geweest toen je het leeg wou komen maken. Volgens de minister vallen de banken onder de dienstverlenende sector. Het is alleen jammer dat de mensen die er nu nog werken, dat nog niet weten. Degenen die de afgelopen jaren ontslagen zijn vanwege de automatiseringen weten wel beter. Waar is de tijd gebleven dat er een juffrouw van de bank je schoolklas in kwam om spaarzegeltjes te verkopen. Als je kaart vol was, kon je hem naar de bank brengen en dan werd je gespaarde bedrag keurig in guldens in je boekje bijgeschreven. Waar is die tijd gebleven ? En waar mijn zuinig gespaarde geld?

 

 

Week 11

Een paar keer per jaar viel bij ons thuis de dikke Wehkamp catalogus in de brievenbus. Gek genoeg had ik daar zelfs als jonge man belangstelling voor. Niet zozeer voor de kleding die in de mode was, hoewel de badpakken en bikini's wel mijn aandacht trokken. Het gebeurde een enkele keer dat het boek met die dames mee naar boven mee ging op mijn kamer om daar met die voor mij toen sexy foto's voor een beetje ontspanning te zorgen. En verder had de catalogus vooral mijn aandacht vanwege alle apparatuur die in het achterste deel afgebeeld stond. Radio, televisie, hifi, het kon me allemaal erg boeien. Ik vond het leuk om te ontdekken welke nieuwe apparaten er nu weer op de markt waren. Niet om die te gaan kopen, maar om in het achterhoofd te houden als de spullen die ik toen had, het zouden gaan begeven. Ik heb er nooit iets besteld, maar ik wist wel een beetje wat er op de markt was. Tegen de tijd dat er een nieuwe stereoset moest komen, had ik het boek al lang bestudeerd en ik had een lijstje gemaakt van de spullen die me wel mooi en aantrekkelijk leken. Met dat briefje in de hand ging ik alle zaken in de grote stad langs om te kijken waar ze die apparatuur het goedkoopste aanboden, en dan kocht ik die daar. Nu is dat allemaal niet meer nodig, want we hebben internet en prijzen vergelijken is een koud kunstje geworden. Maar even terug naar die kleding bij Wehkamp. Alles wat erin stond, leek mij tijdloos, geschikt voor alle gelegenheden en seizoenen. Met dat spul kon je voor de dag komen, leek mij. Maar als je ooit iets bestelde, dan bleek het stofje net iets fletser en dunner dan het op de foto leek, en vaak werd het dan ook teruggestuurd. Ik had trouwens geen verstand van mode, en nu eigenlijk nog niet. Ik koop meestal voor mezelf mijn kleding in een herenmodezaak die twee keer per jaar in de uitverkoop prima, mooi en kwalitatief goed spul verkoopt tegen aantrekkelijke prijzen. Tijd om mijn slag te slaan in juni en in december dus. En dat lukt vaak ook nog. Met mijn vrouw gaat het wat moeilijker: zij moet een aantal winkels bezoeken om haar keuze te kunnen maken. De vraag of iets wel kan bij haar, staat dan vaak centraal. En of ze het ook nog volgend seizoen aan kan, is vraag twee. Want damesmode schijnt nog meer aan mode onderhevig te zijn dan die bij mannen. Bij de dames wordt al ongeveer drie jaar tevoren internationaal bepaald wat de trend wordt en welke kleuren in welk seizoen aan de beurt zijn. Het ene jaar veel paars, het andere jaar mintgroen en dan weer karmijnrood. En dat alles in talloze vormen en variaties. En als je een jaar later nog je paarse pakje draagt, ben je eigenlijk al gezien, omdat je achterloopt in de mode. Wat laten we ons elk jaar toch weer bedonderen door die hele mode-industrie! En ook de schoenenbranche speelt erop in, evenals alles wat onder de noemer mode-accessoires valt, inclusief sokken en brillen. En als je al die trends afzet tegen het modebeeld dat je op straat ziet, merk je gelukkig dat steeds minder mensen zich er iets van aantrekken. Vooral de jeugd houdt er opvattingen op na die op een andere manier tenenkrommend zijn. Dat vind ik dan. Artikelen zoals de jeans, die we vroeger gewoon spijkerbroek noemden en die als ze versleten waren, in de zak van Max verdwenen, lopen nu gewoon op straat. Gaten en scheuren in de broekspijpen, hoe meer hoe liever. Stukken dijbeen, knie en kuit die ook willen zien wat er buiten allemaal gebeurt. Ik vind het geen gezicht, al prikkelen sommige delen van die ontbloting wel een stukje de fantasie. Maar toch zie ik liever een meid in een strak kort broekje dan in een jeans met scheuren. De fabrikant van die dingen had nog wat bedacht om zijn industrie winstgevender te maken, namelijk de broek met het lage kruis. Iets lelijkers is er nog nooit in het straatbeeld geweest. Nou ja, de legging en de broekrok waren ook dieptepunten. Het lage kruis, waarom ? Wie kan het me vertellen ? Er is nog nooit een broek geweest die de naam drollenvanger meer verdiend heeft als deze. Een hopeloos, irriterend , smakeloos en slecht vormgegeven artikel waar je volgens mij mee voor lul loopt, en dan vaak ook nog met de boord van je onderbroek erbovenuit tronend. Volkomen smakeloos. Je moet ook niet kijken naar iedereen die met een joggingbroek, al dan niet blinkend en bij voorkeur met strepen erop, over straat loopt. Geen gezicht, onverzorgd, en tranentrekkend dom. En dan nog een petje op hun kop, al dan niet achterstevoren of scheef. Iemand vertelde me ooit dat het was om hun intelligentie bij elkaar te houden en ik ben dat gaan geloven. En dat ding blijft dan de hele dag zo staan, binnen en buiten en misschien ook nog wel 's nachts in bed. Ja, ik heb ook een petje, voor in de zomer op de fiets, of in de vakantie. Tegen de zon dus, maar wat die jongeren dragen, heeft volgens mij geen enkel voordeel. Ze willen er alleen hun imago mee opkrikken, een imago dat ze niet eens hebben. Ja, en ik heb ook een hoed, ooit voor mijn verjaardag gekregen, maar die zet ik alleen maar op als ik in het donker de hond uitlaat of zo.
In het donker is het donker, maar in mijn hoofd is het vaak toch nog licht. Zolang ik alles kan blijven volgen en ook begrijp, gaat het goed met me. Als ik naar een programma kijk, waarin de moeilijke woorden steeds meer boven komen drijven, haak ik af. Dat is mijn zwarte gat, net zo ongrijpbaar als het zwarte gat waardoor een wetenschapper is overleden. Van alles wat erover hem werd verteld, begrijp ik niets. Ik vind ook dat veel gasten in veel talkshows, ongeacht het format, of in een of andere podcast, zowel in- als outdoor voor het championship kunnen gaan. Man, praat toch gewoon Nederlands. Laat onze mooie taal niet overwoekeren door tal van anders klinkende woorden. Wat schieten we ermee op ? Volgens mij is het begonnen toen onze ouders BlueBand margarine nog gewoon bleubant noemden en Sunlight zeep gewoon sunlicht. Ook bedrijven, zelfs die lokale winkeltjes (of moet ik zeggen shops ?) die een klinkende naam zoeken, moeten niet gaan overdrijven. Hou het Hollands, dus geen Car Styling, Avenue, Gift Shop of Life and Garden. Laat het gewoon Hollands klinken. Dan ben je creatiever en scoor je beter. Overdrijven moet geen overdrive worden.

 

 

 

Week 10

Naarmate ik ouder word, worden de herinneringen talrijker en ook scherper. Ik weet niet hoe het komt , maar alles werkt nog prima bij mij. Dat denk ik tenminste en zolang ik nog kan denken, gaat het allemaal nog goed. Ik vergeet wel eens iets of ik kan niet meer op de naam van iemand komen, maar dat zijn allemaal kleine stapjes richting meneer Alzheimer. Die begint voorzichtig in mijn buurt te komen. Daarnaast komen herinneringen steeds sterker naar voren en ook krijgen ze meer inhoud, ze groeien.
Twee jaar geleden heb ik mijn lidmaatschap van de roomskaholieke kerk opgezegd. Ik heb ermee gewacht tot mijn pa overleden was, want ik kon hem dat niet aandoen. Ik had al jaren genoeg van die instelling, die ik in mijn eigen wereld al langer een poppenkast noemde. Het opzeggen was niet eens zo moeilijk en vrij snel had ik ook de bevestiging binnen. Alleen zijn ze hier in ons dorp niet zo sterk in het administratief vastleggen van dit voor mij heuglijke feit. Tot tweemaal toe kreeg ik van de plaatselijke parochie een brief om mijn parochiebijdrage te voldoen. Ze hadden waarschijnlijk vanwege het teruglopende aantal gelovigen behoefte aan meer geld. Nou, ik dus ook. Maar ook was al het gedoe eromheen ook helemaal zat. Ik heb genoeg van alle schijn die dit geloof ons probeert voor te houden. En dat is juist het geval met de meeste, ja misschien wel met alle geloven die er op deze aarde bestaan. Hoeveel oorlogen zijn er niet uitgevochten vanwege religieuze achtergronden? Hoe vaak zijn er conflicten ontstaan omdat mensen het niet met elkaar eens konden worden omdat de een in Jantje en de ander in Pietje geloofde? Hoe vaak zijn godsdiensten en uitwassen hiervan negatief in het nieuws geweest? Misstanden, misbruik, en vooral vertoningen waar de honden geen heilig brood van lusten. Waarom maakt onze kerk zoveel propaganda dat we alles samen moeten delen en de armen moeten ondersteunen? Pracht en praal volop, alleen niet bij de leden van een kerkgemeenschap over de hele wereld. Hoe lang heeft de katholieke kerk niet die bling-bling vertoningen volgehouden? Toch al vanaf het begin van het ontstaan ervan. Waarom preekte Christus eenvoud en liefde, terwijl de navolgers goud en zilver nodig hadden om hun imago luister bij te zetten? Kijk eens in een willekeurig museum of voor mijn part in de Schatkamer van de Sint Servaasbasiliek in Maastricht. Het goud, zilver, en andere edele metalen doen pijn aan je ogen als het ziet. Het is een soort TEFAF die het hele jaar duurt, en dat over een periode van 2000 jaar. Goud was ook voor de kerk een machtsmiddel. Moest ook niet elke pastoor en kapelaan een gouden of zilveren kelk hebben om zijn ambt uit te kunnen oefenen? Hoeveel kunst is er de afgelopen twintig eeuwen vervaardigd voor of in opdracht van de kerk? En wie betaalde dat? De gewone gelovige, die je wel alles wijs kon maken, want anders zou die alleen dood en verdoemenis in zijn sobere leven tegenkomen. Nee, als de kerk, of zoals de Belgen zeggen met een voortreffelijke woordkeuze, de kerkfabriek, zich nooit zo hoog hebben kunnen verheffen. Het werd mij op een gegeven ogenblik allemaal te veel. Kruistochten die met onduidelijke doelstellingen overal onschuldige slachtoffers hebben gemaakt, pastoors die door dorpsgemeenschappen meer dan riant werden onderhouden, paters die over de wereld uitzwermden om iedereen te gaan bekeren, kindermisbruik, en de vele nutteloze gebruiken waar de mensen aan moesten voldoen. Niet te communie gaan als je niet nuchter was, aflaten verdienen door in en uit de kerk te lopen, biechten. Lees meer over deze tijd die nog geen vijftien jaar achter ons ligt en je snapt waarom de kerk zelf niet meer geloofwaardig genoemd kan worden. En dan te bedenken dat ik vroeger een brave misdienaar ben geweest, die ook van de hosties en de miswijn heeft gesnoept, en die ook in een jurk geprobeerd heeft die valse schijn mee op te houden. Die jurk ophouden moest je ook met een koord, want die kleden waren altijd te groot. Ik heb er vrede mee dat die tijd van 'geloven' voor mij voorbij is. Tenminste, dat geloof ik. Wat zijn wij vroeger voor de gek gehouden, belazerd. Er werd gedreigd met hel en nog erger, en alleen degenen die in het voorgeschreven keurslijf leefden, verdienden de hemel. Het is werkelijk van de zotte. Tijd om alles te ontmaskeren.
Ontmaskeren gaat deze week ook met de mol gebeuren. Mijn vrouw kijkt naar dat programma en ik probeer dan te lezen. Ik snap wel dat er iemand de zaak probeert te saboteren, maar de kijker krijgt dat toch niet te zien. Het is en blijft een montageprogramma, en alleen de producers en regisseurs laten zien wat we zonder argwaan te krijgen, mogen zien. En dat is niet de mol, die wordt keurig buiten beeld gehouden. Ik kijk af en toe schuin over de rand van mijn boek heen om de mooie opnamen van landschappen te bekijken en het leven in zo'n buitenlands land. Mooi hoor, maar verder snap ik niets van het spel en ik wil het ook niet snappen. En dan krijg je na de uitzending nog een discussiegroepje om te praten over hoe je nu had kunnen zien wie de mol was, maar die ellende kan ik gelukkig voorkomen. Wie is de mol? Nou thuis ben ik het gewoon, want ik ben hier de saboteur!

 

.

Week 9

 

Soms moet ik nog wel eens denken aan de tijd dat ik de muziek ontdekte die voor mijn leeftijd uitgevonden leek. Op mijn slaapkamertje waar ik ook studeerde, stond een oude radio die in de avonduren vaak op Radio Luxemburg stond en ik had ook een klein transistortje dat ik voor 39,95 gulden van mijn spaarcentjes had gekocht.  En dat ding stoorde flink. Op de middelbare school, dus nu bijna vijfenvijftig jaar geleden ontdekte ik de popmuziek en al snel bleek dat mijn ouders dat geen goede keuze vonden. Zij vonden alles van Beatles, Stones, Roy Orbison, Shadows, Buddy Holly, maar verschrikkelijk geschreeuw en ongezonde herrie. Zij hielden van accordeonmuziek en alles wat uit de stal van Johnny Hoes kwam. Het is eigenlijk wel typisch dat de geschiedenis zich herhaalt. Ik houd absoluut niet van sommige soorten muziek, als je dat tenminste muziek kunt noemen. Ik heb een bloedhekel aan alles wat 'rap' heet en begrijp ook niet wat er zo knap of leuk aan is. Op mij komt het over als een te gemakkelijke manier om een lied te maken zonder dat je hoeft te kunnen zingen. Bovendien staan de teksten vaak in een soort Nederlands dat te wazig is en dat niet zonder fouten kan worden gepresenteerd. Ik zal maar niet de uitspraak van die gasten noemen, want het is vaak nog onverstaanbaar. Ik walg ervan. Ook heb ik een bloedhekel aan 'disco' en vooral aan 'hardstyle' . Ik weet niet eens wat het eigenlijk precies is, maar heb wel een idee. Zie je een hoop half ontklede en zweterige jongelui die op de maat van stevige bassen staan te springen met een hand in de lucht, en in de andere een blikje van iets, die bedwelmd uit de ogen kijken, dan weet ik al genoeg. Zag deze week nog een stratenmakertje op de televisie die het dj zijn als hobby had en zich een enkele keer, natuurlijk met een petje op zijn kop en oorbelletjes in zijn oren, waagde aan het dj spelen voor een troep andere op- en aangeschoten jongelui. Zijn kleine kopje kwam net boven zijn armen vol  tatoeages uit. Een tafereel vol triestheid, een teken des tijds. Ik voel me net als mijn ouders die mijn muzieksmaak afkeurden. Zo keur ik nu dit af, met dat verschil dat dit met de beste wil van de wereld geen muziek genoemd meer mag worden. Gelukkig heb ik mijn eigen smaak behouden en heb ik een uitgebreid assortiment met mijn muziek mogen behouden. Ik koester het : alle groepen uit mijn jeugd, al dan niet met vet klinkende gitaren, de zangeressen met hun uitstraling, de cabaretiers, de luisterliedjes-artiesten, de klassieke muziek. En de cowboymuziek zoals mijn pa het altijd noemde. Hij hield wel van Bonanza, maar daar hield zijn belangstelling voor het wilde westen mee op. Sorry, maar wat ik nu vaak hoor, mag geen muziek meer heten helaas. Zo zie ik het.

De kranten schrijven weer volop over het verloop van onze nationale voetbalcompetitie. Ik neem het voor kennisgeving aan en bekijk alleen de plaatjes in de hoop ooit zelf ook mooie sportfoto's te kunnen maken.

Hier in het dorp is meestal weinig te merken van de landelijke politiek. De gemeenteraadsverkiezingen geven wat reuring, maar aangezien het opkomstpercentage altijd laag is, leeft dat hier niet zo.  Ook hier doen landelijke partijen mee, naast wat lokale hobbyclubjes die soms de straat opgaan om de mening van het volk te peilen en te kijken wat er onder de mensen leeft. We zullen het wel weer gaan merken als het zover is, maar ik heb weinig hoop dat er iets verandert. Het leeft hier niet, en dat vind ik prima. Ik stem op de mensen die het de afgelopen vier jaar goed gedaan hebben, en dan is de keuze niet zo groot. .. Ik kom er nog op terug!

Op de dag dat eigenlijk de meteorologische lente begint, is hier de winter begonnen met sneeuw en ijs. Ik voelde het al aankomen dus heb gisteren mijn boodschappen al gedaan. Kon ik lekker vandaag met de hond door de sneeuw rennen. Na enige aarzeling kwam dan toch het rennen, het spelen en het lekker bezig zijn. Ik houd van de sneeuw, van de schitterende echte plaatjes in het echt . Het zijn een soort levende kerstkaarten en ik zie dat graag, maar het moet niet langer duren dan een dag of drie. Daarna echt op naar de lente.

Gisteravond maakten ze die zanger bekend voor het songfestival. Totaal verkeerde keuze, is mijn idee. En ik denk ook nogmaals  dat we maar gewoon moeten stoppen met die flauwekul van het songfestival. Moet maar weer eens een Kamercommissie op los worden gelaten.

 

 

 

 

 

Week 8

Vanochtend hoorde ik in de badkamer, want daar heb ik ook een radiootje staan, een interview op de regionale zender. Iemand had het over een tentoonstelling die ze gingen inrichten. De dame vertelde er uitgebreid over en op een bepaald ogenblik had ze het erover dat er werk van 'echte' kunstenaars zou komen. Ik moest even mijn wenkbrauwen fronsen en vroeg me af of ik dat wel goed had gehoord. Maar toen ze het even later herhaalde, wist ik het zeker. Ik begrijp niet zo goed wat ze met die term bedoelde. Zouden er ook valse kunstenaars zijn ? Geen idee. Ik kan me wel voorstellen dat ze bedoelde dat het niet om 'prutsers' zou gaan, want daar hebben we er in dit land maar genoeg van. Wat ze dan tegenwoordig conceptuele kunst noemen, is het aankijken niet waard. Iemand die de vloer van een museum met pindakaas mag insmeren of iemand die een Volkswagen Kever ondersteboven met kabels aan het plafond van een museumzaal mag ophangen, is voor mij geen kunstenaar, maar een prutser die op een gemakkelijke manier een leuk bedrag kan vangen voor een klus waar je zelfs geen opleiding voor hebt hoeven volgen. Een soort Gamma-kunstenaar dus. Wanneer gaat dit land over tot erkenning van de enige echte kunstenaars, de mensen met een stuk ambacht in hun vingers ? We moeten ons hier niks wijs laten maken!
De Olympische Winterspelen zijn ook aan de gang. Ik geef niet zoveel om schaatsen, maar een paar nerveuze verslaggevers die ze in een studio ergens ver weg hebben gedumpt, wel blijkbaar. Ze moeten ons wijs maken dat we nog kans maken op een medaille voor verschillende onderdelen, maar wat ik vreesde, is al uitgekomen. De beloofde winnaars werden verliezers en een enkele onbekende atleet zakte niet door het ijs, maar bleek de revelatie van het toernooi. Zo moeten we het hier hebben. Het gaat om prestaties en het bewijs het echt te kunnen. Laat het maar eens zien, in die wedstrijd op dat toernooi. Niet al weken tevoren als gedoodverfd favoriet, dat werkt gewoon niet. Wij Nederlanders zijn er altijd al sterk in om te voorspellen hoe wedstrijden gaan verlopen en naar wie goud, zilver en brons zal gaan. We denken te weten wie er de Tour de France gaat winnen, de ronde van Lutjebroek, de Elfstedentocht van 2025 en wie er landskampioen voetbal in de eredivisie gaat worden. Dat kan toch niet. Trouwens, over voetbal gesproken, ik weet er zo weinig van dat ik dit gerust durf te zeggen : het is heel krom om als een ploeg niet goed presteert, de trainer naar huis te sturen ! Ze moeten toch gewoon het team laten vallen, die bepalen toch de wedstrijd. Waar zijn we nu mee bezig in de sport ? Dan kopen ze toch gewoon een nieuwe ploeg in plaats van een nieuwe trainer. Wat kan die man er nou aan doen ? En waarom zie je nog bijna geen enkele vrouwelijke trainer ? Moet toch ook kunnen ! Vrouw in de voetbal, hard nodig, denk ik.
Verder is het deze week wel lekker weer. Koud, maar met een zonnetje. Je zou er bijna je zonnebril voor opzoeken. Is weer even geleden, dus met dit zonnetje ben ik blij. Laten we hopen dat we de zonnebril dit jaar vaak nodig zullen hebben. Hoewel een bril en warmte bij mij niet zo goed samen gaan. Ik zweet nogal gemakkelijk en dan heeft je bril of je zonnebril vaak de neiging om wat te gaan schuiven op je neus en achter je oren. Je kunt hem bij de opticien wel weer wat strakker laten zetten, maar dan gaat het weer knellen. Een bril heb je nodig, maar het is ook wel eens een ongemak. En dan zijn die brillen van tegenwoordig ook allemaal zo lelijk groot. Het zijn van die
kolossale monturen, waar je drie jaar geleden nog om zou zijn uitgelachen en nu heeft bijna iedere brildrager zo'n ding. Ik moet bekennen dat ik zelf een foeilelijk groot montuur heb, maar ik heb nogal een dikke kop en ben gebonden aan de grote maten. Dus dat was dan de enige optie. Ze hadden niet zoveel keuze bij die winkel waar ik kwam. Maar je weet al wel hoe ik over de acties van die winkelketens in brillen denk. De manager van die winkel S. in mijn woonplaats vertelde mij dat de keten S. alleen maar de grootste opticien van het land wil worden, en dat belangen van klanten in feite secundair zijn. Bij alle acties moet volgens hem de klant maar eens de kleine letters van de voorwaarden lezen, was zijn advies. Daar heb ik trouwens weer een aparte bril voor nodig. Nou ja, laten we het maar houden op de landelijke opticien-maffia, want wat de andere winkels op dit gebied aan aanbiedingen bieden, lijkt me ook niet helemaal zuiver. Neem die zaak met die naam die anders is. Mijn vrouw wilde er een nieuwe bril kopen. Zij heeft een lui oog, dus voor het linkeroog hoeft alleen maar een soort vensterglas te komen, om het populair te zeggen. Maar bij die keten ging dat weer niet, er moesten gewoon twee varifocale glazen met sterkte worden besteld, één glas ging gewoon niet.
Een andere maffia in de gezondheidszorg vind ik de apothekerswereld. Ik durf dat te zeggen omdat ik veel medicijnen gebruik en omdat ik in mijn overzicht van mijn zorgverzekeraar alles precies kan volgen. Ik kreeg naar aanleiding van mijn medicijngebruik een eerste rekening voor betaling van een deel van mijn eigen risico binnen van 167 euro. Toen ik het ging uitzoeken, bleek hiervan een bedrag van 105 euro niet voor de medicijnen te zijn, maar voor verstrekking van de medicatie door de apotheek. Voor elk medicijn meer dan zes euro en voor elk nieuw medicijn meer dan 13 euro. Dus dat geld van mijn eigen risico is niet voor mijn medicijnen, maar is een soort subsidie voor de lokale apotheek. Ik zal eens vragen of hij mij op de sponsorlijst voor zijn toko wil zetten. Het is echt van de zotte. En dan noemen ze dat op de factuur “terhandstelling” of “terhandstelling met begeleidingsgesprek”.
Het is trouwens toch al niet mijn week. Bij een controle van mijn auto in de garage bleek de radiateur stuk. Die moest vervangen worden. Twee dagen de auto kwijt en een forse rekening. Ik ga overwegen mijn zomervakantie, die ik nog niet eens geboekt heb, maar te annuleren.

 

 

 

Week 7

De nieuwbouw van huizen pal achter mijn woning is begonnen en carnaval inmiddels ook. Daar zitten we nu midden in. De twee feiten hebben in zoverre met elkaar te maken dat het bouwproject stil ligt omdat de werknemers moeten feesten, of vissen, of gewoon uitslapen en dan nog een middagdutje doen. Vreemd genoeg heb ik zelf weinig met het feest dat het volksfeest van het zuiden moet zijn. Toen ik nog jong was, ging ik vijf dagen carnavallen. Mijn toenmalige meisje kwam uit een echt carnavalsgezin en die kennismaking met haar betekende ook het begin van mijn verplichte deelname aan het feest. Iedereen binnen dat gezin was lid van een carnavalsclub en dat betekende dus vijf dagen elke ochtend om 10 uur in het stamcafé voor koffie met worstenbrood, en daarna tot laat in de avond aan het bier. Je dronk het niet, je goot het naar binnen. En na de laatste pint nog even naar iemand voor snert met roggebrood. Wat heb ik toneel moeten spelen om mijn gezicht uit de plooi te halen. Het bleef aan met mijn Anja maar het carnavalsfeest werd voor mij en voor haar elk jaar minder. Het begon tegen te staan, te irriteren en ik we bekeerden ons tenslotte tot niet-carnavallers. Laat de jeugd het maar opknappen. Verder dan een uurtje tv kijken naar een carnavalsprogramma en misschien, als het niet te koud is, naar de optocht gaan kijken, komt het niet meer. En dan die muziek! Het moet allemaal skihut-dreun zijn met flinke bassen eronder en dan zo hard mogelijk. Daar voelen we ons niet meer in thuis. Er is niets gezelligs meer aan. Heel het carnavalsfeest op deze manier is alleen maar bedacht door de kasteleins die er zoveel mogelijk aan willen verdienen. Alles voor de omzet dus, en niet voor de klant, zeker niet voor de oudere. Of het nu karaoke is, spijkerbroekhangen, pyama-party of haringhappen, het doet er niet toe. De baas van de feesttent lacht harder dan de feestvierder, en dan zijn we dus verkeerd bezig. Het hele carnavalsfeest gaat ook in ons dorp achteruit. Vorige week zag ik een ontroerende documentaire over het feest in Venlo en die heeft me erg gegrepen. Daar, en waarschijnlijk in heel Limburg, is het feest nog traditioneel gezellig, sociaal en menselijk. Leuke ideeën, geweldige sfeer, en iedereen doet mee. Daar kunnen de Brabanders en zeker de Hollanders nog heel veel van leren. Het is ook geen carnaval, het is 'vastelaovend'. Dat is de kern van het hele verschil. En het feit dat bijna niemand het woord 'carnaval' goed uitspreekt, namelijk met de verkeerde klemtoon, geeft al aan dat niemand het eigenlijk snapt. Iedereen die het woord niet snapt, mond houden dus. En zeker nooit de domme vraag stellen : “Hoe ga je verkleed ?” want dat slaat als een tang op een varken, en dan kun je jezelf ook beter verkleden als dat dier. Dan neem ik die tang wel mee.
In Limburg vind je ook de meest schitterende liedjes. Rustig en melodieus klinkend, grote klasse, en toch echte feestmuziek waar iedereen van geniet. Met die rommel die hier in Brabant te horen is, wil dit niets te maken hebben. Gelukkig maar. Misschien moet ik in het Limburgse land weer het gevoel voor vastelaovend terug zien te vinden. Maar ik vrees dat buitenstaanders daar niet erg welkom zijn, en ik geef ze het grootste gelijk. Laat ze hun erfgoed daar koesteren. Misschien kunnen ze als een soort carnavaleske missionarissen proberen het gevoel over te dragen aan de rest van het land, te beginnen met Brabant. En laat de Brabanders proberen met die feestdagen de grenzen gesloten te houden voor alles wat van buiten de provincie komt, te beginnen met de zogenaamde artiesten van boven de sloot, die proberen hier een carnavalshitje te scoren. Mannen met rode jasjes en blauwe strikken, veel gel in het haar, mannen met de vreemdste pakken aan, mannen die meteen beginnen te roepen waar de handjes zijn, en dat ze omhoog moeten. Het is te veel voor mij, ik kan het niet meer aan, zeker als je weet dat ze staan te playbacken.
Ik wil een uitzondering voor twee dames maken. Ik weet niet eens wat ze zingen, geloof ook niet dat het iets met carnaval te maken heeft, maar ik vind ze leuk. Een paar jaar geleden zag ik ze toevallig bij ons op het marktplein lopen. Twee frisse verschijningen, een met een lichtgroen en een met een lichtblauw jurkje, met daaronder een soort gekleurde slobkousen. De ene had een blond pruikje op en de ander een donker. Ze droegen samen een soort kleine muziekinstallatie. Ik had geen flauw idee wie ze waren, heb ze wel vrolijk goedemiddag gewenst en zij groetten terug. Pas later hoorde ik dat dit de Alpenzusjes waren. Ik was getroffen door deze frisse en misschien wel sexy verschijningen en tot op de dag van vandaag betreur ik het dat ik niet heb gevraagd of ik met de dames op de foto mocht ! Zo'n mooie kans, maar ik kende hen niet. Het bleek dat ze in ons dorp gingen optreden op een openluchtpodium bij de plaatselijke wielerronde, maar pas later kreeg ik te horen wie het waren en welke kans ik heb gemist om me te laten vereeuwigen. Ik had wel eens van de Alpenzusjes gehoord, maar dacht dat die al lang geleden waren overleden en ik wist niet dat er inmiddels twee nieuwe aantrekkelijke dames aan de formule waren begonnen. Ik zie ze nu met deze dagen nog wel eens op de televisie, maar ik heb geen flauw idee wat ze zingen. Ik kijk alleen maar en denk terug aan de gemiste kans om met deze 'artiesten' op de foto te gaan !

 

 

 

Week 6
Echt een rustige zondag gehad. Lekker thuis, lezen en relaxen, om de komende week er weer tegen te kunnen. Een goed en vertrouwd recept.
Er zijn van die dagen dat je niet zo lekker in je vel zit. Stress lijkt dat te heten. Het komt bij iedereen voor, en bij begon het deze week op maandag. Doktersbezoek, daarna een zakelijk gesprek. De ochtend was ermee gevuld en dan moet ik het weer de hele dag bezuren met een lekkere zeurende hoofdpijn. Nog wat mailtjes en telefoontjes over dingen die ik nog moet regelen. Ik kan het niet hebben vandaag. Een leverancier , de dierenarts, de verzekering. Te veel voor Jacques. Dinsdag weer het ziekenhuisbezoek gedaan, weer een foto van de ribben van Anja. We moesten even door naar een ander ziekenhuis, namelijk in Bergen op Zoom. Wat een primitief gedoe daar in vergelijking met hun zusterkliniek . Oud ingericht, niet comfortabel voor patiënt en arts, kleine ruimtes, gedoe met melden aan de kleine balies, en zeker niet effectief werken. Wat een verschil met het ziekenhuis van dezelfde naam in Roosendaal. Slopen die handel in Bergen op Zoom zou je bijna denken. Naar de woensdag heb ik lang uitgekeken. Een bezoekje van mijn oude dienstmaat Jack uit Zeeland die ik al 45 jaar niet meer gezien heb. Leuk! Het schijnt dat ik ooit in 1973 wel op zijn bruiloft ben geweest, maar ik weet er niets meer van helaas. Samen oude koeien uit de sloot gehaald. Gesproken over hoe we in die tijd onze militaire dienst vervulden, met alle lief en leed dat erbij hoorde. Een nutteloze tijd, dat zeker. En toen daarna nog eens twee keer drie weken op herhalingsoefening, omscholing eigenlijk, om van een achterhaalde functie van telexist opgeleid te worden naar een functie als radio-telegrafist. Je beseft pas later dat allebei die baantjes op dat moment al niet meer pasten in een oorlogssituatie. Jammer dat ze dat bij Defensie pas veel later begrepen. Het zijn daar niet allemaal slimmeriken. We hebben het gehad hoe we in onze vrije tijd tomaten gingen plukken in het Westland, hoe we het kindervakantiewerk in De Lier gingen opvrolijken, over het PMT waar we zowat elke avond ons biertje gingen drinken en waar de baas van dat spul, ene Pa Brinkman die met zijn vrouw die toko bestierde, al na je tweede biertje zei: “Zou je dat wel doen jongen, je hebt er al twee op” en waar je gevulde koek
van de allerslechtste kwaliteit bovenop het kopje koffie werd gelegd, zodat je een vieze zompige koek kreeg die je gelijk weg kon gooien. En waar je Joegoslavische vriendinnetje elke week een paar keer naar toe belde om even met je te kunnen praten. Nou ja praten, met twee verschillende talen was dat nog niet gemakkelijk. Maar via de officiële telefoonverbinding met de kazerne of het kamp zou er al snel een rel zijn ontstaan die aan de basis had kunnen liggen voor een conflict met een Oostblokland. Spionage à la James Bond, maar dan nog kleiner, maar wel intiemer. Er zouden Kamervragen gesteld zijn en Brandpunt had er een uitzending aan kunnen wijden. De allereerste keer dat ik mocht stemmen, was ik in militaire dienst en natuurlijk ging mijn stem toen al naar de pacifisten van de PSP.
Bij mij komen er tegenwoordig steeds meer tranen op als ik televisie kijk. Spontaan, en niet omdat ik sommige programma's echt om te huilen vind, maar meer omdat het lijkt of er iemand in mijn televisie uien aan het schillen is. Een goede vader krijgt de tranen in zijn ogen als zijn dochter hem vertelt dat ze in verwachting is. Dat hoort zo en dat gaat dan zelfs spontaan bij mij. Maar als ik een ontroerende echte scène zie, dus niet in een film, maar bijvoorbeeld in een familieprogramma , waarin een man zijn verloren gewaande dochter terugvindt, of een vrouw die nog net voor haar overlijden haar kinderen knuffelt, dan ben ik al verkocht. Nu heb ik het niet over tranentrekkers als 'Vermist' of 'Spoorloos' of een programma van dominee Ten Brink, maar echte tv, in documentaires waarin je geen tranen verwacht. Dan komen ze dus bij mij wel, ik kan er niets aan doen. Ik probeer ze ongezien even weg te wrijven, en soms lukt me dat ook. Ik vind het vreselijk dat zulke realistische televisie mij plat krijgt. Ik heb het nooit gehad. Ik denk dat het komt omdat ik me inleef in mens en emotie, en omdat ik zelf ouder word. Mijn dochter werkt zelf bij de tv en die zegt me altijd dat daar 'niets is wat het lijkt' het motto is, maar door dit soort emo-tv word ik gepakt helaas. Nou ja helaas, lekker eigenlijk toch wel ! En dan begint hier weer de carnaval, zoals ze dat dan zeggen. Dit jaar vroeg, maar dat heeft ook weer te maken met een vroege Pasen en zo. En nu ik het toch over 'enzo' heb. Wat een rotwoord eigenlijk.
Vroeger vond ik het wel leuk om in werkstukken voor school vaak 'enzovoorts' te gebruiken, als je iets niets meer wist. Maar het valt me weer op dat er zoveel zaken die tot vervelens toe de aanduiding 'enzo' in hun naam gebruiken. Daar gaat ie dan met een kleine selectie: “Brood en zo, Knippen en zo, Lezen en zo (praktijk voor leerhulp bij kinderen), Broeken en zo” . Het houdt niet op, het gaat maar door. Ik heb er gewoon een sport van gemaakt om er steeds meer te ontdekken. En als we het nu toch over hout hebben: ik zag pas een vrachtwagen rijden van een bekende bouwmaterialenhandel, en die had onder zijn naam als slagzin staan: “Het hout nooit op.” Dat vond ik sterk. En ik word ook blij van bedrijven als 'Slager Slager', 'Slijterij van Dorst', 'Kievits Eierhandel' en 'Jozefs Timmerwerken'. Ik word er zelfs vrolijk van !

 

 

 

 

 

 

Week 5

Iedereen wordt geboren met een bepaald talent. Dat is mijn mening. Alleen niet iedereen ontwikkelt dat verder. Degenen die dat wel doen, hebben er alleen maar profijt van. De een kan in aanleg hard fietsen, de ander mooi schilderen, weer een ander wordt een wonderlijke nerd en een ander kan lekker schrijven. Ik denk dat ik onder die laatste categorie val. Ik besef me dat goed, omdat ik wat vaker aan mijn toetsenbord zit en er plezier aan beleef . Het gaat me goed af om me op papier te uiten. Dat gaat veel beter dan het lekker functioneren in een gesprek. Bovendien wordt mijn gehoor steeds minder, en ik ga beseffen dat ik achteruit ga, ook lichamelijk. Ik wil niet overdrijven, maar ik voel het zo. Daarom probeer ik heldhaftig mijn gedachten op papier te zetten. Ik werk aan een grote roman over mijn vader en over mijn angst op hem te gaan lijken. Ik schrijf een boek over mijn zusje. Ik heb een jeugdboek uit het Engels vertaald, geschreven door een beroemde schrijver uit Nieuw Zeeland, die toevallig ook mijn neef is. Ik werk nog aan drie of vier andere kinderboeken, en het loopt allemaal lekker. Ik wil proberen tegen het einde van het jaar een paar titels in de boekwinkels te hebben liggen. Het jaar kan dan niet meer stuk, en alle financiële gewin is ook bij mij welkom. Met mijn vrouw gaat het steeds beter en zelfs de wasmachine in- en uitladen en dat soort huishoudelijke taken waar ik zelf bang voor was, gaan haar steeds gemakkelijker af. Dat moet helemaal goed komen.
Vanmiddag zat ik ineens te mijmeren over vroeger. Ik zou er veel voor over hebben om zomaar eens een dagje terug te kunnen gaan naar mijn kindertijd. Een dagje kijken hoe het was, hoe ik speelde, hoe ik sliep en droomde, hoe ik slecht zat te eten en hoe ik een keer per week in de wasteil ging en altijd moest huilen omdat ik zeep in mijn ogen kreeg. Met een soort tijdmachine terug naar die tijd, maar ja, het kan niet helaas.
En dan vragen de mensen mij of ik me wel bezig kan houden sinds ik gepensioneerd ben. Nou en of! Ik fiets soms wat, doe een boodschap, schrijf wat, klus wat, maak foto's, houd me bezig met mijn stamboom, en probeer elke middag een kleine siësta te houden, en ik lees wat. En dan vergeet ik nog de helft te noemen, dus ik kom eigenlijk gewoon tijd te kort. Vandaag is het toevallig zo'n natte dag met veel regen, en dan doe ik een beetje van alles. Vanochtend even naar de markt geweest en wat boodschappen gedaan, en koffievisite ontvangen. Hond uitgelaten, dutje gedaan, wat dingen die ik net al noemde. Alles op een relaxte manier die niemand kan storen en mij nog het minste. Lekker toch. Ik hoef mezelf niet op mijn kop te slaan, maar kan mezelf vanwege deze werkwijze alleen maar schouderklopjes geven.
Ik lees ook elke dag de krant, twee keer zelfs. 's Morgens ligt hij op mijn ontbijttafel naast mijn bordje met crackers en mijn beschuitje met jam. Ik spit dat blad elke ochtend uit, lees vooral de koppen en de kleinere artikelen en bewaar de grote stukken voor de avond. Bij voorkeur lees ik die tijdens DWDD, vooral tijdens de minder boeiende onderwerpen met de gasten die toch al vier keer per maand langs komen. Ideaal om je dan te verdiepen in een lang artikel. Een soort vlucht uit het televisieregime en verdwalen in de interessante diepte van de realiteit. Bij de voor mij onbekende gasten leg ik mijn krantje opzij. Ik kan het iedereen aanraden om op deze manier met het ochtendblad bezig te zijn. Mijn krantje was een regionaal dagblad maar heeft door een soort fusie of overname door een landelijke krant meer inhoud gekregen. Gelukkig maar. Alleen erger ik me wel groen en geel aan de talloze advertenties voor gebruiksartikelen, kleding, reizen en theatervoorstellingen. Om de krant te kunnen vullen is het dus een combinatie geworden van nieuwsblad, brochure van een reisbureau, brochure van een schouwburg en postordergids. En dat stoort me mateloos, omdat dit juist de dingen zijn die niet in een nieuwsblad thuishoren. Het is zeker omdat de overlijdensadvertenties te weinig opbrengen. Die lees ik trouwens wel elke dag bijna als eerste. Meestal heeft mijn vrouw die eer. Waarom? Geen idee, ik werp een snelle blik over namen, rugnummers en woonplaatsen en constateer meestal tevreden dat er geen bekenden bij zijn, en ik zelf gelukkig ook nog niet.
Met mijn vrouw gaat het trouwens al wat beter. Ze mag morgen een nieuwe foto van haar gebroken ribben laten maken en ik mag een longfunctietest ondergaan, ook best spannend. Vandaag weer mijn vrouw een beetje geholpen met poetsen: de badkamer gedaan en de kamer gestofzuigd. Wat een klerenbaan om het huishouden te doen!
Vandaag, vrijdag, een medische dag. Zelf eerst in de ochtend een longfunctieonderzoek gehad, waaruit bleek dat ik geen COPD heb. Gelukkig maar, maar wel over een paar dagen een gesprek met de huisarts. Mijn vrouw moest een nieuwe longfoto laten maken om te beoordelen hoe de situatie rondom haar gebroken ribben was. Blijkt er toch een lichte klaplong ook te zijn. Goede adviezen gekregen maar ook vooral het verzoek om onmiddellijk met de spoedeisende hulp contact te leggen bij veranderingen of klachten. Geen hoopvolle berichten zo tegen het weekeinde aan. Morgen maar rustig aan doen.
En dan is het nu morgen. Geloof me, van niks doen word je nog veel meer vermoeid dan van de hele dag bezig zijn. Wat zal de zondag brengen ?

 

 

 

Week 4

 

Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Maar waarop eigenlijk? Mijn leven is niet zo erg boeiend tot nu toe. Ik heb een beetje als motto dat ik rustig aan kan doen na een arbeidzaam leven. Verder wat wandelen, maar niet te lang want dan gaan de benen zeer doen, en alleen als het niet te nat en niet te warm is. Dan blijven er niet zoveel dagen meer over. En dan de hond uitlaten, maar die heeft zo weinig zin om te lopen dat hij elk uitje in de vertrouwde omgeving meer als een snuffelstage ziet. Zijn neus op de grond en verder ziet of hoort hij dan niets. Leren luisteren was toch al geen sterk punt bij hem. En verder schrijf ik een beetje, lees ik een beetje, zit af en toe wat te klooien aan de computer, en heel af en toe, meestal een keertje in de week, pak ik met de nodige tegenzin de stofdoek om alles in de kamer en keuken een beetje af te stoffen. Muziekje hard aan, dan wil het meestal wel lukken. En verder hou ik erg van mijn rust. Oh ja, in plannen maken ben ik ook sterker dan in het uitvoeren ervan.

Ik ben niet zo'n waardevaste televisiekijker meer. Als er echt dingen komen, die ik wil zien, kan ik er wel voor gaan zitten. Televisie is vaak voor mij niet meer dan een bewegende schemerlamp, zoals Toon Hermans het ooit zei. Sommige dingen irriteren gewoon, bepaalde personen en bijna alle nieuwe BN-ers die op televisie hun programma mogen presenteren zonder enige inhoud. Wat dacht je van “Jan wordt vader” of “Muziek op het plein”. Daar staan dan duizenden mensen te kijken naar 'artiesten' die alleen maar staan te playbacken en die dan een gouden plaat in ontvangst mogen nemen. Iedereen  een verschraald bekertje bier in de hand ja, dat heet gezellig! Ja, dat publiek zingt wel, maar de door zichzelf tot artiest gepromoveerde man of vrouw doet dat natuurlijk niet. Allemaal nep dus. “Ik wil die handen zien !”  Nou, ik niet en ik wil die liedjes ook niet horen. Waar ik ook een bloedhekel aan heb, zijn sommige reclamespots. Ik wil mijn ergernissen even in drie soorten bespreken. Op de eerste plaats alle reclames voor loterijen en aanverwante artikelen. Grote goudvissen, en mannen en vrouwen met rode en met blauwe jassen komen je vertellen dat je mogelijk wat gaat winnen. Daar zit ook zo'n kale met een bril tussen. Als ik ergens een hekel aan heb, zijn het kale mannen. Het schijnt modern te zijn, maar ik vind het niks. “Sex met die kale?” Nee, helemaal niks met die kale. Het is  trouwens pas uit wetenschappelijk onderzoek gebleken  dat vrouwen kale mannen  minder aantrekkelijk vinden. Basta, weg ermee. En er loopt tussen die blauwe jassen een man, nou ja man, met een ontzettende bruine kop en met chloor gebleekte tanden, die altijd zo astmatisch lacht tussen het zingen door, wat hij ook nog schijnt te doen. Ook helemaal waardeloos. Een tweede groep reclames zijn alle filmpjes voor brillen en hoorapparaten. Vorig jaar had je die Volendammer die elke week een nieuwe bril krijgt, en ook al die andere die ons vooral vertellen dat we onze brilvergoeding moeten opmaken om het rendement van die winkelketen op een hoger niveau te brengen. Twee brillen voor de prijs van een, zonder bijbetaling? Vergeet het maar. Ik heb zelf bijna een conflict met een van die zaken gehad. Je weet wel die ene, waarbij je bij de naam alleen al aan een slager denkt. Had ik een mooie bril uitgezocht met daarbij een dito zonnebril, bleek ik toch nog bijna driehonderd euro bij te moeten betalen. Ik kreeg tekst en uitleg van de lokale winkelmanager, met als gevolg dat ik nog bozer de winkel uit ben gelopen. “Niet de klant telt, maar onze omzet. Wij willen de grootste opticien van het land worden”, zei hij letterlijk tegen mij.  Tegenwoordig doen ze ook nog in hoorapparaten, maar daar wil ik helemaal niets over horen. De derde categorie zijn de filmpjes over alle mobiele telefoonmaffiabedrijven. Belt u maar.....

Tjee, donderdagmorgen. Mijn vrouw is binnen in de kamer gevallen. Uitgegleden over een kauwbotje van de hond dat ze niet had zien liggen. Ik stond net in de badkamer mijn tanden te poetsen en hoor plotseling een klap

en ontzettend gegil en geschreeuw. Daar zat ze op de grond en ze verrekte van de pijn. In paniek eerst de buurvrouw erbij gehaald, daarna toch maar de huisarts gebeld.

Die was er snel. Gekneusde ribben was haar oordeel. Pijnstillers voorgeschreven, en in de middag even een foto laten maken en daarna door naar het ziekenhuis. Toch mooi twee ribben gebroken dus ook. En morfine voorgeschreven. Heel beperkt in haar bewegen, erg lastig. Voor mij een zorg erbij en ik probeer mijn best te doen. In en uit bed, gaan zitten, in en uit de auto, het is moeilijk. Een slaaphouding, ook moeilijk. De dag erop gingen we naar een fysiotherapeut hier in de buurt voor medical taping. Dikke pleisterachtige stroken werden op de romp van mijn vrouw geplakt. Ik had er weinig vertrouwen in. En toch gaf het wat ondersteuning, en al na de derde dag na de fatale val liep ze weer prima. Alleen het in en uit bed stappen, het in en uit de auto en het gaan zitten en zo, bleven pijnlijke zaken. Volgende week vrijdag mogen we terug naar het ziekenhuis voor een nieuwe foto.

 

 

Week 3

 

We beginnen maar weer eens met koud en nat weer. Klagen over zon en regen doen we altijd, hoewel we ons moeten beseffen dat het nu allemaal bij dit land hoort. Hadden we maar in Gambia of op Tenerife geboren moeten worden. Over verre landen gesproken: het valt me de laatste week weer op dat er zo verschrikkelijk veel reclame op tv is over zonvakanties. Blauwe golfjes, slanke dames in bikini die je ter plekke nooit zult ontmoeten, zorgeloze vakantievierders die nooit eens diarree hebben of die nooit fors afgezet zijn in een lokaal winkeltje in een vakantieland. Nee, het moet allemaal alleen maar mooi en leuk zijn, zelfs zo erg dat je er zin in gaat krijgen om zelf daar in dat land te gaan kijken. Ik word er gelukkig dit jaar niet zo warm van en laat me niet verleiden om vroeg te boeken naar een warm land en zo twee tientjes te verdienen. Ik weet niet eens of ik dit jaar wel op vakantie kan gaan . Afgelopen jaar zat vol financiële tegenvallers, dus het zou me niet verwonderen als we dit jaar niet verder komen dan vier dagen België met de auto . Nou ja, als de beurt voor die auto niet al te duur wordt. Anders wordt het een jaartje thuisblijven. Moet kunnen toch.

Ik ben de week weer begonnen met stevig hoesten, heb maandagochtend maar weer gelijk een afspraak met de huisarts gemaakt. Gelijk stuurde hij me nu door voor een longfoto. Morgen de uitslag ervan. Er dwalen al gedachten door mijn hoofd van kinkhoest of longontsteking. Dat komt omdat je op internet gemakkelijk je kwalen kunt checken. Ik zal dadelijk eens gaan lezen wat het beste bij mijn klachten aansluit. Toch wel gemakkelijk dat Google, hoewel ze ook zeggen dat ze door jouw surfgedrag op de computer alles van je te weten kunnen komen. Je bent dus ook nergens meer veilig. Google is een andere benaming voor Big Brother.

Een dag later blijkt uit de foto een mogelijke vorm van COPD. Ja dat kan er nog wel bij. Ik voel me er niet prettig bij, zeker nadat ik er wat meer over heb gelezen.

Elke zaterdagmorgen droom ik dat ik in dat weekend een grote prijs win waardoor mijn zorgen verdwijnen. Ik vul een rijtje in met ,naar ik denk, alle dertien goed  in de voetbaltoto en ben overtuigd van mijn voorspellingen. Verder dan een winst van een keertje 90 euro ben ik nooit gekomen. Maar elke week dromen blijft mooi.

Ik erger me trouwens steeds meer aan het feit dat allerlei minderheden in dit land steeds gemakkelijker een podium krijgen. De anti-zwartepieten beweging,  de oproep om historische personen te vergeten, en dus straatnamen te veranderen, en meer van dat soort dingen.  Historie is voorbij, en we hebben er onze lessen uit geleerd. Basta daarmee. Als die slaven indertijd niet hier in het westen waren gekomen, hadden we nooit die discussies gehad. Wij zijn dus zelf schuldig want door toedoen van de op geld beluste vaderlanders toen, krijg je deze situaties nu. Klaas Dijkhof zei het goed: “Het zijn de 

 

 

 

Week 2

 

Ik ben een beetje gewend aan het nieuwe jaar. Nog wat verlate natte zoenen van buurvrouwen die ik nog niet eerder zag, en dan weer over tot de orde van de dag. DWDD is weer begonnen. Ik denk dat ook dit jaar weer veel dezelfde gasten laat zien als vorig jaar. Altijd weer die vaste gezichten, die deskundigen, die  mensen die dicht in de buurt van de studio wonen, of die zichzelf zo opdringen dat ze wel moeten komen. En het schijnt nog goed te betalen ook aan die gasten. Ben benieuwd of ze mij over een jaartje ook gaan uitnodigen om mijn boekje te komen promoten. Ik verwacht het natuurlijk niet, maar dit voorzetje kan ik altijd geven.

Al vanaf begin december ben ik wat aan het sukkelen met mijn luchtwegen. Na aanvankelijk wat hulp te hebben gezocht bij dokter Kruidvat, met pilletjes en drankjes, die alleen die winkelketen lijken te helpen, toch maar contact gezocht met de huisarts. En dan is je eigen arts net die week vrij en kom je bij een andere arts die alleen maar hoesttabletjes voorschrijft om me van de hoestprikkels die mijn vrouw en mij 's nachts wakker houden, te bevrijden. Die dingen hebben dan totaal geen resultaat, dus een week later naar je eigen huisarts. Weer een vingerprikje voor een bloedtestje, weer luisteren naar de longen, en naar huis met een kuurtje antibiotica omdat een of andere waarde in het bloed hoger lag dan de eerste keer. Derde week weer terug omdat de klachten blijven aanhouden. Kom ik thuis met een kuurtje Prednison voor vijf dagen, het bekende paardenmiddel. Iedereen noemt dat woord gelijk spontaan bij het horen van de naam van het medicijn. Ook al niets geholpen, ik kreeg er alleen diarree van. En ik heb nog wel een goede huisarts, maar ook die kunnen fouten maken. Volgende week maar eens een nieuwe afspraak maken voor een longfoto of zo. Voel me vermoeid en hoest veel.

Afgelopen avond en ook deze nacht is hond Dorus flink aan het spoken geweest. Overgeven, diarree, onrust. Ook onrust bij ons dus. Vanochtend een spuitje bij de dierenarts gehaald en voor een dikke honderdtwintig euro  andere medicijnen meegekregen. Je bent er dan wel voor verzekerd, maar je hebt altijd nog een eigen risico van vijftig euro. Slimme mensen die verzekeringsmensen . En die mensen van de banken trouwens ook. Maar die dierenartsen bij ons zijn schatten, alle zes die dames. Die moeten we in ere houden.

 

 

 

 

 

Week 1

 

  1. Gisteren was het mijn verjaardag. Ik ben negenenzestig jaar geworden. Eigenlijk vraag ik me elke keer weer af of dit misschien wel mijn laatste verjaardag zou kunnen zijn. Niet dat ik het hoop, want het leven moet nog veel te bieden hebben. Dat verwacht ik tenminste. Je wilt je kleinkinderen zien opgroeien, en ik heb er nu vier. Je wil samen met je vrouw nog van een heleboel dingen kunnen genieten en de zon nog vaak op en onder zien gaan. Maar je weet het nooit. En dat is maar goed ook. Wat zou het leven saai worden als je alles tevoren wist. Trouwens, mijn verjaardag was ook een beetje saai, maar dat wilde ik zelf zo. Als je elk jaar op 4 januari weer die zogenaamde heuglijke gebeurtenis moet vieren, ben je al snel tevreden met een gebakje bij de koffie. Die hele voorafgaande maand was het al troef met feesten. En dat betekent dan extra lekker, en soms te veel, eten en drinken. De stoofpeertjes met Kerstmis zijn net iets anders klaargemaakt dan anders, en hebben plotseling twee kleuren. De roomboter staat als kerstbel op tafel naast de beschuitbus en het pakje met de muisjes. En na het diner kun je kiezen uit drie toetjes in plaats van een. En dan nog de champagne en de oliebollen. Ik had voor mezelf vlak na Kerst al een voorproefmoment van die dingen georganiseerd, maar die baksels waren me slecht bevallen. En dan ineens, nadat je uit de korte nieuwjaarsnacht wakker wordt, besef je dat het januari is.  Een nieuw begin, toch anders, al lijkt het niet altijd zo. Je moet wennen aan een hoop nieuwe dingen Je krant ziet er weer iets anders uit, de redactie heeft de pagina's weer anders ingedeeld wat boze blikken bij sommige lezers oplevert. Je radiostation waar je mee wakker wordt, heeft enkele nieuwe mensen in dienst genomen die je wekken op een manier die je niet gewend was. Zelf heb ik tot vorig jaar altijd met plezier naar NPO radio 5 geluisterd, maar dit station gaat steeds meer richting de oude radio 2. Het was in de ochtend altijd gezellig wakker worden met Manuela. Nu hebben ze er een of andere gast weggezet met totaal andere muziek en zo te horen een die geflopt is op een andere zender. En dan om 10 uur is daar mijn oude favoriete programma Arbeidsvitaminen . Ook al ingevuld door een kerel die totaal andere muziekjes laat horen, zonder de verdere info die ik gewend was en in een spreektempo waar je gewoon onpasselijk van wordt. En dan zijn er nog veel meer veranderingen. In het begin was het een leuke zender die beschikte over 1000 oude singletjes, die ze het hele jaar draaiden. En op het eind van het jaar mocht je onder de naam 'top 1000' je stem uitbrengen om te bepalen in welke volgorde ze die zouden draaien. Het leven verandert, en hoe ouder je wordt, hoe moeilijker het wordt het tempo te volgen. Ik merk steeds meer dat het voor mij minder wordt. Radio 5 maakte de bekende Veronica fout. Toen de voormalige zeezender besloot een officiële zender te worden en een machtiging aan te vragen, moest er aan ledenwerving worden gedaan. En men ging zich richten op de jongeren als doelgroep. De werving mislukte grandioos omdat het juist de ouderen waren geweest die de zender jaren lang trouw hadden gesteund en verdedigd en die erg grote groep mensen werd gewoon buitenspel gezet. Anders had Veronica nu veel meer leden gehad.

Je vindt na het opruimen van je kerstboom meteen weer een hoop folders in de brievenbus. En ik kijk zo graag in folders. Ik wil ook geen NEE-sticker op de deur, want ik hou van plaatjes kijken en van de kleurtjes. En het papier ruikt zo lekker nieuw. Als ik alles heb bekeken, want aan het lezen van die dingen kom ik niet toe, gooi ik alles met een smak in de papiercontainer. Ik werk daardoor mee aan de papier-recycling, goed voor het milieu, al geloof ik dat er iets niet klopt in mijn redenering. In bijna de helft van de folders in januari kun je zien dat het tijd wordt om nu een nieuwe kamerplant te kopen, en als je dat gaat bekijken dan zie je dat dezelfde  planten bij de supermarkten ongeveer de helft goedkoper zijn dan bij het tuincentrum. Van tuincentra heb ik me altijd afgevraagd waar die hun bestaan aan te danken hebben. Veel van hun artikelen hebben geen enkele relatie meer met tuin, als je ziet dat er kussens zijn voor op de bank en decoratieve rommel voor in huis. Ze kennen eigenlijk maar twee seizoenen, het kerstseizoen en het tuinmeubelseizoen. Het ene eruit en het andere erin. Ik verwacht ook wel dat enkele van die centra het dit jaar niet meer gaan redden. Kan toch niet anders. Het kleine tuincentrum in mijn dorp verkocht alleen planten en deskundigheid, en de prijzen waren er de helft lager. De baas kwam gratis de boom die je kocht, bij jou in de grond zetten. Geen probleem, geen kosten.

Het leven is weer wat duurder geworden dit jaar. Zelfde bericht elk jaar in januari. Geen commentaar. Volgend jaar komt het weer terug.